«Armoede, oorlog en heimwee: het leven van Ernst Jansz’ ouders ging niet over rozen, maar de liefde overwon alles.» – Dieter van den Bergh

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Brabants Dagblad, 15 november 2024:

(…) Al in 1981 was de zanger en muzikant uit Neerkant – 76 inmiddels – bezig met de afkomst van zijn vader en zijn Indische wortels. Een geschiedenis die ook zijn weerslag kreeg in een door Peter van Dongen fraai geïllustreerde autobiografische boekenreeks met cd; in 1985 beginnend met De Overkant en bijna veertig jaar later (vooralsnog) eindigend in Een liefdeslied, waarin Jansz inzoomt op de (liefdes)geschiedenis van zijn ouders. Een ‘documentaire roman’ op basis van onder meer foto’s en brieven. Vader Rudi neemt in 1933, achttien jaar oud en geheel alleen, de boot naar Amsterdam om in het verre Nederland te gaan studeren. Rond kerst 1937 valt in een danstent op het Rembrandtplein zijn oog op een mooi Amsterdams meisje, Jopie Becht, die opgroeit in een straatarm gezin. Als kind krijgt Rudi er van zijn moeder flink van langs met de karwats, een zweep met leren riemen. Toch droomt ook hij – net als Ernst in Rumah saya – een leven lang over Indië, en verlangt hij naar een terugkeer. Na een paar jaar in Nederland lijkt het erop dat hij spoedig zijn geliefde moederland zal terugzien, met Jopie in zijn kielzog. Maar dan breekt hier de oorlog uit en moet Rudi na zijn dienstplicht het leger in. Later belandt hij in het verzet. Eerst in de illegale pers, daarna helpt hij Joden onderduiken. Ernst’ vader maakt zich hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Voor hem betekent vrijheid voor Nederland ook vrijheid voor Indonesië. Ook Jopie doet illegaal werk. Beiden worden opgepakt, moeder komt snel vrij, vader belandt in een dodencel. Hij wordt overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Rudi overleeft, maar maakt verschrikkelijke dingen mee. Vanuit Amsterdam fietst zijn radeloze geliefde er een keer heen. (…) Met zestien nieuwe liedjes componeerde Ernst Jansz een soundtrack bij het boek. Liedjes waarin de echo’s doorklinken van artiesten als The Beatles, Bram Vermeulen, Bob Dylan en natuurlijk Doe Maar, en die net zo goed over deze tijd gaan, zo licht Jansz toe. ‘Liedjes over de liefde om mensen te verbinden in wederom een turbulente tijd vol toenemende polarisatie.’

Lees hier het artikel  of hier
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stilte in muziek is wat een witregel is in de literatuur.» – Ernst Jansz

Peter Bruyn praat met Ernst Jansz over ‘Een liefdeslied’ in Haarlems Dagblad, 17 oktober 2024:

Een liefdeslied  is de geschiedenis van een jongen uit Indië die in de jaren dertig naar Nederland komt om te studeren. Van een arme Amsterdamse die bij Heck’s op het Rembrandtplein de liefde van haar leven ontmoet. Van ondergronds verzet in de oorlog en revolutionair Indonesisch engagement. Van uit elkaar gaan en weer samenkomen. Van twee zware, maar bezielde mensenlevens. Een boek als een collage van historisch onderzoek dat langzaam maar zeker overgaat in een uitgebreide monoloog van moeder Jopie, terwijl vader Rudi vooral in zijn brieven sprekend wordt opgevoerd. Hij overlijdt in 1965. (…)  “Destijds, voor mijn boek De Overkant, heb ik mijn moeder uitgebreid geïnterviewd over haar jeugd en de kennismaking met mijn vader. Daar heb ik toen maar stukjes van gebruikt. Ik kreeg van haar op een gegeven moment ook een doos met tweehonderd brieven die zij elkaar geschreven hebben, vooral tijdens de mobilisatie en in oorlogstijd. Als je die terugleest zit je echt helemaal in dat moment.” Die brieven, waarvan er tientallen geheel of gedeeltelijk zijn opgenomen in het boek, vallen op door hun schitterende, bijna literaire taalgebruik. Zo schrijft de onder de wapenen geroepen Rudi op de dag na de Duitse inval in 1940 aan Jopie:  ‘Ik wil hen niet haten, maar ik wil al m’n krachten aanwenden om hun aanvalswoede te vernietigen.’ (…) Een liefdeslied op het podium is vooral sober en bezonken. Geen decor of rekwisieten. Alleen de zanger met zijn begeleiders Guus Paat op gitaar en Richard Wallenberg op bas. De zestien liedjes op het album zijn ook de zestien liedjes van het programma, in een volgorde die grotendeels de chronologie van het boek volgt, aan elkaar gepraat door Jansz met fragmenten uit datzelfde boek.

