Lex van de Haterd – Om hart en vurigheid. De gemeenschap.

Lex van de Haterd
Om hart en vurigheid
Over schrijvers en kunstenaars van tijdschrift en uitgeverij De Gemeenschap 1925-1941

Nederland
Groot formaat 17 bij 24 cm.
Rijk geïllustreerd, inclusief kleurkatern
Ingenaaid, 352 blz. € 29,50
ISBN 90-6265-566-1
Eerste druk 2004

In Om hart en vurigheid beschrijft Lex van de Haterd in ruim twintig portretten de belangrijkste medewerkers van het progressief-katholieke culturele tijdschrift De Gemeenschap (1925-1941). Zowel van de toonaangevende redacteuren en auteurs als Jan Engelman, Albert Kuyle en Anton van Duinkerken, als van de belangrijkste vormgevers en illustrators geeft hij een compleet overzicht van leven en werk, toegespitst op hun belang voor De Gemeenschap. Van sommige van deze kunstenaars is het de eerste keer dat een dergelijk portret in boekvorm verschijnt: van de verrassend moderne ontwerper en typograaf Andries Oosterbaan en van de architect Willem Maas bijvoorbeeld. Maar ook van de constructieve typografische ontwerpen van Gerrit Rietveld en Sybold van Ravesteyn is informatie opgenomen die nergens anders te vinden is.

Vanaf eind 1925 geeft De Gemeenschap ook boeken uit. In Om hart en vurigheid wordt voor het eerst een complete fondslijst van deze uitgeverij gepubliceerd. Om het karakter van een standaard- en naslag-werk over De Gemeenschap te versterken is verder een encyclopedie met korte beschrijvingen van de overige medewerkers van het tijdschrift opgenomen. Dat maakt dit boek samen met de uitgebreide literair- en kunsthistorische inleiding en de bijna tweehonderd illustraties tot een must voor iedereen die geïnteresseerd is in de literatuur en de beeldende kunst van het interbellum.

Om hart en vurigheid kon worden voorzien van een extra kleurkatern van 16 bladzijden (met afbeeldingen van 19 omslagen waarvan 15 paginagroot) mede dankzij een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds

lex van de haterdLex van de Haterd (1954) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en schreef eerder artikelen in diverse boeken en tijdschriften over auteurs en kunstenaars uit het interbellum. In 2000 publiceerde hij bij In de Knipscheer Bloemen in het zand, een monografie over de beeldend kunstenaar Pieter Wiegersma.

(…)Het tweede uitgebreide deel geeft de portretten van schrijvers en illustratoren weer, die in de redactie plaats namen en/of artikelen, omslagen en tekeningen leverden of polemieken aangingen met Ter Braak en Du Perron. (…) Wat startte als een rooms-katholiek progressief blad viel in 1934 uiteen in ‘De Gemeenschap en ‘De Nieuwe Gemeenschap’. ‘De Gemeenschap’ zelf ging door onder Van Duinkerken en Engelman en vanaf dat moment volgde het tijdschrift de progressieve koers van het begin. Tijdens het eerste Europese treffen met het fascisme in de Spaanse Burgeroorlog publiceerde ‘De Gemeenschap’ niet alleen artikelen ten gunste van de Republikeinen, maar nam ook poëzie op van een schrijver als Jef Last. Interessant is dat de auteur achterin het boek een fondslijst van Uitgeverij De Gemeenschap op naam van de schrijvers publiceert. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat Blokken (1931), Knorrende Beesten (1933) en Bint (1934) van Bordewijk bij ‘De Gemeenschap’ zijn uitgegeven. – De Stad Amersfoort, 20-10-2004

De biografische portretten vormen werkelijk een aanvulling op de bestaande literatuur. Zeker waar hij illustratoren en vormgevers van De Gemeenschap portretteert. Waar kun je anders iets vinden over Andries Oosterbaan of Cuno van den Steene. – Biblion

Boek over toonaangevend tijdschrift

Lex van de Haterd stelde een boek over De Gemeenschap samen, dat uitgroeide tot een ‘encyclopedie’ over het tijdschrift, compleet met een fondslijst van de uitgeverij. Typografie neemt een belangrijke plaats in. – De Telegraaf, 22-10-2004

Literair Kort
door Joop Leibbrand

Om hart en vurigheid. Over schrijvers en kunstenaars van tijdschrift en uitgeverij De Gemeenschap 1925-1941 van Lex van de Haterd biedt precies wat de titel belooft: een gedreven, haast met een zekere overgave geschreven overzicht van alles wat de Nederlandse variant van het Vlaamse Ruimte in die hectische periode van het interbellum te bieden had. In zijn voorwoord zegt Van de Haterd dat eerdere studies geen aandacht hadden voor de uitgeverij en zich bovendien uitsluitend richtten op de inhoud van het progressief-katholieke maandblad dat zijn wortels had in Utrecht. Hij stelde zich ten doel met name het artistieke aspect (typografie, omslagontwerpen en de illustraties passen binnen het figuratieve expressionisme en het abstracte constructivisme van De Stijl en De Nieuwe Zakelijkheid) systematisch te onderzoeken en het blad aldus een plaats in de kunstgeschiedenis te geven.

