«Onlusten van 30 mei 1969 waren even onafwendbaar als “een aardbeving of een orkaan”.» – Boeli van Leeuwen 

Klaas de Groot over typoscript ’30 mei’ van Boeli van Leeuwen op Caraïbisch Uitzicht, 21 augustus 2023:

Als een onvoorspelbare tijdbom beweegt de Apollo 13 half april 1970 door de ruimte, terwijl schrijver Boeli van Leeuwen naar de radio luistert om het laatste nieuws over de lotgevallen van het ruimtevaartuig niet te missen. Maar hij  ondergaat tegelijkertijd een eigen gedachtestroom. De voortgang ervan wordt geregeld onderbroken door de krakende radio. Het is ook bijna een jaar nadat Willemstad brandde ten gevolge van de onlusten die op 30 mei 1969 het eiland voor altijd zouden veranderen. Zijn gedachten worden vooral beheerst door de gebeurtenissen van die dag. De dag die voor een cesuur zorgde in zijn leven en waarop hij, naar eigen zeggen, zijn onschuld verloor. Het was ook het moment waarop de  treurnis toesloeg over het feit niet in de gaten te hebben gehad dat de onlusten even onafwendbaar waren als “een aardbeving of een orkaan”.
Lees verder  Klaas de Groot: ‘Boeli van Leeuwen in zijn tuin’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Klaas de Groot bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Didi de Paris

In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (10 mei 2021) is het de sterfdag van onder anderen Louis Paul Boon, Leo Herberghs, en Lucebert, maar ook de geboortedag van onder anderen J.C. Bloem, Frans Kuipers, Herman Leenders en Didi de Paris. Bij wijze van felicitatie kiest Wim van Til voor een gedicht van Gerrit Kouwenaar (voor Lucebert); uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Dooi’ van Didi de Paris (1957) uit zijn bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen bundel ‘Boks’ uit 2011. Dit gedicht is ook opgenomen in de door Klaas de Groot samengestelde bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’.

Dooi

Twee engeltjes verblind door een gloed
vergaten hun ochtendgebed
gooiden de sprei van zich af
sprongen uit bed, wrongen hun voetjes
in sloffen, sloegen een kamerjas om
en liepen naar: het venster.

IJsbloemen werden tot opens toe beademd:
over de wereld lag een wit tapijt gespreid.
Een dweil aan de waslijn en een jutezak
waar steenkool in gezeten had, alles – verstijfd
zoals de kruiwagen op het gazon verloren-
had eindelijk zijn vaste vorm gekregen.

Het winterkoninkje, het koolmeesje
en het roodborstje waren getuige:
overal fonkelde kristal. Een onzichtbare hand
had alles tot rijp geslagen op rijm gezet.
En het land was bang te breken, durfde
niet meer te bewegen.

In de poriën van het perzikenboompje
had de wind witte lijntjes getatoeëerd
en de uitwaseming van de nieuwe dag
zich tot poëzie gekristalliseerd.

En zilveren webben verbonden alles
van hier tot aan de dooi.

Meer over ‘Boks’
Meer over Didi de Paris op deze site
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’

«Schudt schijnbaar achteloos jamben rond in een kwatrijn met omarmend rijm.» – Jeroen Heuvel

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in Antilliaans Dagblad, 9 januari 2021:
(…) ‘Het eiland en andere gedichten’, 75 bladzijden, 6 afdelingen. (…) Versregels die opvallen bij deze letterkunstenaar zijn ‘die natie kent noch taal’ en ‘verraderlijk glad / voor wie de tekens niet verstaat’, wat verdomd lijkt op de titel van Van Kempens eerste dichtbundel ‘Wat geen teken is maar leeft’ van acht jaar geleden. Daarin ook al prachtige regels, ‘Hoe toch kan een taal die wij beiden / vanaf de eerste aai blindelings spraken / met open ogen zo ontregeld raken.’ over de tragedie van de onbegrepen communicatie tussen een letterkundige en zijn geaaide. Wat heb je er aan om literatuur zo grondig te begrijpen, of dat te vermoeden in ieder geval, maar de huistaal mis te verstaan? (…) Van Kempen heeft een eigen stijl, is zeer belezen en kent alle kneepjes van het ambt, schudt schijnbaar achteloos jamben rond in een kwatrijn met omarmend rijm voor Shrinivási, maar is ook vrij om te experimenteren – met vorm en inhoud – wanneer hij in de donkere kamer filmpjes en foto’s ontwikkelt en fixeert. Van Kempen hoort als artiest thuis in de categorie Hieronymus Bosch, en als poëet tussen de twee dichters (…) Lucebert en Jan Campert. In de zesde en laatste afdeling, ‘Verzoeke geen rouwbeklag’ 8 afscheidsgedichten voor vrienden, al dan niet artiesten, van Michiel die in 2018 of 2019 zijn overleden, bijvoorbeeld het eerder genoemde kwatrijn voor de van oorsprong Surinaamse maar lang in Curaçao geleefd hebbende Shrinivási. Bijzondere gedichten, die beklijven. (…).
Lees hier of hier de recensie ‘Een ACB van Michiel van Kempen’
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Literair tijdschrift Extaze 26 ‘Bijtende teksten’ [Jrg. 7, nr. 2]

VoorplatExtaze26-75Extaze 26 – Bijtende teksten
zevende jaargang nr. 2, juni 2018
Redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
Gebrocheerd, geïllustreerd, 112 blz.,
€ 15,00
Presentatie 7 juni 2018
ISBN 978-90-6265-508-3

Zoals in elk nummer wordt ook in dit nummer de inhoud bepaald door essays, gedichten, korte verhalen en beeld en no uitgebreid met interviews en recensies op het digitale supplement van Extaze. Sander Bax en Eline Peeters beschrijven hoe W.F. Hermans, ‘de venijnigste pennenstrijder die we in Nederland gehad hebben’, zijn polemieken vanuit het autonome literaire veld (gericht op literaire critici en schrijvers) uitbreidde met debatten die hij voerde in de publieke media, maar daarbij vasthield aan zijn positionering als autonoom auteur en de wetten van de massamedia aan zijn laars lapte: ‘Nee, het is een vertelgesprek van mijn kant’. In zijn essay over Lucebert plaatst Wim Hazeu kanttekeningen bij diens pro-nationaalsocialistische uitspraken die hij in particuliere brieven uitte, en bij zijn aanmelding bij de Arbeitseinsatz. Hij wijst dan op zijn huiselijke situatie, zijn avontuurzucht, zijn beïnvloedbaarheid, zijn liefde voor de Duitse literatuur. Het begrip dat Hazeu voor de jongeman opbrengt kent zijn grenzen, maar wel stelt hij vast dat Lucebert met zijn werk geantwoord heeft op die episode in de oorlog. Enigszins aansluitend op het bovenstaande is de passsage in Rutger H. Cornets de Groot’s essay ‘Dat niet zou mogen deren’, waarin hij Lucebert als voorbeeld noemt van een dichter die zich in zijn kritische gedichten niet verschuilt achter een gehekeld persoon (door middel van pastiche, parodie of karikatuur), maar aan de literatuur de oneigenlijke eis stelt een middel te zijn tot een buiten de literatuur gelegen doel. Dick Brongers analyseert in ‘Mefisto op de radio. Max Blokzijl, de verleider der wankelmoedigen’ de demagogische, opruiende taal in de wekelijkse praatjes van Max Blokzijl voor de radio: ‘Het nationaalsocialisme zit in de lucht. Deze leer is gekomen op het ogenblik, waarop de menschelijke samenleving er overrijp voor was.’ Leonor Faber-Jonker herinnert zich anekdotes, woordgrapjes, associaties en uitspraken, vaak over taal (‘eenvoud is macht’) van popdichter, punkdrummer en iconoclast Ton Lebbink, en herinnert zich haar eigen ‘bekering’ tot de punk: ‘De venijnige teksten van de Vibrators, The Stranglers en de Buzzcocks gaven me hetzelfde bevrijdende gevoel als de humor van de VPRO, het dragen van wijde zilveren broeken en verboden sigaretjes.’ Nico van Apeldoorn vertaalde politieke teksten van Boris Vian (1929–1959), oorlogspoëzie van Siegfried Sassoon (1886–1977) en gedichten tegen de slavenhandel van Robert Southey (1774–1843) en voorzag hun gedichten van een inleiding.