Lees hier het hele interview
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ernst Jansz – Een liefdeslied. Biografische roman

Ernst Jansz
Een liefdeslied
documentaire roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
256 blz. + 32 fotopagina’s,
incl. cd  47:27 min
€  28,50
ISBN  978-94-93368-19-4
verschijnt 1 november 2024

Met als decor de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd vertelt Ernst Jansz in Een liefdeslied aan de hand van 16 nieuwe liedjes in een filmisch verhaal de even onthutsende als ontroerende liefdesgeschiedenis van zijn ouders en de gevolgen voor hem en, onvermoed, voor zijn zus Ati.

Ernst Jansz neemt de lezer mee naar het vooroorlogse jaar 1939. Zijn Indische vader Rudi wordt opgeroepen voor de militaire dienst. Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, haalt zijn batterij 35 vijandige Duitse toestellen uit de lucht. Op 14 mei wordt hij krijgsgevangen gemaakt. Tien dagen later komt hij vrij. Hij richt o.a. twee ‘Indische’ knokploegen op en hij gaat het ondergronds verzet in. Later dat jaar, in december 1940, trouwt hij met Jopie die hij met kerstmis 1937 leerde kennen op een dansavond in Heck’s aan het Amsterdamse Rembrandtplein.

Jansz zoomt in op de depressie van Rudi die hij overhield aan de oorlog en zijn heldenrol in het verzet. In de feestroes van de bevrijding wordt Jopie zwanger van een Indonesische prins. Rudi heeft dan een joodse vriendin, Riekje, die hij in het ondergrondse verzet leerde kennen. Haar man stierf nog in de oorlog en Riekje, moeder van twee zoontjes, en Rudi beloofden toen voor elkaars nakomelingen te zullen zorgen mocht een van hen overlijden. Rudi en Jopie scheiden maar hertrouwen weer als haar Indonesische geliefde als KNIL-soldaat wordt opgeroepen om in Nederlands-Indië te vechten voor Nederland.

In 1946 wordt Ati geboren. Riekje kan dit niet aan en pleegt zelfmoord. Een zus van Riekje neemt de zorg voor de twee jongens op zich en komt te wonen in de voorkamers van de Molenbeekstraat, in hetzelfde huis waar Rudi en Jopie en ‘hun’ dochter Ati de achterkamers bewonen met vanaf 1948 hun zoontje Ernst.

Rudi daarentegen maakt zich juist hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Al vóór de oorlog, en ook erna, bepleit hij met publicaties een verbroedering tussen Indo’s en Indonesiërs. Hij richt het Comité Vrij Indonesië op. Voor hem betekent vechten voor de vrijheid van Nederland ook kiezen voor vrijheid voor Indonesië. Deze voor hem logische stap wordt hem door Nederland niet in dank afgenomen. Brieven aan zijn Indische familie overzee worden onderschept of gecensureerd. Het Ministerie van Justitie zet hem op de zwarte lijst. Later zal zijn aanvraag voor een uitkering als oorlogsslachtoffer niet worden gehonoreerd.

Rudi Jansz overlijdt in augustus 1965 in de Amsterdamse Molenbeekstraat. Pas dan wordt het Ati duidelijk dat zij een andere biologische vader heeft dan Ernst. Ati kent haar eigen geschiedenis niet, haar identiteit is haar al die tijd ontnomen geweest. Als Ernst in 1993 voor optredens in Indonesië is, gaat hij op zoek naar Ati’s vader.

Ernst Jansz belicht in Een liefdeslied opnieuw de opmerkelijke liefdesgeschiedenis van zijn ouders Rudi en Jopie en focust op dié wendingen in hun leven die niet eerder of slechts zijdelings ter sprake kwamen in zijn eerdere boeken. Het boek is voorzien van de gelijknamige studio-cd.

Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Om niet te hebben gezwegen is waarom ik schrijven wil.*» – Ernst Jansz

VERWACHT
Ernst Jansz
Een Liefdeslied
documentaire roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
264 blz. + fotokatern, incl. cd
€  28,50
ISBN  978-94-93368-19-4
verschijnt 1 november 2024

*]  uit: ‘Er is een lied geschreven

Rudi Jansz wordt geboren op 23 oktober 1914 in Semarang, in het voormalig Nederlands Indië. Hij verhuist op vierjarige leeftijd naar Batavia (Jakarta), waar hij lessen volgt aan de KW III, de Koning Willem III HBS. Op 18 mei 1933 slaagt hij voor zijn eindexamen. Dat jaar vertrekt hij naar Nederland om er wiskunde en Nederlands te gaan studeren. Kerstmis 1937 ontmoet hij in Amsterdam Johanna (Jopie) B echt met wie hij op 18 december 1940 zal trouwen. In augustus 1939 wordt hij, in het kader van de mobilisatie, opgeroepen voor de militaire dienst. Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, haalt de batterij, waar hij als hoogtemeter deel van uitmaakt, 35 vijandige Duitse toestellen uit de lucht. Op 14 mei wordt hij krijgsgevangen gemaakt. Rond 23 mei komt hij vrij en gaat het ondergronds verzet in.

Aanvankelijk is hij werkzaam in de illegale pers, maar in 1943, als de SD zijn groep grotendeels heeft opgerold, helpt hij mensen, later vooral Joodse kinderen, onderduiken. In 1944 treedt hij weer toe tot de illegale pers (De Nieuwsbode) en organiseert hij in de provincies Zuid-Holland en Utrecht de distributie van het illegale nieuws uit Londen. Medio 1944 richt hij met zijn Indische vriend Tutti Webb (later gefusilleerd) een eigen verzetsgroep op, bestaande uit een spionagegroep en een knokploeg (KP), bedoeld om distributiekantoren te overvallen en zo, gewapenderhand, distributiebonnen te bemachtigen voor de onderduikers. Op 6 augustus 1944 wordt hij op de Ringdijk in Amsterdam gearresteerd bij een poging medeverzetsstrijder Cees Ehrends, redacteur van De Nieuwbode, te waarschuwen voor verraad, niet wetende dat deze een dag eerder reeds is gearresteerd. Bij het gevecht dat volgt wordt hij bewusteloos geslagen en belandt in de dodencel in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Op vloeipapier, genaaid in de vuile was, smokkelt hij boodschappen naar zijn vrouw: ‘Ik word niet meer verhoord, liefste, sinds 21 augustus niet meer.’

Waarschijnlijk is zijn dossier tijdens Dolle Dinsdag, 5 september 1944, zoekgeraakt, want op 29 januari 1945 wordt hij op transport gesteld naar het concentratiekamp Amersfoort, waar hij tot het einde van de oorlog verblijft. Na de bevrijding wordt hij, omdat hij zich dan hard maakt voor de onafhankelijkheid van Indonesië, door het Ministerie van Justitie op de zwarte lijst gezet. Zijn aanvraag bij Stichting 1940/45 om een uitkering als oorlogsslachtoffer wordt niet gehonoreerd. Rudi Jansz overlijdt op 22 augustus 1965 in Amsterdam. Er zijn twee kinderen: Ati (1946) en Ernst Jansz (1948).

Aan de hand van 15 nieuwe liedjes vertelt Ernst Jansz in een filmisch verhaal de even onthutsende als ontroerende liefdesgeschiedenis van zijn ouders en de gevolgen voor hem en, onvermoed, voor Ati.

Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Debuutroman een must read voor deze zomer.»

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte in Moesson, juli –augustus 2024:

(…) ‘Never judge a book by its cover, of titel in dit geval. Weer een boek over het Indisch zwijgen, er zijn er al zoveel. Als je wel eens op Indische Facebookgroepen hebt gekeken merk je dat de Indo’s helemaal niet zo zwijgzaam zijn, maar dat is een andere discussie. De titel van het boek slaat niet op de inhoud, gelukkig, maar op Johnny Laporte (71) schrijver van’ Zwijgen zweeg gezwegen’, zijn debuutroman en een must read voor deze zomer.’ (…) Lees het hele interview met Johnny in het dubbeldikke zomernummer ‘Indisch in Nederland’ ( zomereditie)!