Meandermagazine
klassieke gedichten

In deel I schetst hij uitgebreid het literair- en kunsthistorisch kader. Hij gaat binnen de specifieke politieke en sociaal-economische context van die dagen in op het culturele klimaat, behandelt de belangrijkste ‘concurrenten’ (De Gemeenschap haalde ooit 1700 abonnees, Forum kwam nooit tot meer dan 400) en gaat nauwkeurig de receptiegeschiedenis na. De formule van het door Jan Engelman, Willem Maas en de broers Henk en Louis Kuitenbrouwer (de laatste alias Albert Kuyle) opgerichte blad was gebaseerd op het evenwicht tussen artistieke vrijheid en literaire esthetiek enerzijds en een radicaal sociaal engagement vanuit een katholieke levensvisie anderzijds.
De titel blijkt gebaseerd te zijn op een citaat van Anton van Duinkerken, uit de brochure Wij en de politiek uit 1930, een pamflet tegen de compromissenpolitiek en de beginselloosheid van de Rooms-Katholieke Staats Partij, waarbij het hart stond voor de rechtvaardige, liefdevolle samenleving en de vurigheid voor een geestdriftige beleving van de kracht van het geloof. De Gemeenschap beleed een ideaal, streed daartoe eensgezind tegen bisschoppelijke censuur, maar nauwelijks latente fascistische en anti-joodse gevoelens brachten een deel van de redactie in 1934 tot de oprichting van De Nieuwe Gemeenschap, een blad dat drie jaar zou bestaan. De Gemeenschap zelf werd in 1941 door de bezetter verboden.

Deel II bestaat uit 21 portretten van de belangrijkste medewerkers. ZZowel van de toonaangevende redacteuren en auteurs als Jan Engelman, Albert Kuyle en Anton van Duinkerken, als van de belangrijkste vormgevers en illustrators is er een compleet overzicht van leven en werk, toegespitst op hun belang voor De Gemeenschap. Zeer lezenswaardig is het uitgebreide portret van de Gentse graficus en beeldhouwer Jozef Cantré. Van sommige van deze kunstenaars is het de eerste keer dat een dergelijk portret in boekvorm verschijnt: van de verrassend moderne ontwerper en typograaf Andries Oosterbaan bijvoorbeeld of van de architect Willem Maas. Maar ook over Gerrit Rietveld en Sybold van Ravesteyn is informatie opgenomen die nergens anders te vinden is. Vanaf eind 1925 geeft De Gemeenschap ook boeken uit. In deel III wordt de complete fondslijst gepubliceerd, waaruit blijkt dat ook niet-katholieken als Bordewijk, Marsman en Van Ostaijen werden uitgegeven. Toegevoegd is nog een ‘encyclopedie’ met korte beschrijvingen van de overige medewerkers van het tijdschrift.

Alhoewel Van de Haterd neerlandicus is, afficheert hij zich helaas soms wat al te nadrukkelijk als de liefhebber, de verzamelaar, die hij zegt te zijn. Zelfs de futielste feiten vinden een plaats en werkelijk alles wordt verklaard en toegelicht in een neiging tot encyclopedische volledigheid die soms amateuristisch aandoet. Maar plezierig is dan weer wel dat het uitgebreide notenapparaat van aantekeningen, toelichtingen en verwijzingen is opgenomen in de marges, waardoor dit een integraal onderdeel van de tekst uitmaakt en de lezer veel bladerwerk bespaard blijft. Het boek is schitterend vormgegeven, waarbij omslag en illustraties geheel in ‘stijl’ zijn. Staalkaart . – Meander 252 literair magazine

“Over de kunstenaars en vormgevers die meewerkten aan De Gemeenschap – zoals Hendrik Wiegersma, Jozef Cantré, Otto van Rees en de drukker A.M. Oosterbaan – is nu een eerste, omvangrijk boek verschenen. Het is een enthousiast boek, dat de lezer warm probeert te laten lopen voor het uiterlijk van tijdschrift en uitgeverij. Alleen al door de vele illustraties is die poging geslaagd. De waarde van het boek is gelegen in de zeldzaam complete fondslijst van uitgeverij De Gemeenschap én in de uitgebreide portrettengalerij van de meest opmerkelijke medewerkers.” – Uit: Alles is mooi en prachtig. – Sjoerd van Faassen in NRC Handelsblad, 12 november 2004

