Over ‘Zena’s arena’ van Pim Wiersinga voor NBD / Biblion, 20 februari 2023:
Een lijvige (581 blz.) historische roman waarin massavorming welig tiert tegen de achtergrond van het christendom als nieuwe religie. Het boek volgt het verhaal van Zena, die na de dood van haar moeder, die weigerde te zwichten voor het nieuwe geloof, op de vlucht slaat. In de wereldstad Alexandrië bloeit ze op. Ze vindt aansluiting bij een vriendengroep waarmee ze veel lol heeft, maar die helaas ook christenen en joden tegen elkaar opzet. Te midden van deze wanhoop vindt Zena, voordat zij Egypte voorgoed zal verlaten, haar ware doch kortstondige liefde. In lichtvoetige, beeldende stijl geschreven. Voor een brede tot literaire lezersgroep. Pim Wiersinga (1954), wiens epische ‘Oudheidroman Gracchanten’ (1995) op één lijn is gesteld met het werk van Couperus en Vestdijk, debuteerde in 1992 met ‘Honingvogels’, dat genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs. Van Pim Wiersinga verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer de romans ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’ (2014) en ‘Eleonora en de liefde’ (2016).
Meer over ‘Zena’s arena’
Meer over Pim Wiersinga bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Louis Couperus
«Zijn enthousiaste manier van vertellen, zijn oog voor detail en vakmanschap dwingen respect af.» – Evert Woutersen
Over ‘Het nooit geschreven verhaal’ van Ton van Reen op Literair Nederland, 25 augustus 2022:
‘Het nooit geschreven verhaal’, de nieuwe roman van Ton van Reen (1941), is gebaseerd op een verhaal dat hij begin jaren zestig van een patiënt hoorde tijdens zijn werk als leerling-verpleger in psychiatrisch ziekenhuis Ursula in Wassenaar. Op de achterflap van het boek geeft hij een toelichting: ‘Er was een man die mij het verhaal vertelde over een misdaad die hij niet had begaan maar waarvoor hij de schuld op zich had genomen. Hij belandde vele jaren in de gevangenis.’ Het verhaal speelde zich af in een kloosterdorp ergens in Nederland. Van Reen kent ook zo’n dorp, Koningslust, een kerkdorp van de gemeente Peel en Maas. Van Reen: ‘Alles viel op zijn plek. Ik had een locatie, een handvat om het verhaal op te schrijven. Om al schrijvend de waarheid te ontdekken. Ik had het zestig jaar eerder gehoord en het speelde zestig jaar eerder, rond 1900. Omdat het een verhaal van alle tijden is, besloot ik het in deze tijd te plaatsen. De kern, van de man die zich opoffert uit liefde, blijft.’ Met deze achtergrondinformatie begint de lezer aan het boek, om al lezend de waarheid te ontdekken. Het is interessant om te zien hoe Ton van Reen zijn roman heeft opgezet, met twee plaatsen van handeling, De Peel en Amsterdam en twee tijdlijnen, het nu van 2019 en het verleden van 1959. (…) Het boek van Ton van Reen doet wel wat denken aan de bekende familieroman van Louis Couperus, ‘Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan…’ Couperus’ boek verscheen in 1906 als boek (in 1904 als feuilleton). Ook in deze roman gaat het om gebeurtenissen van zestig jaar geleden, over spoken uit het verleden die maar niet verdwijnen. (…) ‘Het nooit geschreven verhaal’ is een mooie familieroman met een knappe structuur. Van Reen verbindt op knappe wijze het verleden met het heden, bijvoorbeeld door de ongeopende brieven uit de jaren zestig die onderweg in de trein gelezen worden. Zijn enthousiaste manier van vertellen, zijn oog voor detail en vakmanschap dwingen respect af.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het nooit geschreven verhaal’
Meer over Ton van Reen bij Uitgeverij In de Knipscheer
« * * * * Een grandioos originele roman die je als een vloedgolf over je heen moet laten komen.» – Marnix Verplancke
Over ‘Het Wezen’ van Peter Drehmanns in Knack Focus, 23 september 2020:
(…) Grondijs neemt zich voor naar de Archipel te reizen en op zoek te gaan naar het wezen uit de titel, een mensachtig halfaapje, een spookdiertje dat voor het laatst gezien is op 22 september 1999. (…) Hij pakt zijn spullen, boekt zijn tickets en verhuurt zijn kunstzinnig ingerichte huis. (…) Wat volgt, is een onderdompeling in een wereld die doet denken aan een combinatie van Louis Couperus’ Stille kracht en Joseph Conrads Heart of Darkness, maar dan overgoten met de vileine saus van Evelyn Waughs A Handful of Dust, en dat geschreven in een uitzonderlijk rijke, misschien wel ietwat pervers plastisch aanvoelende taal. Peter Drehmanns gooit zijn Grondijs de jungle in, waar hij maar moeilijk wegkomt van zijn cultuur en achter iedere boom Richard Attenborough denkt te zullen aantreffen. Maar juist daar wil hij dus mee breken, met de toeristenindustrie voor de ‘Wekelingen’ die hem waarschuwen voor de Epidemie. (…) ‘Het Wezen’ is een grandioos originele roman en een belevenis die je als een vloedgolf over je heen moet laten komen.
