Albert Hagenaars – Tropendrift

ALBERT HAGENAARS
Tropendrift

Nederland / Poëzie
In het Engels vertaald door John Irons
Pap., 128 blz., 15,00
ISBN 90-6265-538-6
Eerste druk 2003

Kijk hier naar de poëzievideo van het gedicht ‘Singapore: Bugis Street’

Evenals zijn romans en vorige poëziebundels staat Tropendrift in het teken van reizen, interculturele relaties en bovenal de liefde, en wel de liefde in al haar aspecten. De bundel is het verslag van een poëtische reis door enkele landen in Zuidoost-Azië telt zeven cycli die alle gebonden zijn aan een locatie: Thailand, Maleisië & Singapore, Sumatra, Java, Bali, Singapore & Maleisië, Thailand.

Het centrale thema is het besef dat oorlog niet ophoudt bij het sluiten van vrede, dat voor verwerking van leed inzicht nodig is. Verwezen wordt naar de Tweede Wereldoorlog (o.a. de internering van Hollandse en Indische Nederlanders in Japanse kampen en de inzet van Nederlandse krijgsgevangenen aan de beruchte Birma Spoorlijn), de Politionele Acties, de coup van Soeharto in 1965 en de Vietnam-oorlog.

De compositie van respectievelijk 3-6-9-12-9-6-3 gedichten berust op de structuur van de Borobudur. Deze bekende Boeddhistische tempel, een boek met in steen uitgehouwen reliëfs ter lering en vermaak, staat in het midden van Java, dat op zich weer het geografisch centrale en belangrijkste eiland van de Indonesische archipel vormt. Indonesië wordt in de compositie van de bundel als het ware omarmd door de plaatsen die onderweg aangedaan worden door de hoofdpersonen, een ik met meereizende familie.

Van Albert Hagenaars (Bergen op Zoom, 1955) verscheen werk in Duitse, Engelse en Franse vertalingen. De Engelse vertaling Tropical Drift is van John Irons, die onder andere ook Bernlef, Claus en Komrij vertaalde.
zie ook het blogspot over Tropendrift

De pers over Tropendrift
‘Stilistisch vertoont Albert Hagenaars een opvallende voorkeur voor het kwatrijn. Zijn beeldspraak getuigt van een sterk poëische trefkracht.’ – Poëziekrant.

‘Waar Hagenaars ook over schrijft, of het nu gaat over het leven in grote Europese steden of over de vervreemding van het eigen verleden, telkens onthult zich een onvermoeibaar streven naar (her)formulering van de dichterlijke plaatsbepaling. En laat ik het onomwonden zeggen: Albert Hagenaars weet waar hij het over heeft, kent de wetten van het vers en laat zich niet verleiden tot klakkeloze opname in de oneigenlijke verzuiling van onze dichtersbent.’ – Vrij Nederland.

‘Het verwerken van sterk symbolisch geladen motieven en de ongewone, koele, soms zelfs sinistere beeldspraak verlenen de toon van deze poëzie iets obsessioneels en vaak iets intrigerends.’ – Prisma Lectuurvoorziening.

‘Taalstructuren die hun spanning ontlenen aan een geheimzinnige, moeilijk ontleedbare uitstraling. Taalbouwsels waarin als het ware het artistieke temperament van de dichter rechtstreeks werd neergeslagen. Dit neerslaan en uitstralen levert dan een poëzie op die niet in proza kan worden omschreven, maar wel sterk is en fascineert. Raadselachtig, verre van makkelijk, markant en mooi.’ – Brabantia.

‘IJle taalschetsen die intrigeren door hun opzettelijk tekort. De vorm is ook voor Hagenaars niet een vanzelfsprekend iets, maar een ding van buiten waarbij weerstand noodzakelijk is.’ – Haarlems Dagblad.

«De dichter onderneemt in diverse gedaanten zijn tocht door Zuid-Azië. Hij verplaatst zich in ouders en kinderen, soldaten en geliefden. Ook schrijft hij over de speciale band tussen moeders en zonen en die tussen vaders en dochters en het dwangmatige aspect daarvan. In de relatie van de ik met zijn oosterse geliefde is er sprake van een synthese. Het gaat dus om verplaatsingen in de meest ruime zin. Hij reist door de geografische ruimte. De tijd omvat behalve de duur van de reis ook het verleden, tijd vóór zijn geboorte. Daarbij verplaatst hij zich in mensen die hij leert kennen of hoort en leest in verhalen. Albert Hagenaars past dit toe op een niet-expliciete manier die intrigeert. Hij houdt het geheim in deze zeer consistente cyclus gevangen.
De levens van ouders hebben hun directe neerslag op die van de kinderen. En wij allen zijn indirect verbonden met de vele, vele mensen, die door de grote gebeurtenissen in de geschiedenis werden en worden getroffen. Steeds worden ook verhalen uit die geschiedenis herschreven, vervalst of verzwegen. Formules die de wereld willen verklaren, geven geen verklaring voor het leed. Sterk in deze poëzie is dat Hagenaars geregeld de fictieve gedaante benadrukt van de opgevoerde personages. Gelijk de ik een literair personage is. Zij zijn de uitkomsten van feiten, voorstellingen en vervalsingen. Dat maakte hen nog tragischer. Het ware kan niet worden achterhaald.» – Yvonne Né in BN/De Stem

