« ‘Afgekapt Dichtwerk’ herbergt werkelijk pareltjes.» – André Oyen

VoorplatAfgekaptDichtwerk75Over ‘Afgekapt Dichtwerk’ van Rogi Wieg op Ansiel, 7 april 2014:
Ik schrijf al meer dan dertig jaar mijn verzen./ Het is zo gegaan, ik ben tussen woorden/ in gaan staan en heb gedacht dat ik naast zwart/ gele puntjes in de ruimtelijke en van tijd/ gemaakte letters zag. Ik werd kleur-en/ groottemeter en daarmee literaire sterrenwacht.
De gedichten van Rogi Wieg (Robert Gabor, Hongarije 1963) leerde ik kennen en waarderen door zijn bundel ‘Het boek van de beminnelijkheid’, waarin ik poëzie trof die ongewoon van klank was maar wel degelijk gestileerd werd. Dit geldt ook weer voor zijn pas verschenen bundel ‘Afgekapt Dichtwerk’ die werkelijk pareltjes herbergt. Rogi etaleert in zijn gedichten maar al te graag zijn meestal dwarse zienswijze op de dingen des levens. (…) ‘Afgekapt Dichtwerk’ is een bijzondere bundel (…) die een rijkdom aan nieuwe en herwerkte gedichten bevat.

Lees hier de recensie of hier
Meer over ‘Afgekapt Dichtwerk’
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Erika Dedinszky – Vers vuur. Over zigeunerliteratuur uit Hongarije

ERIKA DEDINSZKY
Vers vuur
Over zigeunerliteratuur uit Hongarije

Vertaling Erika Dedinszky
Globe Pocket, 256 blz., € 7,50
ISBN 90-6265-744-3

Zigeuners leven in een gesloten gemeenschap, eerbiedigen strenge tradities en zijn tot nomaden gemaakt. Hun anders-zijn heeft hun eeuwenlange vervolging en discriminatie opgeleverd: ‘zigeuners hebben geen geschiedenis maar alleen verleden’.

Vers vuur vertelt waar de zigeuners vandaan komen en zich vestigden, hoe ze samenleven (de man-vrouw-verhoudingen, opvoeding en onderwijs van kinderen) en hoe veelomvattend hun cultureel leven is.

In deze bloemlezing is niet enkel overgeleverde literatuur (volksliederen, ballades, mythen en sprookjes) bijeengebracht, maar ook en vooral eigentijdse verhalen in poëzie en proza van een tiental zigeunerauteurs.

«Een zeer boeiend beeld van het culturele hart van de zigeuners.» – Haarlems Dagblad

Erika Dedinszky (geboren in Hongarije in 1942 en met haar ouders in 1957 naar Nederland geëmigreerd) ontving al in 1981 voor haar literaire vertalingen uit het Hongaars, de Martinus Nijhoffprijs.

Erzsébet Galgóczi – Met andere ogen

Erzsébet Galgóczi
Met andere ogen
Oorspronkelijke titel Törvényen belül
Vertaling Erika Dedinszky
Hongarije
Gebonden 192 blz.,
ISBN 90-6265-144-5
Eerste uitgave 1983

In Met andere ogen wordt de levensloop gereconstrueerd van een jonge vrouw die niet in staat is de gangbare compromissen te sluiten: in haar relaties met vrouwen en mannen, haar werk als journaliste, haar zoeken naar waarheid en rechtvaardigheid. Deze afwijkende levenshouding en de minachting voor de taboes van zowel de traditionele als de nieuwe sociale orde veroordelen de heldin, Eva S., tot een onbegrepen en geïsoleerd bestaan dat na haar voortijdige dood slechts dank zij enkele dagboekaantekeningen uit de volledige anonimiteit kan worden gehaald.
In deze roman met duidelijke autobiografische elementen beschrijft Erzsébet Gakgóczi een beslissend facet uit het leven van haar generatie, die het gezicht bepaalt van het hedendaagse Hongarije. Aanvankelijk werd de genadeloze spiegel die zij de hele Hongaarse samenleving voorhoudt, niet op prijs gesteld – nu worden haar harde kritiek en haar moed hoog aangeslagen; zij heeft in haar land de belangrijkste onderscheidingen ontvangen en de verfilming van Met andere ogen (Another Way) werd ook internationaal een opmerkelijk succes.

Erika Dedinszky – Vers vuur. Over zigeunerliteratuur uit Hongarije.