“Een zeer grondige publicatie. Alles wat je zou willen weten over dit literaire en katholiek progressieve culturele tijdschrift staat erin. (…) Ondanks de betrokkenheid van beeldend kunstenaars en schrijvers bij de inhoud van het tijdschrift wordt De Gemeenschap in de belangrijkste naslagwerken over de Nederlandse kunstgeschiedenis nauwelijks of niet genoemd. Auteur Lex van de Haterd corrigeert dit ruimschoots met zijn tentoonstelling en boek.” – Uit: Utrechts Nieuwsblad (Thea Figee), 12 november 2004

Juni 2005 TMG over Lex van de Haterd Om hart en vurigheid

«Van de Haterd bepleit een herwaardering van de uiterlijke vormgeving van ‘De Gemeenschap’. En vormgeving houdt voor hem niet op bij een omslag van Gerrit Rietveld, een incidentele illustratie van Wiegersma of een fotoserie van Eva Besnyö. Nauwgezet analyseert de auteur de vernieuwende typografie en de bijzondere illustraties. Hij reconstrueert de levensgeschiedenissen van ‘vakmensen’ die het beeld van het blad bepaalden: de graficus en illustrator Jozef Cantré, de Limburgse drukker en typograaf Charles Nypels, de boekbinder en typograaf A.M. Oosterbaan – alleen zijn geboorte- en sterfdag zijn bekend uit schriftelijke bron: een bidprentje – en enkele katholieke schilders die vooral in eigen kring bekend zijn, onder wie Charles Eijck. (…) De levendige biografietjes en de vele prachtige en zinvol gebruikte afbeeldingen ontsluiten een bijzondere leefwereld waarin heel veel is te zien. Voor de doorzetter wordt het verleden tastbaar en voelbaar. En om dit mogelijk te maken is misschien juist een ‘insider’ nodig.» – geciteerd uit: Ilja van den Broek in Tijdschrift voor Mediageschiedenis, 8 [1] 2005

December 2005 TNTL over Lex van de Haterd Om hart en vurigheid

«(…)Maar bij al die aandacht is het vormgevingsaspect waar ‘De Gemeenschap’ zo in uitblonk (de typografie, de omslagontwerpen, de illustraties en de fotografie) zo goed als buiten beschouwing gebleven. Van de Haterd wil met zijn studie deze lacune opvullen. Het is een in vele opzichten uiterst interessant boek geworden. Het vormgevingsaspect krijgt inderdaad volop aandacht, maar toch is het veel meer geworden dan een supplement over alleen dit aspect van ‘De Gemeenschap’.» – Frans Ruiter in Tijdschrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde (jrg. 121, nr. 4, 2005)

Gehele Artikel

Pieter Wiegersma – Vriendschap in enveloppen

PIETER WIEGERSMA
Vriendschap in enveloppen

Nederland. Verhalen
Luxe paperback, 256 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-484-3
Eerste druk 2000

Wiegersma’s leven kenmerkt zich door vele, bijzondere ontmoetingen. Ontmoetingen die, zeker in tijden van oorlog en verzet, van levensbelang waren. In Vriendschap in enveloppen schetst Pieter Wiegersma de mens in al zijn facetten. Kunstenaars, machtigen en excentriekelingen zijn in deze verhalen nauwelijks te onderscheiden van de armen, de slachtoffers en de doden. Wiegersma verstaat de kunst deze levens te lezen en er iets mee te doen.

Allen worden door hem met een waar kunstenaarsoog bekeken om vervolgens beschreven te worden. Met hem ontmoet de lezer o.a. Anton Coolen, Jan Engelman, Jacq Bloem, Otto van Rees, Baron Guy de Rothschild, Baron Etienne van Zuylen.

De jaren in Deurne en op Rolduc, de dodencel in Breda, het paleis op de Dam, kasteel De Haar, zijn reizen naar Italië en Spanje vormen het toneel waarop de verteller zijn verhalen laat afspelen. Vergeten schrijvers (als Leonard Huish), verzetshelden (als Jaap van Hamel), ‘goede’Duitsers (als Manfred B.) en zelfs koningin Wilhelmina blijken in Wiegersma’s leven slechts een ding gemeen te hebben gehad: ze hebben een verhaal nagelaten.

Herinneringen, verweven met vaak vergeten poëzie, zorgen ervoor dat de vorige, zo bewogen eeuw met al zijn anekdotes en verhalen herleeft. Dromerige jeugdjaren staan haaks op de harde dagen ten tijde van de Duitse bezetting. De ontluistering van de met het leven worstelende kunstenaars contrasteert met het wonder van het niet-verwachte succes van Wiegersma zelf.

Vriendschap in enveloppen is een logische voortzetting van Postbode van de hemel (1997), Wiegersma’s eerste verhalenbundel: «onderhoudend» (De Limburger), «komisch» (Het Parool), «krachtig» (Standaard der Letteren).