Over ‘Rozen en rook’ van Theo Monkhorst op Facebook, 26 januari 2021:
‘Dichters zijn de zwaksten / met de scherpste wapens / omdat ze direct het hart raken’.
De roman ‘Rozen en rook’ (2020) van Theo Monkhorst is een vervolg op de dubbelroman ‘De zegen van weemoed’ (2018). Kunstmatige intelligentie komt in dit deel aanvankelijk niet zo bedreigend over als in ‘De zegen van weemoed’. Dat komt ook door de toonzetting, die verschilt van de eerste delen. Er wordt een schijnsfeer van een idyllisch leven opgeroepen in het Frankrijk van 2050. Robots doen het werk op het land, personage Julia kweekt rozen en geuren om haar overleden moeder Carmen te eren. De rol van zingende vogels valt ook op in de roman. De Centrale Autoriteit in Groot-Parijs, geen mensen maar een grote autonome machine, lijkt op een verlichte dictator. Iedereen wordt in de gaten gehouden, maar ingegrepen wordt er zelden. De radicale moslims in Frankrijk zijn ongevaarlijk geworden, maar leven nog steeds in hun eigen wereld. Er zijn spionerende als vliegen vermomde minidrones, er zijn informanten die van alles overbrieven. Privacy bestaat niet meer. Het krijgen van baby’s is not done. Het verandert allemaal als de gevoelloze cyborg Karl geraakt wordt door de woorden van hoofdpersonage Walid Fransman, een dichter, de analoge mens, een Engelsman van Nederlands-Libanese afkomst. Kijk, daar is de kracht van de poëzie en de kunst. Ook de muziek speelt een belangrijke rol in de roman, de macht van een liedje dat heel het land in beweging zet, uitmondend in een revolutie. De Centrale Autoriteit wordt uitgedaagd en moet wel in actie komen.Net als in de eerdere delen voert de auteur de dreiging heel geraffineerd op, leidend naar een gruwelijke climax, maar niet tot de nederlaag van de poëzie, de kunst, de muziek. Het verhaal van ‘Rozen en rook’ is vaker verteld, maar zelden zo poëtisch als door Theo Monkhorst.
Meer over ‘Rozen en rook’
Meer over Theo Monkhorst bij Uitgeverij In de Knipscheer