«Zo blijkt de reis een tocht naar binnen. Naar het eigen leven, naar de eigen relaties, naar eigen emoties, inzichten, herinneringen en eerlijkheid. En daarmee is het niet altijd even goed gesteld. Verraad, onbespreekbare familiegeheimen, ontucht en landverhuizers op een zondige weg naar een volgende toekomst, dat zijn de betekenissen en associaties die deze goed geconstrueerde regels projecteren tegen het achterdoek van een exotisch en woelig verleden. Oorlog en geweld zijn de themas waar het in deze bundel om draait. De Jappenkampen, de Birmaspoorlijn, ook de oorlog in Vietnam en de coup van Suharto, maar al deze voorbeelden uit de menselijke geschiedenis worden niet uitsluitend aangehaald om te bewijzen hoe slecht het met de vooruitgang is gesteld. Ze bewijzen dat vrede geen zaken van staten is maar van mensen die tot inzicht zijn gekomen. Die geleden hebben en dat grote en het kleine persoonlijke leed verwerkt hebben.
Hagenaars wil met deze knappe gedichten ook internationaal erkenning afdwingen. Daarom is de bundel tweetalig, links steeds de fraaie Engelse vertaling door John Irons, rechts daaropvolgend het oorspronkelijke Nederlands.» – Camiel Hamans in Brabant Cultureel

«De bundel Tropendrift vormt de neerslag van een bedevaart door Zuid-Oost Azië en de Gordel van Smaragd. De tocht staat symbool voor de menselijke speurtocht naar harmonie. In de Borobudur, het boeddhistische heiligdom op het Indonesische eiland Java, vond Hagenaars een blauwdruk voor de structuur van Tropendrift. Bij de Borobudur passeer je al die reliëfs, vergelijkbaar met onze reliëfs, die op de computer staan. Maar op het hoogste punt, bij de bovenste stoepa, vind je niets, dat wil zeggen: geen godheid die aanbeden wordt. Tenslotte draait het om je eigen inzicht.» – Nick J. Swart in Brabants Dagblad

«In deze tweetalige dichtbundel (Nederlands en Engels) beantwoorden de tropen allang niet meer aan jongensachtige dromen van palmen, tempels en aapjes. Glas, staal en razend verkeer contrasteren met loerende ogen in het struikgewas, oosterse trots verzet zich tegen westerse hoogmoed. Vooral in het huidige Indonesië speelt het verleden van lang verzwegen familiegeheimen mee. Vaak wordt dat gesymboliseerd in de figuur van de vader: angstwekkend geniformeerd of met lieve kampogen. Op de Borobudur kan de wijsheid van de Boeddha de realiteit van afval en stank nauwelijks verhullen. Wat sterk overkomt, is de sfeer van dreiging en angst. Een verrassende bundel.» – Els van Geene voor Biblion (Nederlandse Bibliotheek Dienst)

«Bij Albert Hagenaars is het trouwens sowieso onduidelijk of hij het wel over zijn huidige zelf heeft, want hij torst immers meerdere zielen in de borst, getuige in mijn hoofd, waar de mannen die ik ben denken te slapen (uit De tempel van de poëzie I). Intrigerend is de vervlechting van heden en verleden, een procédé dat Hagenaars geregeld pakkend toepast. Albert Hagenaars staat ook garant voor beklijvende beelden als: Het meer te diep voor de zon. Jij voor mij en Ik was een jonge man en bevocht het niet en Toen ik vroeg naar vroeger en Het lemmet trilt na in de stam. Jij in mij en vooral het onvergetelijke het kwaad dat over de rand van de doopvont komt. De bundel is zo hecht gecomponeerd dat de gedichten amper op zich gelezen kunnen worden. Dat geeft het geheel een verhalend karakter. Je zou deze bundel kunnen lezen als een poëtisch reisverslag.» – Bert Bevers in Stroom (nr. 12, maart 2004)