Meer over ‘Het Wezen’
«Weer een zalige editie van Extaze!» – André Oyen
Over Extaze 28 ‘Geloof in de kunst’ op Lezers tippen lezers, 22 februari 2019:
Literair tijdschrift Extaze is een kwartaalschrift gewijd aan literair en beeldend werk van Nederlandse en Belgische schrijvers en kunstenaars. (…) ‘Extaze 28’ bevat 5 essays. (…) In ‘Van West naar Oost’ analyseert Klaas de Groot zes Indische gedichten van de Surinaamse auteur Bernardo Ashetu (1929-1982). (…) Hoewel hij debuteerde in een tijd toen vele dichters zich voor het eerst presenteerden, onttrekt zijn in het Nederlands geschreven poëzie zich aan de toon en de dichterlijke objecten van die dagen (in het bijzonder aan de maatschappelijk bewogen strijdpoëzie). Hij schrijft gevoelige verzen, fijnzinnig observerend hoe droom en werkelijkheid uit elkaar groeien (hij had een enorm problematische relatie met zijn vader) en uiteindelijk slechts droefenis overblijft voor ontheemden overal ter wereld. Lang na zijn overlijden begonnen zijn gedichten te verschijnen in de ‘Spiegel van de Surinaamse poëzie’ (1995) en in tijdschriften als Dietsche Warande & Belfort, Bzzlletin, Poëziekrant en De Tweede Ronde. In 2002 kwam er een nieuw bundeltje van hem uit in Paramaribo: ‘Marcel en andere gedichten’. In 2007 verscheen in Nederland een keuze uit zijn werk gemaakt door Gerrit Komrij onder de titel ‘Dat ik zong’. Later dat jaar verscheen een bibliofiele editie van zijn gedicht ‘Indiaans’. In dit Extazenummer treft de lezer ook gedichten van Guy Commerman, Anne Karelse, Lisa Rooijackers en Merel van Slobbe en korte verhalen van Michiel van den Berg, Jens Bezemer, Guido Eekhaut, Else de Jonge, Christien Kok, Dewi de Nijs Bik, Phaedra Onclin, Yoko Theeuws en Liedewij Vogelzang. Het beeld is van Mariëtte van Erp. Weer een zalige editie van Extaze!
Lees hier de aankondiging
Meer over ‘Extaze 28’
Literair tijdschrift Extaze 28 ‘Geloof in de kunst’ [Jrg. 7, nr. 4]
Extaze 28– Geloof in de kunst
zevende jaargang nr. 4, november 2018
redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.,
€ 15,00
presentatie 15 november 2018
ISBN 978-90-6265-623-3
Zoals in elk nummer wordt ook in dit nummer de inhoud bepaald door essays, gedichten, korte verhalen en beeld en nog uitgebreid met interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze. ‘Extaze 28’ bevat 5 essays. In zijn essay ‘De tegenverbeelding van het religieuze’ concludeert Kris Pint na lezing van Gerard Reve’s literaire werk, dat de schrijver in het katholicisme een tegenverbeelding vond die krachtig genoeg was om de strijd met zijn wanhoop, verslaving en angst voor depressies aan te gaan. De neurotheologie leert ons dat de religieuze verbeelding dient als interface om met de primitieve religieuze ervaringen om te gaan die in de specifieke structuur van de hersenen zijn opgeslagen.
De sterke religieuze vervoering die is uitgedrukt in het beeld ‘Extase van de heilige Theresia’ van Giam Lorenzo Bernini (1598-1680) zet Onno Schilstra in ‘Het nachtkastje van Franco’ op hetzelfde spoor als Pint. De sculptuur vormt een verwijzing naar iets onzegbaars, iets ‘onbegrippelijks’ dat hooguit door het soort symbolen waarover Reve schrijft in ‘Moeder en zoon’ (1980) in taal uitgedrukt kan worden.
’Een verrukkende heidense schoonheid’ is de titel van Ruurd Halbertsma’s essay over de waardering van de antieke beeldhouwkunst door de eeuwen heen en de aantrekkingskracht die de lichamelijkheid en sensualiteit van de beelden uitoefenden op mensen met sluimerende seksuele fantasieën. Louis Couperus beschouwde de antieke wereld als een ‘foreign country’, waarnaar hij terugreisde op elk moment dat hij in extase een klassieke sculptuur beschouwde.
Artien Utrecht is geboeid door de tegenstelling die de schrijver Junichiro Tanaziki waarnam tussen de Japanse sensitiviteit voor nuances van licht en duisternis en de westerse voorkeur voor het felle licht. Op het Japanse kunsteiland Naoshima ervaart ze dat het spel van schaduwlagen en hun verschillende diepten je dwingt om te kijken met je zintuigen. Het donker vraagt om een voorbijgaan aan het ‘gewone’ zintuiglijke zien. Voorbij het gewone zien ligt de verbeelding van wat niet is, maar zou kunnen zijn.
In ‘Van West naar Oost’ analyseert Klaas de Groot zes Indische gedichten van de Surinaamse auteur Bernardo Ashetu (1929-1982), wiens thematiek: dood en verandering gekoppeld aan geweld, voor hem een middel was om zich bevrijd te voelen van beklemming en onderdrukking.
In dit nummer gedichten van Guy Commerman, Anne Karelse, Lisa Rooijackers en Merel van Slobbe en korte verhalen van Michiel van den Berg, Jens Bezemer, Guido Eekhaut, Else de Jonge, Christien Kok, Dewi de Nijs Bik, Phaedra Onclin, Yoko Theeuws en Liedewij Vogelzang. Het beeld is van Mariëtte van Erp.
De presentatie van Extaze 28 vindt plaats op donderdag 15 november 2018. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl. Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Lees ook supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’
«Bijzonder levensverhaal goed gedocumenteerd.» – Ingrid Glorie
Over ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink op Voertaal, 25 januari 2018:
(…) ‘Zwijgplicht’ is een historische familieroman. Theo Stokkink vertelt hierin het bijzondere levensverhaal van zijn moeder, Hélène. (…) De roman omspant de periode 1913-1948. Hoewel Stokkink het verhaal van zijn moeders leven systematisch afwerkt, lijkt de belangstelling van de auteur toch vooral uit te gaan naar het leven van zijn grootvader, Theo Borret, en de impact die Wet 248bis in die beginjaren op de Amsterdamse homogemeenschap heeft gehad. Stokkink heeft zich goed gedocumenteerd en beschrijft Theo’s leefwereld tot in detail. Verschillende bekende figuren, zoals Jacob Israël de Haan (schrijver van het “schandaalboek” Pijpelijntjes) en Louis Couperus, krijgen een glimpoptreden in het verhaal. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Zwijgplicht’
Meer over Theo Stokkink bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Hun stemmen klinken authentiek.» – Lex Bijlsma
Over ‘De blijmoedige leugenaar’ van Theo Monkhorst op Tzum, 25 september 2017:
Het verhaal wordt verteld door Tiddo Helpman, wethouder en lijsttrekker van de liberale partij. Al meteen in de eerste zin van het boek legt hij uit te zijn vermoord. Zijn teksten produceert hij in het hiernamaals. (…) Behalve de schrijver Louis Couperus komt hij nooit iemand uit Den Haag tegen, en niemand kan hem vertellen waarom hij is vermoord. (…) De roman is niet een brievenroman in de klassieke zin, waarin de personages brieven aan elkaar schrijven en reageren op de woorden van de ander: alle brieven zijn gericht aan de nog onmondige volgende generatie, en de briefschrijvers zijn zich van elkaars activiteit evenmin bewust. (…) Het gaat steeds om een relaas door personen die de afloop al kennen en wier intenties minder op levendige beschrijving dan op psychologische analyse en zelfrechtvaardiging zijn gericht. Hun stemmen klinken authentiek: zulke mensen kom je vaak tegen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De blijmoedige leugenaar’
«Pim Wiersinga heeft weer een meesterwerk geschreven.» – Peter de Rijk
Over ‘Eleonora en de liefde’ van Pim Wiersinga in Straatjournaal, 1 januari 2017:
In een tijd waar wat swipen op Tinder een partner op kan leveren zou je bijna vergeten dat het ooit anders was. In de middeleeuwen gebruikte men het ‘Traktaat der liefde’ als leidraad in de minnekunst.
