«Echte parel onder boeken die ten onrechte over het hoofd worden gezien.» – Guus Bauer

Over ‘Zilte windsels suikerwier’ van Inge Nicole op Tzum, 30 april 2025:

Er zijn behoorlijk wat variabelen die meespelen bij het oppakken van een boek door de media en door het publiek. (…) Soms heb je het idee dat de kwaliteit van de tekst ergens achteraan komt, terwijl dat, zich uitend in vorm, stijl, idioom, gelaagdheid, het enige, of toch in elk geval het belangrijkste criterium zou moeten zijn. Ten onrechte worden daardoor boeken over het hoofd gezien, belanden de schrijvers in de categorie ‘poète maudit’ of ‘niet echt doorgebroken’.  Niet zelden bevinden zich hieronder juist echte parels, werken deze schrijvers in stilte aan een gedegen, origineel oeuvre. (…) In ‘Zilte windsels suikerwier’ gebruikt Inge Nicole heel adequaat haar eigen (medische) geschiedenis, vormt die om tot een universeel aangrijpend verhaal. (…) Duifje is dertien en woont in het fictieve dorp Grauwgeest in een polder waar je al gauw uit de boot valt. (…) Duifje is pas net gediagnosticeerd met diabetes type 1, heeft, niet onbegrijpelijk moeite met de nieuwe lijfelijke situatie, met het wonen samen met haar moeder Francie in het Celblok, een antikraakflat aan de rand van het dorp waar door de gemeente ‘verschoppelingen’ in worden ondergebracht. Het lijf en de woning als een gevangenis. (…) Ineens duikt daar een vreemde jongen op. Rayan is een voormalige bootvluchteling die samen met zijn vader en moeder in het dorp is geplaatst, jaren daarvoor in een AZC heeft gezeten. Er ontstaat langzaam een vriendschapsband. Twee vluchtelingen die steun aan elkaar hebben, terwijl plaatselijke pestkoppen het op hen hebben voorzien. (…) Nicole legt subtiel verbanden, wanneer ze bij hun eerste ontmoeting vertelt over de vlinders die uit de rupsen komen, die de kleur hebben van de Middellandse Zee, duikt als vanzelf een fragment in cursief van het verhaal van Rayan op over de zee waar hij zo’n hekel aan heeft, waar hij dingen heeft zien gebeuren die zijn bestaan hebben geprägt. (…) Dat alles wordt door Nicole met een pijnlijke terloopsheid gebracht. De ene keer in samenspraak met een gebeurtenis in het nu, een andere keer juist als contrast. (…) Door het niet specifiek benoemen van het oorlogsgebied maakt Nicole het verhaal van Rayan universeel. Net zo goed als Duifjes hallucinaties, hypo’s, een algemeen beeld schetsen van een ziekte die met veel misverstanden en vooroordelen is omgeven. (…) De lezer krijgt zo voldoende achtergrond over het gedrag van Duifje en Rayan. De twee leren elkaar langzaam kennen, hun onderliggende verhalen, de beweegredenen die de soms wat aparte, irrationele reacties verklaren. (…)  De vorm van ‘Zilte windsels suikerwier’ is geslaagd, zorgt juist voor cohesie, voor een dwingende leeservaring. Daarnaast is het gewoon een goed boek in een bewonderenswaardig zorgvuldig idioom, informatief, coming-of-age, voor velen waarschijnlijk een oogopener.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Zilte windsels suikerwier’
Meer over Inge Nicole bij Uitgeverij In de Knipscheer

Inge Nicole – Zilte windsels suikerwier. Roman

Inge Nicole
Zilte windsels suikerwier
roman
geïllustreerd met 11 acrylverf collages van de auteur in kleur
omslagafbeelding Inge Nicole
vormgeving omslag Maurice Hof
gebrocheerd in omslag met flappen,
216 blz.,  € 22,00
ISBN 978-94-93368-25-5
eerste uitgave maart 2025

In Zilte windsels suikerwier ontluikt zich op een zomerse dag aan een doodlopend spoor een vriendschap tussen de dertienjarige Duifje, die onlangs is gediagnosticeerd met diabetes type 1, en de voormalige bootvluchteling Rayan.

‘Kun je Lottie een van deze voeren?’ Rayan priemt met zijn wijsvinger naar het bakje ‒ een dobberend boterbootje met weerloze rupsen op het grijsblauw geplooid linnen van haar bed.

Na haar scheiding kan Duifjes moeder Francie de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Samen met haar dochter, axolotl, hond en valkparkiet heeft ze een anti-kraakflat in Grauwegeest betrokken. Tante Iris dealt al decennia met dezelfde stofwisselingsziekte als haar nichtje en brengt het meisje bij dat een onzichtbare ziekte van grote invloed is op hun fysieke en sociale leven. Zelfs het negeren van de ontrouw van haar echtgenoot vindt daar deels zijn oorsprong.

Als suikerwaarden dalen, verandert het landschap. Zijn afgeknakte rietsigaren granaten in het gras. Aan je eigen poort loop je voorbij ‒ gissend of die van de buren de jouwe is. Om te zien wat ik zie, zou je paddo’s moeten eten.

Duifje en Rayan vinden steun bij elkaar, de dorpsjeugd daarentegen ziet in de nieuwkomers potentiële slachtoffers. Wanneer de flat waarin Duifje met haar moeder woont met afbraak wordt bedreigd, lijkt haar wereld, en die van de andere – veelal illegale – bewoners, ineen te storten. Duifje krijgt nu niet alleen te maken met haar ontwakende lichaam en de negatieve gevolgen die hypo’s, de sterke dalingen van de suikerwaarden,  op haar hebben, maar ook op een wereld die zich steeds meer lijkt te verharden.

«Inge Nicole weet in Zilte windsels suikerwier haar aangeboren poëtische stem heel natuurlijk te laten samensmelten met het hedendaagse idioom. Een belangwekkende, frisse roman.» – Guus Bauer

Inge Nicole publiceerde in 2004 en 2008 twee romans als Inge Bak, maar maakte als Inge Nicole vooral indruk met de novellen De tranen van de zeegans (in 2012 bekroond met de Rabobank Cultuurprijs Letteren) en Aardappelbloed (2014). In 2020 debuteerde zij als dichter met de bundel Maanbrief aan het getij.

Meer over Inge Nicole op deze site