ERIKA DEDINSZKY
Vers vuur
Over zigeunerliteratuur uit Hongarije
Vertaling Erika Dedinszky
Globe Pocket, 216 blz.,
ISBN 90-6417-076-2
Eerste uitgave 1982

Over zigeuners weet men hier doorgaans weinig meer dan dat ze rondtrekken, in gesloten gemeenschap leven en vrij strenge tradities eerbiedigen. Hun anders-zijn heeft hun dan ook eeuwenlange vervolging en discriminatie opgeleverd.
In haar baanbrekende boek Vers vuur behandelt Erika Dedinszky uitvoerig waar de zigeuners vandaan komen, waar ze zich vestigden, hoe ze samenleven en hoe veelomvattend hun cultureel leven is. Uitermate boeiend in haar schets zijn de uiteenzettingen over de man-vrouw-verhoudingen in een zigeunergemeenschap, over de opvoeding van kinderen, problemen in verband met het onderwijs en hun contacten met de niet-zigeuner-gemeenschap. Ook vraagstukken rond de integratie in een maatschappij als de Hongaarse worden nader bekeken.
Erika Dedinszy legt de nadruk op Hongarije, omdat daar een ware revival van een authentieke zigeunerliteratuur aan de gang is. Ze verrijkt haar boek met een selectie uit – deels nog nergens eerder gepubliceerde – zigeunervolksliteratuur: hun poëzie, proza en liederen. Deze literaire verkenning wordt geïllustreerd met foto’s die het leven van de verschillende stammen in het tegenwoordige Hongarije documenteren. Ze besluit met een gesprek met Menyhért Lakatos, een leidinggevende figuur bij de opleving van de zigeunercultuur en een der voormannen in de internationale zigeunerbeweging.
Meer over Erika Dedinszky

Miklós Veress – Muziekstukken. Poëzie

MIKLOS VERESS
Muziekstukken
Oorspronkelijke titel Porhamu
Hongarije, poëzie
Vertaling Erika Dedinszky
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-78 3
Eerste editie in Mandalareeks 1981

Miklós Veress kreeg voor zijn eerste dichtbundel, Erdök a vadaknak (Een bos voor de wilde dieren, 1972) meteen de Attila Józefprijs, de hoogste literaire onderscheiding in Hongarije. Sindsdien wordt zijn werk, ook internationaal, beschouwd als een mijlpaal in de jongste Hongaarse poëzie. Muziekstukken bevat een door Erika Dedinszky gemaakte en vertaalde selectie uit de bundel Porhamu (Stuifas, 1978). Veress komt erin naar voren als een groot dichter, die izjn surrealistische verbeeldingswereld glashelder weet te ordenen in direct aansprekende, overtuigende poëzie.

Miklós Veress (1942) studeerde Hongaars en filosofie en werkte aanvankelijk als vertaler (hij is de vaste vertaler van de Russische dichter Jesenin), recensent en journalist. Sinds enige jaren is hij hoofdredacteur van het avantgardetijdschrift Mozgó Vilag (Wereld in beweging). Aan het hoofd van een delegatie van dat tijdschrift was hij in 1979 voor het eerst in Nederland, in het kader van het One World Poetry Festival.

Sándor Csoóri – Cantata Profana. Gedichten

Sándor Csoóri
Cantata Profana
Hongarije, poëzie
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-032-5
Eerste editie in Mandalareeks 1979

De Hongaarse dichter Sándor Csoóri, in 1930 geboren als zoon van arme boerenouders, kwam aanvankelijk in de journalistiek terecht. Omstreeks 1963 maakte hij vooral naam als sociograaf, daarmee in de voetsporen tredend van Gyula Illyés. In zijn geschriften analyseerde Csoóri niet alleen de problemen van de boeren, maar pleitte tevens, als eerste, voor een nieuwe campagne à la Béla Bartók om nog iets van de ook in Hongarije langzaam tot uitsterven gedoemde volkskunst te redden.
Sándor Csoóri heeft zeven dichtbundels, vijf boeken met essayistisch werk en verscheidene filmscenario’s op zijn naam staan. De hier onder de titel Cantata Profana gepresenteerde keuze uit zijn poëtische oeuvre doet hem kennen als een hartstochtelijk, overtuigd kunstenaar, voor wie het woord (het beeld, de muziek) de laatste mogelijkheid is om terug te roepen (desnoods terug te vloeken) wat in onze zo onpersoonlijk geworden samenleving verloren is gegaan.
In 1977 was Sándor Csoóri te gast op Poetry International. Werk van zijn hand verscheen in o.m. Raster, Kentering en Mandal en in de bloemlezing De toren van het zwijgen.