Eleonora en de liefde, de jongste roman van Pim Wiersinga, beschrijft met veel flair die periode van de geschiedenis aan de hand van de avonturen van Thomas de Blondel. We stappen in het verhaal wanneer hij nog leerling-troubadour is. Richard Leeuwenhart, de zoon van Eleonara van Aquitanië, is op kruistocht en tijdens zijn afwezigheid wordt zijn land wordt bedreigd. Thomas die meester in de minnelyriek wil worden, krijgt met Eleonora, de Minnevorstin, te maken. Ondanks hun leeftijdsverschil vat ze een grote genegenheid voor hem op. De jonge minstreel is daar echter nog niet aan toe. Groen als gras moet hij nog de diverse vormen van de liefde leren kennen voor hij die zó kan bezingen dat het anderen zal bekoren. (…) Eleonora en de liefde is het ideale boek voor een lange, koude winter. Het aantal pagina’s en de broeierige scenes zullen de lezer lang warm houden. Pim Wiersinga die eerder met de romans Honingvogels, Gracchanten en Het paviljoen van de vergeten concubines opviel als buitengewoon schrijver en die, heel terecht met Couperus en Vestdijk werd vergeleken, heeft weer een meesterwerk geschreven.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Eleonora en de liefde’
Meer over Pim Wiersinga op deze site
«Uiterst geslaagde satire.» – André Oyen
Over ‘De blijmoedige leugenaar’ van Theo Monkhorst op Ansiel, 11 juli 2016:
‘De blijmoedige leugenaar’ vertelt het verhaal van een wethouder die slachtoffer werd van een aanslag. (…) De wethouder verovert een plekje in de hemel waar hij ook gesprekken over liegen kan voeren met Couperus. Voor enkele gesprekken met deze door mij zo bewonderde schrijver zou ik ook wel naar de hemel willen, al blijkt het er nogal erg saai te zijn, want zowel de wethouder als Couperus vervelen er zich te pletter. ‘De blijmoedige leugenaar’ had trouwens even goed door Couperus kunnen geschreven zijn. Het is dan ook een uiterst geslaagde satire (…).
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘De blijmoedige leugenaar’
«Satire over de strijd tussen idealisme en populisme en de vuige politiek.» – Mirjam Scholten
Over ‘De blijmoedige leugenaar’ van Theo Monkhorst voor NBD Biblion, 22 juni 2016:
De populaire wethouder Tiggo Helpman promoot een duur cultuurpaleis in Den Haag, al vindt hij het zelf niks en liegt hij daarover. Niemand die er doorheen prikt. De idealistische kunstschilder Lux doorziet zijn vriend wél. Lux zoekt in hem de plattelandsjongen van weleer die in de stad zijn onschuld verloor. De vriendschap taant, terwijl het volk in opstand komt tegen het cultuurpaleis. Dan wordt Tiggo vermoord. Op zich zou dit stof genoeg zijn voor deze satire over de strijd tussen idealisme en populisme en de vuige politiek. Maar er is meer: Kasja, vriendin van Lux, wordt zwanger van Tiggo, wiens vrouw Trudy eerder haar kindje verloor. Tussen de vrouwen ontstaat strijd. Vanuit de hemel vertelt Tiggo zijn zoon Sax zijn geschiedenis; Kasja vertelt de jongen háár verhaal. En dan komt in de hemel ook nog eens de Haagse schrijver Louis Couperus voorbij die met Tiggo over liegen spreekt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De blijmoedige leugenaar’