Zie Moessonen hier
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Gedichten die doorwrocht zijn van geschiedenis.» – Jan Beckers

Over ‘Djam Karet/Elastiektijd’ van Richard Akihary op Facebook, 9 juli 2024:

De RMS strijd kent vele facetten. De jongeren met vlaggen en het Mena Muria door straten als naklank van hun grootouders die jarenlang in keurig geperst uniform in georganiseerde parade om recht en gerechtigheid vroegen. Anderen offerden in het licht van de schijnwerpers van de wereld hun vrijheid en hun leven. Richard Akihary ( 1955) koos een andere weg, op zijn 68ste debuteerde hij in 2023 met de gedichtenbundel ‘Djam Karet –Elastiektijd’. (…) Directe aanleiding om na een leven als docent poëzie te gaan schrijven was de vraag van één van zijn dochters om het Molukse verhaal op te schrijven. Zij vroeg specifiek naar een overzicht van feiten, dus geen verhalen uit de overlevering. Op school had zij geleerd dat Molukkers gevlucht waren uit Indonesië in de Tweede Wereldoorlog. (…) De vele historische documenten die hij in het Nationaal Archief vindt zet hij uiteindelijk om in gedichten die doorwrocht zijn van geschiedenis. (…)

Jan Beckers is freelance journalist en medeschrijver van het boek ‘De Afloop – het drama bij De Punt’ (Uitgeverij Verloren).

Lees hier het bericht
Meer over ‘Djam Karet/Elastiektijd’
Meer over Richard Akihary bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Realistische familiegeschiedenis over generaties Indisch-zijn wordt spannend misdaadverhaal.»

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte voor Biblion, 4 juli 2024:

Een roman over Indische Nederlanders in drie episodes. Het boek begint als een realistische familiegeschiedenis over generaties Indisch-zijn en de ‘repatriëring’. Het verhaal vertelt over Indische Nederlanders die met trauma het voormalige Nederlands-Indië ontvlucht zijn en aan de poort staan van een nieuw ongewis leven. Liefdesgeschiedenissen, verboden liefde, jaloezie, vreemdgaan, een buitenechtelijk kind, weemoed, verdriet en vriendschap passeren de revue. Gaandeweg ontwikkelt de roman zich tot een misdaadverhaal met thrillerelementen. De diverse verhaallijnen lopen door elkaar en de spanning neemt toe bij de passages waar goena-goena en de stille kracht hun rol in het verhaal opeisen. Met spanning en enigszins gedragen geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Jonny Laporte (Medan, 1952) is gitarist. Hij werd in 1952 in Indonesië geboren als John Rijken. Zijn familie emigreerde in 1958 naar Nederland en vestigde zich in Haarlem-Noord. ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ is zijn debuutroman.

Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Boeiende roman die sterk is opgebouwd en ook een inkijk geeft op stuk Nederlands koloniaal verleden.» – André Oyen

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte op Ansiel, 20 juni 2024:

In de muziekwereld staat Johnny Laporte bekend als een indorocker van het eerste uur, de gitarist van de Oscar Benton Blues Band en Barrelhouse. Tevens is deze musicus ook een gedreven schrijver. Johnny Laporte werd in 1952 In Medan in Indonesië geboren als John Rijken. Zijn familie emigreerde in 1958 naar Nederland en vestigde zich in Haarlem-Noord. De broers Guus en Johnny kwamen al jong als gitaristen in de muziek terecht. Gelijktijdig met zijn debuutroman ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ verschijnt van Johnny Laporte zijn soloalbum ‘That’s Me’. ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ is een verhaal in drie episodes, dat begint als een familiegeschiedenis, over generaties Indisch-zijn, de ‘repatriëring’ en gaat over Indische Nederlanders die met een trauma het voormalige Nederlands-Indië ontvlucht zijn en ontheemd een nieuw onzeker leven moeten opstarten. De jonge hoofdpersoon Joachim Broekhuis heeft samen met zijn Nederlandse moeder Anna halsoverkop hun rubberplantage in Sumatra moeten verlaten. Direct na de Tweede Wereldoorlog is in (dan nog) Nederlands-Indië een bloedige opstand uitgebroken: de bersiap. Vader Theodoor is daar al bij omgekomen, net als Swasti, het vriendinnetje van Joachim. Moeder, zoon en het kindermeisje Fietje komen uiteindelijk terecht in het koude Wassenaar. Daar zetten ze in een vervallen villa – voorheen gebruikt door de Duitse bezetter – een pension op voor gerepatrieerden: Lieflijk Indië. Het verhaal staat bol van liefdesgeschiedenissen, verboden liefde, jaloezie, vreemdgaan, een buitenechtelijk kind, weemoed, verdriet en vriendschap enz.. Maar er zitten ook veel thrillerelementen in deze boeiende roman en ook passages waar goena-goena en de stille kracht voor een exotisch accent in het verhaal ontbreken niet. ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ is misdaadroman én heldenverhaal in één en uiteraard putte de auteur voor zijn debuutroman rijkelijk uit zijn eigen familiegeschiedenis. Het verhaal is sterk opgebouwd en geeft ook een inkijk op stuk Nederlands koloniaal verleden.