In dit nummer gedichten van Liesbeth Aerts, Job Degenaar, Maria van Oorsouw en Margriet Westervaarder en korte verhalen van Flip Filz, Rutger Heringa, Jochem F. Melis, Ward Mertens en Dirk Rodenburg. Het beeld (tekeningen) wordt verzorgd door Sebastiaan Schlicher.

De presentatie van Extaze 26 vindt plaats op donderdag 8 juni 2018. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl . Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Lees meer supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’

«Weergaloos goede stijl.» – Hans Puper

Opmaak 1 Over ‘Maskerade’ van Harry Vaandrager op MeanderMagazine, 11 januari 2017:
(…) Taal speelt een essentiële rol: de verhouding met het onzegbare bijvoorbeeld. Ada, een ander personage, schrijft daarover in haar brief die aan de vertelling vooraf gaat: ‘Er schijnen lieden te zijn, die daar levenslang over neuzelen. Anderen verhangen zich erom. Dichters krijgen er woorddiarree van. Overloop. Hoe miezerig, hoe kleinzielig. Is er een erfzonde, dan is dat de taal.’ Van dat geneuzel is ook dit boek gelukkig niet vrij; het had anders ongeschreven kunnen blijven. Zo zegt Ben – zie hieronder – bijna aan het slot: ‘Bob, ik kan niet anders dan verstillen. Stilte, het is het onvermogen om het onzegbare te benaderen. Ik heb een leven van zwijgen in te halen.’ Hij is de enige niet. (…) Een groots boek. De thematiek is van alle tijden, maar lijkt nieuw door de bijzondere vorm. De grote kracht van Vaandrager ligt echter in zijn weergaloos goede stijl.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Maskerade’
Meer over Harry Vaandrager op deze site

Lof van lezers voor ‘Stromen die de zee niet vinden’ van Rob Verschuren

CoverStromenvoorDef.indd

Wereldliteratuur.
«Het lezen van ‘Stromen die de zee niet vinden’ is een bijzondere ervaring, in elf verhalen raak je verzeild in uiteenlopende werelden. (…) Veelkantig, gelaagd proza dat het bijzondere van onbekende mensen, de magie van het alledaagse tot leven brengt. Universeel.» – Timbel
Lees hier de recensie

Ongekende schrijfkunst.
«Verschuren voert je mee naar vreemde plekken en exotische oorden, hij laat je mensen ontmoeten uit andere culturen. Je bent er nooit geweest, maar je kunt de geuren ruiken, de armoede voelen. Zijn werk druipt van de sfeer. Hij is echt een meester in vertellen.» – F. Fijten
Lees hier de recensie

Meer over ‘Stromen die de zee niet vinden’
Meer over Rob Verschuren op deze site

Klaas Jager leest 4-meigedicht op radio

VoorplatTussenhondenwolf72Over ‘Tussen hond en wolf’ van Klaas Jager op Amsterdam FM-Radio op maandag 2 mei 2016:
Van Klaas Jager is een van de meest onderschatte dichters uit het hoge noorden van Nederland. Van zijn hand verscheen zojuist een vierde dichtbundel met de titel ‘Tussen hond en wolf’. Klaas Jager is vogelteller van beroep en uit dien hoofde één met de natuur en zelden in het stedelijke milieu, laat staan ‘de randstad’, te vinden. Maandag 2 mei is hij telefonisch in de uitzending in het ‘boekenuur’ (tussen 16.00 en 17.00 uur) van het programma Kunst & Cultuur, dat live vanuit de OBA wordt uitgezonden, met name naar aanleiding van zijn gedicht ‘Een dag als deze, 4 mei’ uit ‘Tussen hond en wolf’.
Lees hier het 4-meigedicht van Klaas Jager
Luister hier naar de uitzending op de tijdbalk van 33:47 tot 47:08; het 4-meigedicht begint op 40:20
Meer over ‘Tussen hond en wolf’
Meer over Klaas Jager op deze site

«Liefhebbers van de mystiek: dit nummer maar kopen. Vanwege de inhoud en zeker ook vanwege de fraaie typografische onderbrekingen.» – Menno van der Beek

VoorplatExtaze11-300Over het mystieknummer ‘Extaze 11’ op Liter.nl, 3 november 2014:
Er zijn allerlei geldige klimroutes te bedenken naar de mystieke top. Sterker nog: omdat het mystieke verborgen is, is het afwijzen van een klimroute vanuit de logica een bij voorbaat onverdedigbare zaak. Jaap Goedegebuure, bijvoorbeeld, opent dit nummer met een vrij technisch artikel. Hij schrijft dat de dichter die bereid is de directe verstaanbaarheid op te offeren, een klimmer is die ons vooruit is. Hij is voorbij de directe duiding, met nog net genoeg splinters die onze patroonherkenning doen afgaan; daar is de ontregeling en misschien de verlichting, zoals bij Lucebert, bijvoorbeeld. (…) Marlies de Munck zoekt de betekenis via de muziek: betekenis die ontstaat tussen muzikant en toehoorder, zonder de lastige tussenkomst van een van tevoren met betekenis geladen taal. En om dan tegelijk die taal toch weer in te zetten: in dit nummer zijn ook korte verhalen en gedichten opgenomen, o.a. van Maarten Buser. (…) Voor de liefhebbers van de mystiek: na het bestellen van ‘Liter 73’ toch ook dit nummer maar kopen. Vanwege de inhoud en zeker ook vanwege de fraaie typografische onderbrekingen van die inhoud, met subtiele grafische bewerkingen van teksten door Tanja Smit.
Lees hier de recensie
Meer over Extaze 11

«Volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam?» – Levity Peters

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury op MeanderMagazine, 18 februari 2014:
Het wonderlijkste van de poëzie van Nydia Ecury is dat je haar kunt blijven lezen; ze bevat blijkbaar dat mysterieuze aspect dat je keer op keer tot je wilt nemen, ook al ken je de gedichten van buiten. Het is, om Nijhoff te parafraseren, alsof je meer leest dan er staat. (…) Zulke volmaakte, eenvoudige poëzie, in die volgorde: volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam? Omdat zulke poëzie niet gemaakt wordt, maar geboren. Nydia Ecury had haar hart op de tong, en de taal leefde in haar hart; anders kan ik het levende van haar gedichten niet verklaren. Behalve met nog iets: Liefde. Wat mij het meeste raakt is de warmte waarmee elk gedicht geladen is. Ook het verdrietigste. Het zijn de gedichten van een vrouw die sterk genoeg was om haar zwakheid te kunnen blootgeven; dat gaat verder dan aanvaarden.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’

Francisco Carrasquer – Vespers – Vísperas

FRANCISCO CARRASQUER
Vespers / Vísperas. Gedichten

Spanje
Voorwoord Lucebert
Paperback, 176 blz., € 13,50
Geïllustreerd met pentekeningen van Marcos Carrasquer
Tweede druk 1984. Uitverkocht
ISBN 978-90-6265-148-1

De Spaanse dichter Francisco Carrasquer verwierf faam door zijn vertalingen van Nederlandse en Vlaamse auteurs in het Spaans. In Nederland ontving hij de Martinus Nijhoffprijs en in België de Staatsprijs voor vertaalde letterkunde.
Carrasquer was vanaf de Spaanse Burgeroorlog tot in de jaren zestig gedwongen balling en tot eind jaren zeventig vrijwillig balling in Nederland. Zijn poëzie – in deze bundel zowel in het Spaans als in het Nederlands bijeengebracht – getuigt van deze verscheurdheid: de pijn die begon met de Burgeroorlog en de hoop op verandering sedertdien. De titel Vespers moet dan ook gelezen worden in de betekenis ‘aan de vooravond van’. In december 1984 keerde Carrasquer definitief terug naar Spanje.
In 1976 schreef Luceber (die zelf eind 1983 uit handen van koning Boudewijn voor zijn gehele oeuvre de Staatsprijs der Nederlandse letteren ontving) een essay over het werk van Carrasquer dat als voorwoord in deze bundel is opgenomen, en dat eindigt met : ‘De taal van Carrasquer mag nog niet helemaal het volk hebben bereikt, de vijanden van dat volk heeft ze in ieder geval al vrees aangejaagd.