«Het is verbazingwekkend: dit is geen poëzie die aansluit op welke traditie dan ook, het is poëzie die haar eigen traditie creëert.» – Peter de Rijk

Over ‘Wat geen teken is maar leeft’ van Michiel van Kempen op Radio AmsterdamFM, 1 oktober 2012:
Op maandag 1 oktober was in het radioprogramma ‘Literat-uur’ Michiel van Kempen te gast naar aanleiding van de zojuist verschenen door hem samengestelde en uitgeleide bloemlezing van de Surinaamse dichter Michaël Slory (‘Torent een man hoog met zijn poëzie’) alsmede vanwege zijn eigen poëziedebuut ‘Wat geen teken is maar leeft’. ‘Literat-uur’ wordt live uitgezonden vanuit de OBA op Radio AmsterdamFM.
Luister hier naar de uitzending.
Meer over Michaël Slory
Meer over Michiel van Kempen

«Dit is poëzie die wil communiceren, die uitgesproken moet worden en gehoord.» – Joop Leibbrand

Over ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ van Michaël Slory op MeanderMagazine, 25-09-2012:
Hoewel het werk dus duidelijk in een orale traditie staat, zijn de gedichten niet neergezet in brede, epische streken. Slory blijkt in de eerste plaats een taalkunstenaar te zijn die de bijzondere facetten van de werkelijkheid die hij waarneemt, bijslijpt tot juweeltjes. Ieder gedicht een geschenk, ik denk dat hij het zo bedoelt.
Lees hier de hele recensie.

Zondag 23 september literatuurdag met Orchida Bachnoe, Michaël Slory en Michiel van Kempen

Op zondag 23 september a.s. organiseren de Vereniging Ons Suriname, de Werkgroep Caraïbische Letteren en de Leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam een Letterendag. Een hoogtepunt belooft een rechtstreekse verbinding met Paramaribo te zijn, waar Michael Slory zal ingaan op zijn zojuist bij In de Knipscheer verschenen nieuwe grote dichtbundel Torent een man hoog met zijn poëzie.

Klik hier voor meer informatie]

Michaël Slory – Torent een man hoog met zijn poëzie. Bloemlezing

MICHAËL SLORY
Torent een man hoog met zijn poëzie

Suriname/Nederland
Genaaid gebonden met stofomslag en leeslint, 80 blz., € 19,50
september 2012
ISBN 978-90-6265-806-0

Presentatie 23 september 2012 in Vereniging Ons Suriname in Amsterdam

Bezorgd door en met een Nawoord van
Michiel van Kempen

Michaël Slory is een meertalige dichter, die sinds hij in 1961 zijn debuut maakte met Sarka/Bittere strijd, een belangrijk deel van zijn oeuvre heeft geschreven in het Sranantongo. In de tweede helft van de jaren ’80 van de 20ste eeuw legde hij zich geheel toe op het schrijven in het Nederlands en het Spaans. Het werk van Slory tot 1991 werd gebloemleesd in de bloemlezing met vertalingen Ik zal zingen om de zon te laten opkomen. In Torent een man hoog met zijn poëzie is een ruime keuze opgenomen van het Nederlandstalige werk dat hij schreef in de jaren 1995-2005, en verder een keuze uit gedichten in het Sranantongo waarvan de eerste versie ontstond in de jaren 1973-1975. Zo goed als alle gedichten heeft Slory zelf grondig gereviseerd in 2011, en hij heeft die gedichten nog aangevuld met nieuw geschreven werk. John Leefmans tekende voor nieuwe vertalingen van Slory’s Sranantongo poëzie naar het Nederlands.

Slory is zich scherp bewust van de taak die hij als dichter heeft te vervullen, een ethische taak met esthetische middelen: de wachter te zijn van een paradijs dat misschien alleen bestaat in het hoofd van de dichter, maar dat juist dáárom maakt dat voor de dichter geen alledaagse taak is weggelegd. Zelfs al betekent dat ook vaak een positie in isolement. Want een man die hoog torent met zijn poëzie, reikt met zijn taal naar iets waar anderen niet komen. Michaël Slory heeft deze bundel zelf willen zien als zijn testament op de 75-jarige leeftijd die hij in 2010 bereikte. Dat is deze bundel maar tot op zeer relatieve hoogte geworden. En dat kán deze bundel immers ook niet zijn, zolang de levende dichter nog elke dag zijn levensenergie omzet in nieuwe poëzie.