Bron 17 april 2024
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer
Luister hier naar interview met Pim Geurts

«Ik ben blij dat mijn ouders voor Nederland hebben gekozen.» – Johnny Laporte

Drie vragen aan ‘alleskunner’ Johnny Laporte’  in Indah, mei-juni 2024:

“Meer dan vijftig jaar heb ik muziek gemaakt met de top van de Nederlandse blues, met Oscar Benton en Barrelhouse. (…) Veertig jaar lang was ik in dienst bij dezelfde werkgever en toen  ik daar moest stoppen kreeg ik een afkoopsom waarmee ik een thuisstudio kon inrichten. (…) Aan het begin van de coronaperiode zat ik iedere dag zomaar wat te tikken wat in me opkwam. Na twee maanden zag ik tot mijn verbazing dat ik ruim 120 duizend woorden had getikt. (…) Her verhaal bestaat uit drie episodes van het leven en speelt zich voornamelijk af op plekken waar ik geweest ben, namelijk Sumatra, Wassenaar, Rome, Californië en Bali. De uitgever noemt het een Indische roman. Je zou ook kunnen zeggen een Indische thriller want er komt veel spanning in voor en de goena goena passages zijn eng, haha. (…)”

Lees hier de recensie
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Laporte spreekt en zwijgt allerminst in zinderend verhaal waarin humor nooit ver weg is.» – Jan Stoel

Over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’ van Johnny Laporte op Bazarow, 20 april 2024:

‘Zwijgen zweeg gezwegen’ is de titel van de debuutroman van Johnny Laporte (1952). Hij draagt zijn roman op aan de eerste generatie Indische Nederlanders. Laportes eigenlijke naam is John Rijken en hij is vooral bekend als gitarist bij onder meer de Oscar Benton Blues Band en Barrelhouse. Hij werd in Indonesië geboren en kwam met zijn familie in 1958 naar Nederland. De liefde voor Nederlands-Indië zit diep en heeft een mooie plek in de roman. De sfeer van het landschap, de geuren van het eten, de verwijzingen naar de taal. Laporte beschrijft het met liefde. De roman opent sterk. “Daar stonden ze dan met zijn drieën voor het grote ijzeren hek, waarachter een gigantische villa stond, statig en compleet met pilaren.[…] Ze wilden het terrein betreden, maar het grote kettingslot hield hen tegen.” We schrijven Wassenaar, december 1945. (…)  Aanvankelijk denk je het om de familiegeschiedenis van de familie Broekhuis gaat. Maar dan kantelt het verhaal, wordt het verhaal spannend en gaat zelfs de maffia met zijn omerta (zwijgen!) een rol spelen. Er ontwikkelt zich een bloedstollend verhaal waarin het gaat om overspel, liefde, verlies en verdriet, onwrikbare vriendschap, jaloezie, ontkenning, een buitenechtelijk kind, witte en zwarte goena goena, de stille kracht, moord, de zwakke punten van iedereen, priesters met hun zwakheden, macht,  afpersing, kisten met geld. De verhaallijnen buitelen over elkaar heen. Ieder personage blijkt zijn eigen verzwegen verhaal te hebben. (…) Laporte zet een wervelend verhaal neer in een meer dan dynamische stijl, waarin humor nooit ver weg is. (…) Laat je meevoeren in een gelaagd, zinderend verhaal met een diepere laag. Laporte spreekt en zwijgt allerminst.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer