‘Geen gewoon Indisch meisje’ van Marion Bloem op De koloniale leeslijst

geengewoonindischmeisjeMaaike Meijer over ‘Geen gewoon Indisch meisje’ van Marion Bloem in De koloniale leeslijst, (Dichters & Denkers) De Groene Amsterdammer, nr. 35, 26 augustus 2020:
De koloniale leeslijst: Nu standbeelden sneuvelen en ons koloniale verleden opnieuw tegen het licht wordt gehouden, is het interessant om te kijken hoe dat koloniale bestaan eruitzag in de Nederlandse literatuur. Deze zomer herleest De Groene Amsterdammer schrijvers als Edgar Cairo, Frank Martinus Arion, Boeli van Leeuwen, Multatuli. In het oeuvre van Marion Bloem speelt ‘het Indische’ een grote rol. ‘Geen gewoon Indisch meisje’, haar debuut over de gespleten Sonja/Zon, was een eclatant succes. Marion Bloem maakte met ‘Geen gewoon Indisch meisje’ uit 1983 deel uit van een opkomend golfje van auteurs uit de tweede generatie van Indische Nederlanders. Hun ouders werden bedreigd als Indo’s, of hadden als KNIL-militairen gediend, dwangarbeid verricht onder Japanse bezetting dan wel in Japanse interneringskampen gezeten. (…) In Marion Bloems ‘Geen gewoon Indisch meisje’ bestaat de ik-persoon uit twee entiteiten: Sonja en Zon. Sonja past zich verbeten aan, Zon houdt vast aan een rebels anders-zijn. (…) Marion Bloem bouwde een indrukwekkend literair en autobiografisch oeuvre op, waarin ‘het Indische’ vaak terugkeert. Het recente sluitstuk daarvan is het vuistdikke ‘Indo: Een persoonlijke geschiedenis over identiteit’ (2020). (…) Bij Marion Bloem keerden de thema’s ook vaak terug, en soms leverde dat nieuwe, unieke werken op. ‘Indo’ roept echter vooral heimwee op naar ‘Geen gewoon Indisch meisje’. Dat is en blijft een parel, nog altijd boeiend en relevant.
Met ‘Geen gewoon Indisch meisje’ debuteerde Marion Bloem in 1983 voor een volwassen lezerspubliek bij Uitgeverij In de Knipscheer.
Lees hier het artikel van Maaike Meijer
Lees ook over ‘Schilden van leem’ van Boeli van Leeuwen in De koloniale leeslijst

«Jappenkampsyndroom, bersiapfantoom.» – Ernst Jansz


Ernst Jansz met ‘De stilte doorbroken’ t.g.v. 75 jaar einde Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië, 15 augustus 2020:
Op 15 augustus 1945, vandaag precies 75 jaar geleden, capituleerde Japan en kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. Na 300 jaar Nederlandse overheersing, achtte Indonesië de tijd rijp voor zelfbeschikking. Maar Nederland, zelf net bevrijd van het juk van de Duitse bezetter, gunde Indonesië diezelfde vrijheid niet. De Indonesische volkswoede richtte zich op dat moment, behalve tegen de Hollandse bezetters, ook tegen hun nakomelingen, verwekt bij Indonesische vrouwen, Indo-Europeanen genoemd, kortweg: Indo’s. In de oorlog waren Indo’s, samen met de in Indië verblijvende Nederlanders, vervolgd en geïnterneerd in concentratiekampen, de Jappenkampen. Zij, die die gruwelen ervan hadden overleefd, kwamen nu opnieuw terecht in een periode van oorlog en terreur: de bersiap. Vele duizenden Indo’s werden alsnog vermoord, vaak op gruwelijke wijze. 300.000 ontvluchtten daarop hun geboorteland. Zij kwamen berooid aan in Nederland, dat zijn eigen oorlogswonden likte en geen behoefte had aan zoveel bruine vluchtelingen met hun dubbele oorlogstrauma’s. Dus de vluchtelingen zwegen. Hun trauma’s zijn nooit verwerkt. Zij worden de zwijgende generatie genoemd. Hun kinderen leden eronder. Tekst en muziek: Ernst Jansz (geschreven op verzoek van Werkgroep Indië Herdenking Helmond). Camera en montage: Hugo Rikken.
Klik hier voor videoclip
Meer bewegend beeld van Ernst Jansz op deze site

«Leest u vooral zelf die verhalen.» – Fred de Haas

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddOver ‘Buitenbeentjes’ van Janny de Heer op Caraïbisch Uitzicht, 13 september 2018:
(…) In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren die ‘vluchtelingen’ uit het toenmalige Indië in zekere zin ontheemde vreemdelingen. Maar wel vreemdelingen die vanwege een goeddeels gedeelde cultuur en taal harmonisch konden samenleven met de Nederlandse bevolking die, vanzelfsprekend, niets van hun achtergrond afwist. Voor mij hadden die verhalen ook iets speciaals, iets heel persoonlijks. Toen ik een jaar of twaalf was gingen we vaak op vakantie in Den Haag, waar veel Indische mensen waren neergestreken. Ik speelde met vriendjes en vriendinnetjes die uit de meest exotisch klinkende plaatsen kwamen: Tegal, Semarang, Soerabaja… Ik wist toen niet onder wat voor omstandigheden ze daar hadden geleefd en vond ze alleen maar curieus, aardig en gastvrij. Daarbij zeiden ze af en toe een paar woorden in het Maleis, een taal waarmee ik me een paar jaar heb beziggehouden. Door de onopgesmukte getuigenissen van de mensen uit ‘Buitenbeentjes’ zijn die oude vrienden en vriendinnetjes weer opnieuw gaan leven. Aan mij heeft het boek dus een dankbare ‘doelgroep’ gehad, maar ik ben ervan overtuigd dat er ‘in den lande’ velen zullen zijn die zich door die verhalen zullen voelen aangesproken. Waarschijnlijk zullen de beschreven getuigenissen er ook toe bijdragen dat de lezer wat meer bewust wordt van de ellende die de ‘moderne’ vluchtelingen moeten doormaken en ook wat meer begrip krijgt voor de omstandigheden van andere ‘exoten’ als Surinamers en Antillianen die het soms ook niet gemakkelijk hadden en hebben. Maar leest u vooral zelf die verhalen uit die oude ‘Gordel van Smaragd’, een gordel die op het laatst zo’n gevaarlijke, beklemmende riem zou worden.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Buitenbeentjes’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas op deze site

«Getuigenissen van verwoeste levens, schrijnend in hun eenvoud.» – Fred de Haas

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddOver ‘Buitenbeentjes’ van Janny de Heer n.a.v. presentatie tijdens The Twain Shall Meet, 20 september 2017:
(…) In haar boek laat de auteur een tiental verhalen de revue passeren van individuen en families die op een of andere wijze aan het eind van de Tweede Wereldoorlog vastzaten in ‘Indië’. Die mensen waren blanke Nederlanders of Nederlanders van gemengd bloed, de zogenaamde ‘Indo’s, een oneerbiedig woord, maar niet als zodanig gevoeld in die tijd. Ze hadden tijdens de oorlog vaak onder erbarmelijke omstandigheden vastgezeten in de ‘Jappenkampen’ en, als ze geluk hadden, hun gevangenschap in geestelijk en lichamelijk gehavende toestand overleefd. Na hun verblijf in Japanse gevangenschap riskeerden zij de dodelijke wraak van Indonesische nationalisten die het met geslepen bamboesperen voorzien hadden op de koloniale overheersers uit Nederland en hun ‘meelopers’ die nu beschermd moesten worden door de Japanners, de voormalige vijand die zich aan de geallieerden had moeten overgeven. Wie geluk had kon met veel moeite het voor hen eens zo idyllische Indië verlaten door op een boot naar Nederland te stappen om daar vervolgens ontredderd aan te komen, al of niet overgeleverd aan de genade van familie en vrienden. Hun verhalen, getuigenissen van verwoeste levens, zijn schrijnend in hun eenvoud. Die eenvoud en directheid worden ook weerspiegeld door de schrijftrant van de auteur die niet heeft geprobeerd om het ‘mooier’ te maken door er een pseudo-literair tintje aan te geven. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Buitenbeentjes’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas op deze site
Meer over The Twain Shall Meet op 3 september 2017 in Podium Mozaïek

Boeken van In de Knipscheer op Tong Tong Fair

AdvertentieIndischAndersweb-75Zoals altijd veel (nieuwe) boeken van Uitgeverij In de Knipscheer op de Tong Tong Fair (v/h Pasar Malam Besar) op het Malieveld in Den Haag van 28 mei t/m 5 juni 2016 op de stands van Boekhandel Van Stockum en/of op de stand van Tong-Tong-Theater.
O.a. ‘Koude Sambal’ van Peter Andriesse (‘een zeer mooie verhalenbundel, die schittert in zijn eenvoud!’) en ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek (‘Indo’s in Holland: opnieuw is een standbeeld voor u opgericht.’) en ‘Chris Hinze – Een autobiografie’ van Kees Ruys (‘de nu bijna 78-jarige Indische dirigentenzoon, die kind was op Java en daarna in Europa een onwaarschijnlijke carrière maakte.’) en een handvol titels van de onvolprezen tweede generatie Indoschrijver Alfred Birney. Laatstgenoemde en Barney Agerbeek, alsook letterkundige Michiel van Kempen, zijn geprogrammeerd in het Tong-Tong-Theater.
Meer over Peter Andriesse
Meer over Barney Agerbeek
Meer over Kees Ruys / Chris Hinze
Meer over Alfred Birney

«Indo’s in Holland opnieuw is een standbeeld voor u opgericht.» – Pom Wolff

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek op Pomgedichten.nl, 5 maart 2016:
Van die zeldzame dagen dat je een boek in je hand neemt, een gedichtenbundel, openslaat en in één adem uitleest. Vandaag was zo een dag: ‘rood en wit met blauw’ gedichten van Barney Agerbeek. (…) Monumentaal en doorleefd. (…) De bundel is werkelijk prachtig uitgegeven met foto’s van kunstwerken in kleurendruk – prachtige vormgeving – indo’s in holland opnieuw is een standbeeld voor u opgericht. ik zwijg over de andere gedichten – het is niet aan mij om zoveel moois te recenseren.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een voorbeeld bij uitstek van wat culturele vermenging én verrijking vermag.» – Albert Hagenaars

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek op De Schaal van Digther, 16 november 2015:
Voormalig internationaal bankier Barney Agerbeek publiceerde eerder, in bescheidener verband, poëzie maar deze opmerkelijke bundel mag als een officieel debuut gelden. (…) De bundel kent heel korte en heel lange gedichten. De openingstekst, met de aan een schilderij van de bekende Javaanse schilder Affandi ontleende titel ‘Blauwe zon’ strekt zich bijvoorbeeld over maar liefst 15 pagina’s uit. Hij sluit nauw aan bij het onderwerp van Agerbeeks ook onlangs verschenen roman ‘Njai Inem’, waarin hij aan de inlandse vrouw in haar hoedanigheid van huishoudster en seksslaaf een hoofdrol toebedeelt. Aangezien zij vaak ook moeder werd van de kinderen van haar ‘menir’, kan de njai ook gezien worden als stammoeder van de Indo’s ofwel Indo-Europeanen, dixit Nieuwenhuis. Ik herhaal graag diens uitspraak omdat de meeste Noord- en Zuid-Nederlanders die verschillen nog altijd niet doorhebben. Het is daarom niet meer dan logisch dat de dichter, zelf Indisch, deze bladzijden aan een njai opdroeg, njai Katinem. (…) De aantrekkingskracht van deze poëzie is te danken aan enerzijds een ingeklonken werkelijkheidsbeschrijving en anderzijds wat niet uitgesproken wordt, aan te vullen door de lezer. Je mag jaloers zijn op Agerbeeks meervoudige register, dat hij zowel inhoudelijk als stilistisch bespeelt. Hij is een vertegenwoordiger van de groep die het WRR-rapport ‘Identificatie met Nederland’ (2007) als dragers van een functionele identiteit omschreef. Gezien in het licht van de huidige internationale mensenstromen zal dit gegeven de komende jaren alleen nog maar aan belang winnen en ook in de literatuur z’n beslag krijgen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer