Marian Pankowski – De les van Simone en andere verhalen

MARIAN PANKOWSKI
De les van Simone en andere verhalen

Pools, verhalen
Vertaling Paul Beers
Gebonden met stofomslag, 190 blz., € 17,90
ISBN 90-6265-450-9
Eerste druk 1997

Bijna twintig jaar na verschijning van Marian Pankowski‘s verhalenbundel Beukenootje, waarin voor het eerst al zijn vroege verhalen werden gebundeld, volgt nu De les van Simone en andere verhalen, waarin alle later geschreven verhalen, met name uit de jaren negentig, zijn opgenomen.

Dat Pankowski, die naast verhalen vele romans en toneelstukken publiceerde, als verhalenschrijver misschien wel op zijn sterkst is, daarvan getuigt in deze bundel opnieuw zijn snelle beeldende stijl en de trefzekerheid in het doseren van de spanning.

‘Bijna alles wat ik schrijf is figuratief en staat in relatie tot de eigen ervaring.’ merkte de auteur indertijd op. Dit element is in zijn nieuwste verhalen alleen maar sterker geworden. We ontmoeten een zeventigjarige Pool die als emigrant al geruime tijd in België woont en die op even openhartige als bloemrijke wijze verhaalt over erotische ervaringen, die overigens van twintig tot meer den veertig jaar in de tijd terugliggen.

De beschrijving van die ervaringen heeft een typisch Pankowskiaans karakter: een vaak onthutsende cruheid wordt verpakt in een uitgesproken literaire taal, waardoor de scherpe kanten weer wat worden afgesleten. Misschien is dat ook de functie van de sentimentele toets in deze bundel: vrij uitdrukkelijk wordt voor het eerst de familie van de schrijver opgevoerd: zijn oude moeder, zijn vrouw, zijn dochter, en dat in verhalen die beslist niet voor de huiselijke haard bedoeld kunnen zijn.

Marian Pankowski, is in 1919 in Sanok (Polen) geboren, vestigde zich na de oorlog, die hij deels in Duitse kampen doorbracht, in België en was als hoogleraar Poolse letteren werkzaam aan de Université Libre te Brussel.

«Interessant, mooi, deprimerend en ook schokkend.» (over De taxi van Kraklów) en «schitterend geschreven» (over Vakantie… vakantie…) – Jessica Durlacher in Vrij Nederland

Marian Pankowski – De Gast. Roman

Marian Pankowski
De Gast
Oorspronkelijke titel Gosc
Vertaling Pzsisko Jacobs
Polen
Paperback 154 blz.,
ISBN 978-90-6265-371-5
Eerste uitgave maart 1993

In het jaar 2019 dicteert een schrijver, in wie we het alterego van de in Brussel werkzame en woonachtige Poolse auteur Marian Pankwoski (1919) herkennen, aan zijn Secretaresse een verhaal dat speelt in de laatste dagen van 1999. We volgen het dagelijks leven van de bewoners van de vierde verdieping van een bejaardentehuis, en in het bijzonder dat van Jan 4/44. Deze solitair, een immigrant uit het Oosten (lees Polen), die al veertig jaar verblijf houdt in het inmiddels heilstaatachtige Koninkrijk (lees België), onttrekt zich koppig aan de steeds grotere dwang tot uniformiteit.
Zijn storende non-conformisme verleidt de overheid tot bizarre afluisterpraktijken. Ook trekt hij de belangstelling van een journalist en een sociologie-studente die zich in zijn geval verdiepen en hem de nodige ontboezemingen ontlokken. Als de laatste dag van het millennium is aangebroken en de actie voor algehele assimilatie van de ‘nieuwkomers’ haar bekroning moet krijgen, haakt Jan definitief af en kiest door het open raam voor de ruimte, als hij zijn geliefde vlieger was.
De Gast is een grillig verhaal, waarin heel verschillende elementen een verrassende verbinding aangaan: het probleem van de ouderdom, van de immigratie, van een absurd gestandaardiseerde en gemechaniseerde samenleving en van een gefrustreerde seksualiteit. En dat alles in een uitermate bloemrijke, dichterlijke taal die niet gespeend is van het scabreuze, noch van cynismse. Een herkenning voor de liefhebbers van Pankowski’s eerdere werk (o.a. Matuga komt en De Pelgrims uit Uteria) en een uitdaging voor zijn nieuwe lezers.
Meer over Marian Pankowski

Marian Pankowski – De Pelgrims uit Uteria

Marian Pankowski
De Pelgrims uit Uteria
Oorspronkelijke titel Patnicy z Macierzyzny
Vertaling Edith Klapwijk
Pools
Gebonden, 174 blz.,
ISBN 90-6265-222-0
Eerste uitgave april 1986

Een Poolse professor die in het Westen leeft, heeft zijn geboortestreek bezocht. Tegen de achtergrond van een ‘vloedgolf van vroom volk’, die het land in rep en roer houdt, en de idolatrie voor Cesar, de charismatische spirituele leider, vertelt de professor over zijn persoonlijke belevenissen. De plaatselijke autoriteiten hebben hem – informeel – verzocht zijn contacten in het Vaticaan aan te wenden om iemand uit het stadje heilig te laten verklaren. En men heeft ook al drie dossiers klaarliggen over vrouwen die een kans zouden kunnen maken als de professor een aardige biografie over hen zou schrijven: een verzetsstrijdster een devote kwezel en de dorpshoer – waarbij het zich alras laat aanzien naar wie de voorkeur van de professor uitgaat. Aanvankelijk met weinig enthousiasme, maar dan met groeiende fascinatie verdiept hij zich in het materiaal, dat voor hem een hernieuwde beleving van de indrukken en gebruiken uit zijn jeugd is.

Marian Pankowski studeerde vóór de oorlog aan de universiteit van Krakau, samen met de latere paus Karol Wojtyla. Na de oorlog – die hij achtereenvolgens als frontsoldaat, metaalarbeider, verzetsstrijder en gevangene in concentratiekampen doormaakte – zette hij zijn studie in Brussel voort, waar hij later hoogleraar voor Slavische filologie werd.

«Men staat versteld van zijn virtuositeit… Pankowski met zijn heidense inspiratie en zijn laconieke stijl, is een vernieuwer.» – Angelo Rinaldi in L’Express
Meer over Marian Pankowski

Marian Pankowski – Beukenootje en andere verhalen

Marian Pankowski
Beukenootje en andere verhalen
Vertaling Paul Beers
Polen
Paperback 156 blz.,
ISBN 90-6265-027-9
Eerste uitgave 1979

De bundel Beukenootje en andere verhalen bevat alle vroegere verhalen, geschreven tussen 1959 en 1964, van de Poolse schrijver Marian Pankowski, en is als zodanig de eerste complete uitgave.
Zoals Matuga, de hoofdpersoon van de met zoveel instemming ontvangen roman Matuga komt, het literaire alter ego is van de auteur zelf, zo zijn ook de wederwaardigheden van de hoofdfiguren in deze verhalen – waarin het conflict tussen de maatschappelijk positie en de heimelijke binnenwereld een grote rol speelt – voor een groot deel terug te voeren op Pankowski’s biografie. ‘Bijna alles wat ik schrijf is figuratief en staat in relatie tot de eigen ervaring,’ zegt de auteur. ‘Maar, natuurlijk, ik vervorm; want waar zou de kunst blijven zonder die vervorming?’
Pankowski beschikt over het talent van de typische verhalenverteller: de snelle inzet, de trefzekerheid in het doseren van de spanning, de levendige en levensechte dialoog en het altijd perfecte slot. Voeg daarbij dat deze intellectueel kennelijk genoeg onder het volk is geweest om niet van de volkstaal vervreemd te raken, terwijl in de beschrijvende passages altijd de dichter herkenbaar blijft – en daar is die integrerende mengeling van proza en poëzie, van plechtig en triviaal, van decorum en erotiek, die Pankowski tot een zo oorspronkelijk en belangrijk schrijver maakt.

Marian Pankowski, in 1919 in Sanok (Polen) geboren, is als hoogleraar werkzaam aan de Université Libre te Brussel. Na zijn debuut als dichter in 1938 publiceerde hij sinds 1954 in hoofdzaak proza en toneel. In Nederland werd Pankowski geïntroduceerd in de tijdschriften Soma, De Revisor en Avenue Literair, waarna in 1978 de vertaling verscheen van de roman Matuga komt. Het boek kreeg veel lovende kritieken en stond wekenlang genoteerd in de HP-toptien.
Meer over Marian Pankowski

Marian Pankowski – Matuga komt.

Marian Pankowski
Matuga komt
Oorspronkelijke titel Matuga idzie
Vertaling Paul Beers en Pszisko Jacobs
Pools
Paperback 206 blz.,
ISBN 90-6265-012-0
Eerste uitgave 1978

Matuga komt bevat in een twintigtal hoofdstukken, die toch min of meer op zichzelf staande eenheden vormen, het tot beelden verdichte levensverhaal van de jong Pool Wladzio Matuga. Na zijn jeugd temidden van de Poolse natuur en cultuur komt hij in een Duits concentratiekamp terecht, brengt het er levend af en belandt dan in België. Daar moet hij als zwerver tussen de bedelaars, als emigrant tussen zijn lotgenoten, en als emotioneel en seksueel vereenzaamde zijn bestaan weer van de grond af opbouwen.
Toch komen de woorden Polen, Duitsland en België in het hele boek niet voor. Zij laten zich alleen afleiden uit de biografie van de schrijver zelf die in ‘Matuga’ zijn eigen leven literair heeft getransformeerd. Hijzelf heeft als jonge Pool de jaren 1942-1945 in verschillende concentratiekampen doorgebracht. En hijzelf is direct na de oorlog naar België geëmigreerd, waar hij zijn studie voortzette.
Van dit alles vinden wij in Matuga komt geen direct verslag. Tot in details is het een boek van aanduidingen, suggesties, geschreven door een gerijpt kunstenaar die zich niet op sleeptouw laat nemen door zijn emotionele stof, maar door een afstand van jaren de taal en haar spanningen tot in de perfectie beheerst. Mogen de eerste, in Polen spelende hoofdstukken wel eens hoge eisen stellen aan de lezer, allengs ontpopt Pandkowski zich behalve als dichter ook als oorspronkelijk verteller die proza en poëzie tot een ideale eenheid weet te versmelten.

Marian Pankowski, in 1919 te Sanok (Polen) geboren, is als hoogleraar werkzaam aan de Université Libre te Brussel. Na zijn debuut als dichter in 1938 publiceerde hij sinds 1954 in hoofdzaak proza en toneel. Twee van zijn stukken werden opgevoerd in Parijs, een in Genève. In Nederland werd Pankowski door Paul Beers geïntroduceerd in de laatste nummers van Soma (1972) met fragmenten uit Matuga komt en een gesprek over Witold Grombowicz. De Revisor publiceerde daarna enkele hoofdstukken uit Matuga komt en de novelle Beukenootje. Pankowski verzorgde het nawoord bij de Nederlandse editie van Grombowicz’ roman Trans-Atlantisch, voorts verschenen verhalen van hem in Avenue Literair.
Meer over Marian Pankowski