«Die zoektocht naar zijn vader loopt duidelijk als een rode draad door zijn leven.» – Harriët Salm

Over verzetsman Rudi Jansz in Trouw, 3 mei 2019:
(…) Rudi Jansz was een held, zegt historicus Herman Keppy. En hij is zeker niet de enige Indische jongen die zich tegen de Duitsers verzette. “Hij is, zoals velen onder die Indische groep, nooit gedecoreerd of anderszins bedankt voor zijn strijd voor de bevrijding van Nederland. Dat is onterecht.” (…) Als de Duitsers Nederland invallen in mei 1940 vecht [Rudi Jansz, de vader van Ernst Jansz] tot de capitulatie mee in het Nederlandse leger. Hij trouwt na terugkeer met de Hollandse Jopie Becht, afkomstig uit een communistisch milieu. Via haar familie raakt hij betrokken bij het verzet. Persoonsbewijzen vervalsen, illegale kranten drukken en verspreiden, en vanaf 1943 ook Joden helpen onderduiken. Hij vormt samen met zijn vriend Tutti Webb in 1944 een eigen verzetsgroep met alleen Indische jongens. Ze werken onder andere samen met Indonesische studenten. Dat zijn jongens, met twee Indonesische ouders, die al voor de oorlog tot een politieke groepering behoren die voor de onafhankelijkheid van Indonesië strijdt. Ook deze studenten zijn zeer actief in het verzet tegen de Duitsers. (…) Het verzetswerk stopt op die augustusdag in 1944 voor Rudi, als hij wordt gearresteerd. Dit heeft grote gevolgen. Zijn vriend Tutti wil vervolgens Jansz uit de gevangenis op de Weteringschans bevrijden. Als een soort proef besluit hij met wederom een voornamelijk Indische groep verzetsmensen eerst in Den Haag een distributiekantoor te overvallen. “Een vingeroefening voor het grote werk”, zegt Ernst Jansz. Ook zijn moeder Jopie is bij die overval. (…) De actie loopt uiteindelijk mis, Tutti wordt gearresteerd en in september 1944 in Vught gefusilleerd. Jopie zit vijf weken in de beruchte gevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel. Zij komt daarna vrij. Jansz wordt in januari 1945 naar Kamp Amersfoort overgebracht. Daar blijft hij tot de bevrijding. De gebeurtenissen hebben hun weerslag op zijn leven na de oorlog én op dat van zijn zoon, geboren in 1948. Vader Rudi overlijdt aan kanker als Ernst 17 jaar oud is. (…)
Lees hier of hier het artikel ‘Het was de wens van verzetsman Rudi Jansz: eerst Nederland vrij, daarna Indonesië’ van Harriët Salm in Trouw
Ernst Jansz verhaalde over het verzet van zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog in zijn romans ‘De Overkant’, ‘Molenbeekstraat’ en ‘De Neerkant’.

«Een geschenk van de schrijver aan de lezer.» – Peter de Rijk

VoorplatNeerkant-75Over ‘De Neerkant’ van Ernst Jansz in Pletterij, 20 januari 2018:
(…) Ernst Jansz (…) is schrijver van een oeuvre, een reeks autobiografische romans, ooit begonnen met ‘Gideons droom’. (…) En nu is ‘De Neerkant’ uit. Wederom een boek dat van muziek is voorzien, net zoals zijn voorgangers. Waarin Jansz zijn leven verslaat en ook dat van CCC Inc. , de band waarmee alles is eigenlijk begonnen. Zonder CCC Inc. immers geen Doe Maar. (…) De weemoedig makende romantische tijd van de Seventies (…) wordt volledig tot leven gewekt, inclusief de liefde en de eenzaamheid. Zelfs de aanloop tot, en de eerste jaren van, Doe Maar worden eerlijk en helder beschreven. Toch is het boek veel meer dan dat… Al op de eerste pagina van de roman noteert Jansz een theorie over tijd en de beleving ervan. Met name van de Indo en de Hollander. Meteen verbindt hij die stelling met het citaat ‘Daar werd wat groots verricht!’ Zo weet de lezer dat zowel zijn afkomst als de koloniale geschiedenis een rol in het boek gaan spelen. Hierbij zal hij scherp zijn, al komt er ook humor aan te pas. (…) We (…) belanden dan heel onverwacht via een floppy uit 1986 in zijn, op een Commodore 64 geschreven, roman ‘De witte kamer’. In het erbij horende lettertype… In zes pagina’s zet hij een hele wereld, wat zeg ik diverse werelden neer. Juist die afwisseling van toon en onderwerp maakt deze roman zo interessant. (…) Naadloos sluiten de verschillende tekstgedeeltes op elkaar aan, ook al zitten er soms decennia tussen waarin ze werden geschreven. (…) Zonder iets te verbloemen deelt hij in deze roman zijn leven met ons. Zijn welgekozen woorden, verhalen, anekdotes en gedachten zet de lezer aan tot mijmering over zichzelf en de wereld. Die van toen en die van nu. Niet vaak lukt dat een schrijver. Samen met de bijgeleverde muziek (op 2 cd’s), het kleurenkatern, de songteksten en de superbe omslag van niemand minder dan Peter van Dongen vormt het geheel een geschenk van de schrijver aan de lezer. Aan u om dat te ontvangen en ervan te genieten.
Lees hier de recensie
Kijk hier naar de gesproken recensie op de tijdbalk van 37:10 tot 46:40
Meer over ‘De Neerkant’

Janny de Heer – Buitenbeentjes

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddJanny de Heer
Buitenbeentjes
Getuigenissen van het noodgedwongen vertrek
uit de Gordel van Smaragd

Nederland, Nederlands-Indië, Indonesië
Paperback met flappen, 224 blz., € 19,50
Presentatie 31 maart 2017
ISBN 978-90-6265-928-9

In Buitenbeentjes zijn in tien zeer persoonlijke verhalen de belevenissen van destijds jongvolwassenen in de Bersiap-periode (1945-1949) in Nederlands-Indië, of van hun kinderen, bijeengebracht. Elk verhaal wordt verteld vanuit een ander perspectief: geboren in de archipel dan wel in het moederland, zelf jong militair dan wel kind van een planter, dominee, marineman of KNIL-militair. Samen completeren zij een geschiedenis waaraan niet te ontkomen viel.

Door de ogen van hen die het meegemaakt hebben ervaart de lezer de loop van de gebeurtenissen vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië. Als op hun plaats gevallen puzzelstukjes openbaren zij de consequenties voor het hele volk aan beide kanten van de oceaan, zoals uiteengereten familiebanden. In de nieuwe republiek Indonesië waren Nederlanders, waaronder ook zij die daar al generaties lang waren geworteld, niet meer welkom. Patria stond niet te trappelen om de ontheemden met open armen te ontvangen en zocht argumenten om de Indische Nederlanders, de Indo’s, duidelijk te maken dat zij veel te oosters waren om in een westers land te kunnen gedijen.

Eenmaal in Nederland kon niemand zijn verhalen kwijt, misschien even in eigen kring maar algauw werd de beschuldigende vinger geheven, zoals de zoon van een marineman te horen kreeg: ‘Wat deden jullie daar ook, stelletje kolonialen?’ De beschreven episodes zijn niet alleen maar weergaves van enorme treurnis en verdriet, hoewel het verleden een enorme wissel op hun aller toekomst heeft getrokken. De overeenkomst en de kracht waaruit zij putten is de humor, hun geheime wapen. Nu de kinderen van toen er eindelijk zonder gêne over mogen praten, teneinde de verhalen voor hun kinderen en kleinkinderen te bewaren, gaat dat gepaard met een lach en een traan.

Van Janny de Heer (1955) verscheen in 2016 de roman De Barones, een fascinerend verhaal van een vrouwenleven dat zich afspeelt tegen het decor van de wederopbouw in het naoorlogse Nederland. Een tijd die zoveel mogelijkheden tot ontwikkeling bood, maar niet aan hen met de stempel ‘dat is er zo eentje van die fout was in de oorlog’. Een rode draad in het werk van Janny de Heer is het koloniaal verleden van Nederland. Zo debuteerde zij in 1999 met drie historische verhalen over Curaçao, in 2015 opnieuw uitgebracht onder de titel Yu di tera / Landskinderen. In 2008 verscheen Hey buddy de andere voet is voor jezelf, een biografie over Huib Wijnants, die als marineman in de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië o.a. de Japanse bezetting (internering, krijgsgevangenschap, dwangarbeid) meemaakte. In Suriname verrichtte zij uitgebreid historisch onderzoek voor het schrijven van Gentleman in slavernij (2013) een roman over een Duitse immigrant in het 19de eeuwse Suriname.

Meer over de presentatie
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het namenregister leest als een korte geschiedenis van de jazz.» – Mia Dreese

CoverHinzeDef2.inddOver ‘Chris Hinze. Een biografie’ van Kees Ruys in Fluit (Nederlands Fluit Genootschap), 2015/4:
Door de uitgebreide beschrijving van zijn jeugd wordt begrijpelijk dat Chris Hinze in zijn latere leven geïnteresseerd was in allerlei muziekuitingen, zowel in het klassieke als het ‘entertainment’ genre. Zijn eerste instrument was de piano; op zijn zeventiende speelde hij al in een dixielandband in de Haagse Jazzclub. (…) Chris Hinze besloot op zijn vierentwintigste zelf muziek te gaan componeren en klassiek fluit te gaan studeren, eerst bij Govert Jurriaanse en daarna aan het conservatorium van Den Haag bij Frans Vester. (…) De biografie (met soms meer dan 40 voetnoten per hoofdstuk) gaat daarna door met beschrijvingen van zijn talloze optredens en opnamen, zijn ontmoetingen en samenwerking met talloze bekende namen uit de jazzwereld (het namenregister leest als een korte geschiedenis van de jazz) en een overzicht van al zijn plaat- en cd-opnamen. De bijgevoegde cd is een prachtig document. En heel interessant vind ik de vele foto’s, die een mooi beeld geven van alle contacten die Hinze over de hele wereld heeft opgebouwd. (…) Een bijzonder uitvoerige, mooie biografie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Chris Hinze. Een biografie’
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Deze uitgave mag men gerust historisch noemen.»

VoorplatRoepdervertenOver ‘Roep der verten, krontjong van roots naar revival’ van Lutgard Mutsaers op De Kritische Katjang, 15 januari 2015:
Gelukkig verscheen onlangs EIN-DE-LIJK een standaardwerk van formaat in boekvorm over krontjong, begeleid door een CD met unieke historische opnamen. Deze uitgave mag men gerust historisch noemen, gezien de geringe publicaties tot dan toe over dit bijzondere muziekgenre. Die-hard fans als we zijn, hadden we uiteraard graag meer gelezen over Leo Spel en Guus Becker in deze ‘Krontjong-bijbel’, maar ze staan erin en gaan daardoor niet de vergetelheid in. Krontjong is onlosmakelijk verbonden met Indië en Indo’s. Krontjong is een mix, net als wij dat zijn; ontstaan in een koloniale tijd, onder invloed van vele culturen en nationaliteiten, net zoals wij dat zijn; wij zijn krontjong! Wie de sfeer van het oude Indië wil proeven en de emotie wil beleven, zou de oude krontjong eens moeten beluisteren uit de jaren twintig/dertig (bijvoorbeeld van Krontjongorkest Eurasia, Miss Riboet en Krontjongband Indische Club Amsterdam) en vijftig/zestig. Wij durven met een gerust hart te stellen dat krontjong de ruggengraat is van de Indische cultuur en daarmee een onmisbaar onderdeel van ons Indisch erfgoed. De muziek raakt de ziel van elke Indo die de muziek beluistert in het licht van onze geschiedenis. (…) Wie zich wil verdiepen in krontjong, kan het beste het boek ‘Roep der verten’ raadplegen. Ik zou zeggen haal dat boek in huis nu het nog kan. Niet omdat de auteur zo aardig is, maar omdat het gaat om de kennisoverdracht van krontjonggeschiedenis.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Roep der verten’

«Blote kakkies in Ballyschoenen.» – Ricci Scheldwacht

Over ‘Schaduw van schijn’ van Barney Agerbeek in Moesson, augustus 2013:
Veel van de korte verhalen van Barney Agerbeek (Soerabaja, 1948) gaan over wat de ik-figuur meemaakte toen hij in de jaren negentig vierenhalf jaar als bankdirecteur in Jakarta werkte. Dankzij zijn goede job kon hij ‘als een tuan besar’ naar zijn geboorteland terugkeren. Daar ontdekt hij dat het expatleven veel overeenkomsten vertoont met het leven van de koloniaal in Nederlands-Indië. Als expat in Indonesië weet hij al snel hoe het hoort: gedraag je zoals je klanten zich gedragen. (…) Toch blijft hij in Indonesië ook een buitenstaander als hij het leven van de happy few observeert.

Lees hier het artikel in Moesson.

Meer over ‘Schaduw van schijn’

«Meedogenloos en humoristisch beschrijft hij Nederland in al zijn groot- en kleinheid.» – Meike Grol

Over Een land met gesloten deuren van Tjalie Robinson op Indsich3.0, 1 november 2012:
Opnieuw kunnen we met de scherpe blik van Tjalie naar Nederland kijken. Maar hoe geestig en scherp ook, de heimwee snijdt je door je ziel. (…) Als je wilt weten hoe veel Indische Nederlanders zich destijds gevoeld moeten hebben, lees dan zeker dit boek. De rake observaties zijn nog steeds actueel en het is heerlijk hoe de tekst doorspekt is met Indische termen op plekken waar je ze niet direct verwacht, zoals wanneer Tjalie ‘Joris en de tokeh’ gebeeldhouwd ziet in een Leidse kerk of spreekt over ‘pasar malams aan zee’ en ‘kleine warongs waar je alleen chocola en ijs kunt kopen.’ En zeker ook als je Nederland eens vanuit een ander, nog altijd verrassend perspectief wilt zien.

Lees hier de recensie of op de site van Indisch3.0

«Aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo.» – Petra Teunissen-Nijsse

Over ‘De dubieuzen’ van Alfred Birney in Arabesken nr. 40, 1 november 2012:
Birneys inleiding over de begrippen ‘Indo’, ‘Indisch’, ‘Hollander’ en ‘koloniale literatuur’ legt duidelijk de pijnpunten bloot. Er is veel verwarring over deze begrippen, door tekortschietend historisch besef of door politiekcorrecte angst voor racisme. Birney stelt uiteindelijk voor om de term ‘Indisch’ als een cultureel begrip op te vatten en de term ‘Indo’ als een etnisch begrip. (…) In zijn omvangrijke essay laat Birney zien dat de Indo-schrijvers het multiculturele leven in Nederlands-Indië anders beschrijven dan Couperus en Multatuli. Hij geeft enkele aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo en zijn ‘dubieuze’ status. Ook trekt hij interessante parallellen tussen ‘liplappen’ en ‘sinjo’s’, en jonge halfbloeden in onze huidige samenleving.

Lees hier de recensie

Meer over De dubieuzen

«Ja, het gaat veel over heimwee, maar ook over de worsteling om in een nieuw land je identiteit te hervinden.» – John Jansen van Galen

Over Een land met gesloten deuren van Tjalie Robinson in Het Parool, 3 oktober 2012:
Het genre dat Tjalie Robinson als zodanig beoefende, is uniek. Ik ken het in Nederland alleen van schrijvers als Justus van Maurik en M.J. Brusse, een eeuw geleden chroniqueurs van het grootstedelijk leven, en in Nederlands Indië van Tjalies tijdgenoot Willem Walraven. Schijnbaar achteloos en willekeurig dwalen zulke scribenten door achterbuurten, over boulevards, door parken en langs voetbalvelden en ze vinden overal wel ‘stof’ voor een ‘stukkie’ dat, vaak van de
hak op de tak springend, maar getuigend van een scherpe opmerkingsgave, een haarfijn beeld oproept van een stad en een tijdsgewricht. (…) De titels van de stukken vormen bij elkaar zo ongeveer Tjalies program als immigrant: De deugden van het oude Indië, Een Nederlander verbannen in Nederland, Land van zorg, luxe en progressiviteit. Ook: Een land met gesloten deuren en Heimwee is beter dan Holland. De ambivalentie druipt ervan af. Zou hij terug gewild hebben naar Indië? Hij kon niet terug en Indië was er niet meer.

Lees hier de hele recensie

Meer over Tjalie Robinson

Ida Does/Wim Willems ‘Ik ben een Indo ja, en zo wil ik leven…’ Tjalie Robinson (1911-1974) DVD

IDA DOES/WIM WILLEMS
‘Ik ben een Indo ja, en zo wil ik leven…’ Tjalie Robinson (1911-1974).
DVD
DVD € 12,50
Nederland/Indië
2012
ISBN 978-90-6265-609-7

Dit audiovisuele portret (20 minuten) van het Indische icoon Tjalie Robinson (pseudoniem van Jan Boon) is samengesteld uit historisch archiefmateriaal – beeld en geluid. Ook is gebruikgemaakt van de fotocollectie die ten grondslag heeft gelegen aan het boek Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver door Wim Willems. Voorts zijn filmbeelden uit de privé-collectie van kleindochter Siem Boon en G.J. van Lonkhuyzen in het portret geïntegreerd. Deze amateurbeelden zijn vooral zo uniek vanwege de zeldzame bewegende beelden van de man die ooit ‘de stem van Indisch Nederland’ is genoemd. Ook zijn fragmenten te zien uit interviews met zijn weduwe, de journaliste Lilian Ducelle. De literaire en historische analyses van het werk van Robinson, die tevens schreef onder het pseudoniem Vincent Mahieu, komen voor rekening van de Nederlandse letterkundige en schrijver Rob Nieuwenhuys en neerlandicus Peter van Zonneveld. De belevingswereld van de schrijver wordt in dit portret eveneens ontvouwd aan de hand van fragmenten uit voordrachten van de auteur zelf – en passages voorgelezen door de Haagse toneelspeler Coen Pronk. De televisiebeelden van de crematie van Tjalie Robinson en de foto’s van het verstrooien van zijn as in de baai van Jakarta (Indonesië) sluiten de beeldvertelling af.

Wim Willems publiceerde recentelijk over Tjalie Robinson in Extaze 2011-0

Meer over Tjalie Robinson