Leo Geerts – Het gras in de duinen. Opstellen over literatuur

Geerts Gras in de duinenLeo Geerts
Het gras in de duinen
Opstellen over literatuur

genaaid gebrocheerd, 304 blz., € 19,50
geïllustreerd met 16 collages in zwart-wit
eerste uitgave 1993
ISBN 978-90-6265-386-3
leverbaar rechtstreeks bij uitgever

In Het Gras in de Duinen zijn de literaire kritieken gebundeld van Leo Geerts (1935-1991). Zijn leven lang heeft Geerts schrijver van onder andere de romans ‘Pagadders’, ‘Loeders’, ‘Dadaders’ en de Mulisch-pastiche ‘De mentor’, de internationale literatuur met een oplettend oog gevolgd.

In het Woord Vooraf bij Het Gras in de Duinen schrijft Cyrille Offermans: ‘Wat telkens opvalt is dat Geerts altijd snel ter zake komt. Hij moet niets hebben van ‘‘persoonlijke’’ inleidingen of irrelevant vertoon van eruditie. Zelden of nooit begint hij aan een bespreking met een samenvatting van de inhoud, laat staan dat hij het daarbij zou laten. Geerts is een polemisch criticus: hij stoot meteen door tot de kern van een boek en treedt – vaak via andere critici – in discussie met de auteur. Wat hij te berde brengt heeft karakter en scherpte, zet aan tot instemming en tegenspraak en – las but not least – tot lezen. Dat maakt de kritieken van Geerts altijd boeiend, ook als je het niet altijd met hem eens bent.’

Met zijn opstellen over de Nederlandse, Vlaamse en Caribische literatuur en zijn beschouwingen over het werk van ondermeer Bordewijk en Mulisch, laat Leo Geerts zich in Het Gras in de Duinen zien als een veelzijdig en begenadigd lezer en criticus.

Opmerkelijk voor een Vlaams essayist was zijn haast vanzelfsprekende belangstelling voor de Nederlandstalige Caribische literatuur uit Suriname en de Antillen (Edgar Cairo, Bea Vianen, Michiel van Kempen, Albert Helman, Michaël Slory, Astrid H. Roemer) met zelfs een ‘uitstapje’ naar de Amerikaanse Indiaan Craig Strete die in Nederlandse vertaling debuteerde.
Meer over Het Gras in de Duinen
Meer over Leo Geerts

Michael Slory – Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

MICHAEL SLORY
Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

Suriname – Gedichten. Tweetalig
Inleiding: Michiel van Kempen
196 blz., gebonden
€ 19,50
ISBN: 978-90-6265-339-3
Eerste uitgave 1991

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen bevat de sterkste keuze uit het omvangrijke en veelzijdige oeuvre van een van Surinames grootste dichters, Michaël Slory.
Slory (1935) publiceerde vanaf 1961 meer dan twintig bundels, in het Nederlands, in het Sranantongo en in het Spaans. De sociale en politieke actualiteit, in Suriname en daarbuiten (Afrika, Viëtnam), de natuur en de schoonheid van de zwarte vrouw zijn steeds terugkerende thema’s in zijn gedichten.

In deze uitgave zijn alle bundels van Slory vertegenwoordigd, met Nederlandse vertalingen naast de oorspronkelijke in het Sranantongo en in het Spaans geschreven versies. Ook zijn enkele uitsluitend in tijdschriften gepubliceerde en enkele nieuwe gedichten opgenomen.

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen werd samengesteld door Michiel van Kempen (die ook de informatieve inleiding schreef), met medewerking van Jan Bongers en Michiel Bergens (die ook het merendeel van de vertalingen uit het Sranantongo verzorgde).

Hoewel Michaël Slory meermaals onderscheiden werd, is de bereikbaarheid van zijn werk altijd frustrerend minimaal geweest. Met deze uitgave is daar nu voorgoed verandering in gekomen.