Angry Young Performers – Lenny Vos

906265-277-8Lenny Vos over de Vlamingen in ‘MaximaaL’ op Neerlandistiek, 21 maart 2025:

(…) Midden jaren tachtig, Lanoye was toen nog een Angry Young Poet, kwamen zijn gedichten in het vizier van Arthur Lava, die de bundel ‘Maximaal’ samenstelde. Hij was niet de enige Vlaming in de bundel, want ook de poëzie van Johan Joos werd door Lava opgenomen. (…) Hoe kwamen de gedichten van de Vlamingen Tom Lanoye en Johan Joos in de bundel ‘Maximaal’ terecht? Daarvoor ondernam ik een speurtocht naar een brief uit 1986, waarmee samensteller Arthur Lava zijn zielsverwanten in de poëzie als Tom Lanoye, René Stoute, Joost Zwagerman en Pieter Boskma overhaalde om hun gedichten in de bundel ‘Maximaal’ te publiceren. (…)  In het verslag van zijn zoektocht naar Johan Joos beschrijft Joris van Casteren de ontvangst in de literaire kritiek van de bundel ‘Steilte’ (1986). Rond de bespreking van deze bundel door Arthur Lava, die kort daarvoor was begonnen als recensent voor NRC Handelsblad, breekt een ware rel uit, aldus Van Casteren: ‘Alleen de dichter Arthur Lava waagde zich aan een serieuze bespreking. Lava was op dat moment, ondanks fluorescerende hanenkam en leren pak, door K.L. Poll als poëzierecensent bij NRC Handelsblad aangetrokken. Was dat voor de keurig traditionele kunstredactie al even slikken, de jubelende recensie over het kladschrift van een of andere Vlaamse punkdichter die dit sujet waagde af te leveren, stuitte op een daverend veto. Lava was woest en gaf zijn pas verworven functie eraan.’ (…) De Maximale dichters zullen slechts eenmaal als voltallige groep bij elkaar komen. (…) Opvallend is dat Lanoye’s gedicht met de titel ‘Maximaal’ niet is opgenomen in de gelijknamige bundel van de Maximalen. Wel draagt hij het voor op de presentatie van de bundel, (…) Howard Krol, die onder het pseudoniem Arthur Lava de dichters aanschreef, was gevraagd door Uitgeverij In de Knipscheer om een bundel samen te stellen.(…) Als oorspronkelijke verschijningsdatum vermeldt Krol in zijn eerste brief ‘najaar 1987’, maar die wordt ruimschoots overschreden; uiteindelijk zal de bundel in mei 1988 worden gepresenteerd. (…)

Lenny Vos is literatuurwetenschapper en onderzoekt in een reeks artikelen het literaire veld van de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Als eerste deel van dit work-in-progress is het artikel ‘Punk-Poetry. Diana Ozon en het literaire veld van de jaren tachtig’ in 2024 verschenen op Neerlandistiek.

Lees hier het artikel van Lenny Vos
Meer over ‘Maximaal’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Howard Krol bij Uitgeverij In de Knipscheer

René Huigen ‘Dichter van de dag’ op Laurens Jz Coster

Uit ‘Noem mij David’ van René Huigen op blog Laurens Jz. Coster, 10 februari 2025:

Redacteur Raymond Noë maakt voor het blog Laurens Jz. Coster elke werkdag een keuze uit een poëziebundel van een Nederlandstalig dichter. ‘Gedicht van de dag’ is op deze 10de februari 2025 ‘Het schilderij’ van René Huigen (1962) uit de bundel ‘Noem  mij David’ (De Bezige Bij 2025). René Huigen debuteerde als dichter al in 1988 in de bloemlezing Maximaal (Uitgeverij In de Knipscheer), samengesteld door Arthur Lava.  Van Huigen verschenen in de jaren en  tachtig van de vorige eeuw nog vijf titels bij Uitgeverij In de Knipscheer:  De meter van Napoleon (roman, 1988), Paleis der ingewanden (poëzie 1989), Terra Incognita (poëzie, 1990), Dood is ook een leven (roman, 1992), Hartsoeker (verhalen, 1994). In 2003 werd hij genomineerd voor de VSB-Poëzieprijs. Onderstaand gedicht werd vandaag ook gepubliceerd op Neerlandistiek (Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992).

Het schilderij

Het verlangen groeit zoals een schaduw
Tweemaal langer wordt bij het ondergaan
Van de zon: toch blijft het vurig branden,
Terwijl het koortsig lichaam rillend koud voelt;
In strijklicht de Grote Markt, twee ruiters,
Een rijtuig dat in allerijl voorbijsnelt,
Windhonden, een hoepelende jongen
Te midden van dames & heren. Een stabij
Die dartel boven eigen silhouet danst.
Lees ik trouw in zulke uitgelatenheid
Of is het diepste deemoed, nu ik thans
In Ospedale degli Incurabili
De ogen sluit en dankzij Berckheyde,
De slagerszoon uit Katwijk en leerling
Van Hals, die het fijnzinnig schilderde,
Een meiske aan de hand van haar moeder
Een kruier na zie wijzen?
onzinonzinonzinonzinonzinIn hem zie ik
Mijzelf, en in de heer die hem de weg wijst
Herken ik U, m’n beste Jacobus
Van Zanten, goede vriend, erkentelijk
Ben ik U, dat Ge mij op mijn herhaalde
En misschien opdringerige aansporen
De vertaling van ‘t Paradys Verlooren
Bezorgde. Het is beangstigend hoe af
Uw vertolking mijn leven maakte, nu
Ik hier in Firenze, tegen het decor
Dat ik U schetste, de St. Bavo ontwaar,
Waar uw knoken rusten. In de Arno
Het Spaarne; in de tuinen van Boboli
Het broekland van Spaarnwoude. In alles,
Nee, in niets lijkt onze geliefde stad
Waaruit ik als de sodemieter mij
Genoodzaakt zag te vluchten op de stad
Die mij als een zoon onthaalde.
onzinonzinonzinonzinonzin Verlost
Van het juk dat hem tegen zijn Natuur
Was opgelegd, waart in ‘rymelooze maat’
De geest van John ‘The Lady’ Milton er
In navolging van de ‘perfecte vriendschap’
Die hij en ik bij de Klassieken zochten.
O, welke rampspoed heb ik mij op de hals
Gehaald. De zuidelijke wind verschroeide
Al mijn bloemen. O Corydon … Alexis …
Is sterven ook thuiskomen voor wie zich
In jullie kudde opgenomen wisten?

Bron
Meer over René Huigen bij Uitgeverij In de Knipscheer