Getormenteerd leven voorbij.

Wedding(foto Massoud Memar)

Gisteravond, woensdag 4 augustus 2021, is schrijfster en schilderes Saya Yasmine Amores op 56-jarige leeftijd overleden na een ongeduldig gedragen ziekbed. Ongeduldig, omdat zij nog lang niet klaar was met leven, werken en vooral ook vérwerken van wat haar vanaf haar geboorte op 8 maart 1965 in Suriname is overkomen, de drijfveer van haar schrijverschap, aanvankelijk in het Sarnámi. Veel van haar autobiografie klinkt door in haar romans en dichtbundels. Yasmine werd geboren als Asha Radjkoemar en koos als schrijver tot in 2007 voor het pseudoniem Cándani. De last van, vloek op, haar verleden deed haar een tiental jaar geleden officieel van naam veranderen in Saya Yasmine Amores, onder welke naam zij ook als schilderes van zich deed spreken.

De relatie auteur-uitgever begon medio jaren negentig van de vorige eeuw. Ze was in 1994 een van de schrijvers die door Michiel van Kempen en Michel Szulc-Krzyzanowski voor de uitgeverij werd geportretteerd in de uitgave ‘Woorden op de westenwind’. Vanaf 2007 richtte ze zich vooral op het schilderen en raakte ze wat uit zicht bij de uitgeverij en gaf zij haar eerste dichtbundels opnieuw uit in eigen beheer. Als auteur trad ze weer naar buiten toen Jit Narain in 2018 de Sarnámi cultuurprijs ontving en vooral toen eind 2018 en begin 2019 kort na elkaar vijf Surinaamse schrijvers van naam overleden: Bhai, Elly Purperhart, Shrinivási, Michaël Slory en Bea Vianen. In februari 2020 zocht ik haar op in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Het hernieuwde contact resulteerde in de uitgave van ‘Bánsuri ke gam / Het verdriet van de fluit’ later in 2020.

Op 8 juli dit jaar ontvang ik mailtje van negen woorden: Ik kan het niet meer. Ik geef het op. Ik lees opnieuw mijn antwoord: «Je kunt niet meer. We weten: áls iemand zo vol voor het leven kiest, ben jij het. Elke cel in je hoofd, elke vezel in je lijf verzet zich tot het eind tegen het einde. Die ongelooflijke kracht is velen tot steun, dat weet ik zeker. Nu ben je moe, zo moe – en je wilt nog zoveel. De wereld om je heen heeft zo haar eigen ritme. (…) Leg je hoofd neer: het loopt over van gevoel; het is topzwaar geworden; rust uit, laat de spanning verdwijnen, leeg je hoofd, heb vrede. Laat je laatste tranen komen opdat die zich kunnen mengen met die van hen die je hoog achten tot een bron waaruit zij jouw moed putten. Het ga je goed, nu en straks.»

Haarlem, franc knipscheer

Meer over Saya Yasmine Amores/Cándani bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Heb ik die avond met een professor zitten dineren?» – Saya Yasmine Amores

RudyBedachtFoto Michel Szulc-Krzyzanowski

S. Yasmine Amores over Rudy Bedacht (Paramaribo, 14 september 1932 – Amsterdam, 2 oktober 2019);
Op 2 oktober 2019 overleed op 87-jarige leeftijd de Surinaamse dichter en muziekpedagoog Rudy Bedacht (ps. van Corly Verlooghen). Uitgeverij In de Knipscheer was en is niet de uitgever van zijn werk, maar zijn dichterschap kwam wel in woord (inleiding, poëzie) en beeld (fotografie) aan bod in ‘Woorden op de Westenwind’ van Michiel van Kempen en Michel Szulc-Krzyzanowski , waarin hij een van de tien geportretteerde ‘Surinaamse schrijvers buiten hun land van herkomst’ is. Dichter en beeldend kunstenaar S. Yasmine Amores (die eerder publiceerde onder het pseudoniem Cándani) haalt in haar artikel ‘Hij vertelt geen sprookjes!’ herinneringen aan hem op.

«Hij kwam binnen met muziek. Eerste keer dat ik Rudy Bedacht gitaar hoorde spelen was op een literaire avond in de Bijlmerflat van Michiel van Kempen. Dat was begin 1991. (…) Na die avond zou ik Rudy Bedacht verschillende keren ontmoeten. De gesprekken gingen over poëzie. In zijn gesprekken was hij zeer vakgericht en hij had een overtuigingskracht in zijn zeggen en doen. In zijn stem had hij een gehalte – een rijpheid die te vergelijken was met een pianotoets die een volle klank nalaat in een woonkamer. Zou hij blues kunnen zingen? Heeft hij dat ooit gedaan? Ik ken zijn repertoire niet. Ik heb hem fragmentarisch mogen leren kennen op literair gebied. Een keer, toen ik net weg wilde gaan van een bezoek aan MvK, kwam Rudy Bedacht binnenlopen. Hij vertelde dat hij het manuscript van zijn laatste dichtbundel afhad. Toen vroeg ik aan hem: ‘O, is dat zo?’ Dat zei ik om hem te complimenteren, zoiets van: ‘Ik sta versteld van jouw productiviteit.’ Verbaasd vroeg Rudy Bedacht: ‘Natuurlijk is het zo, ik vertel je toch geen sprookjes?’ Dat antwoord van hem komt altijd terug in mijn gedachten wanneer ik aan hem denk. Gedichten en Sprookjes. Twee schone woorden naast elkaar. Wanneer ik tot hem sprak, werd ik soms ongeduldig. Ik wilde snel-snel en gauw-gauw zoveel mogelijk horen en weten over de gedichten. (…) ‘Je moet rustig aan doen in het leven,’ zei hij tegen mij. (…)»
Lees hier verder
Meer over ‘Woorden op de Westenwind’
Meer over Cándani

«Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien.» – Michiel van Kempen

Slory-Krzyzanowski-75 ( foto Michel Szulc Krzyzanowski )

Over Michaël Slory (1935-2018) in De Groene Amsterdammer, 9 januari 2019:
Michael Slory was er ten diepste van overtuigd dat hij ‘werkte voor Suriname’. Dat engagement leidde bij hem tot poëzie van een profetische gloed, maar even zo vaak ook van een intimistische detaillering. (…) Politiek was hij met de bewegingen van de tijd mee gegaan. In zijn jonge jaren was er het communisme en het meeleven met ontwakend Afrika, samenkomend in zijn door Theun de Vries ingeleide debuutbundel Sarka/Bittere strijd in 1961.Vervolgens speelde hij een grote rol in de nationalistische generatie die Suriname naar de onafhankelijkheid van 1975 droeg – soms publiceerde hij wel drie bundels in een jaar tijd. De meeste Surinaamse dichters lieten ná 1975 niet meer van zich horen, maar Slory ging door en bleef dapper zijn boekjes op straat verkopen, vaak in oplagen van tweeduizend. Het volk moest zijn zanger blijven horen en zien. Hij juichte de militairen toe, toen die aan het corrupte Suriname een eind zeiden te willen maken met hun coup van 1980. Maar na de decembermoorden twee jaar later zag hij hoe Suriname verraden werd door zijn eigen mensen. Hij had het volk zijn eigen cultuur willen teruggeven met poëzie in het Sranantongo, maar wendde zich teleurgesteld tot de taal van de voormalige overheerser: het Nederlands en de taal van Latijns-Amerika: het Spaans. En het wonderbaarlijke was dat hij zijn geheel eigen stem bleef behouden in elke taal. (…) Hij zou Paramaribo nooit meer verlaten sinds hij er in 1970 was teruggekeerd na zijn studie Spaans in Amsterdam. (…)
Lees hier het artikel
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Fotoboekenbeurs.

kleurcatalogusWerk van Michel Szulc-Krzyzanowski en Jeanette Bos op Fotoboekenbeurs in Eindhoven, 19 maart 2017:
Fotosz.nl (Fotografie Stichting Zuid Nederland) organiseert op zondag 19 maart 2017 van 11.00 tot 17.00 uur een fotoboekenbeurs in Eindhoven voor nieuwe, tweedehands en antiquarische fotoboeken van fotografen, verzamelaars, boekhandels en uitgeverijen van fotoboeken. De beurs vindt plaats in de voormalige meubelzaak Pennings Inside, een ruime en fraaie ruimte nabij het centrum van Eindhoven. Uitgeverij In de Knipscheer is aanwezig met de fotoboeken (en unieke expositie-exemplaren van losse foto’s) van o.a. Michel Szulc-Krzyzanowski (o.a. zijn befaamde Henny-reeks), de ‘Antilliaanse’ fotografie van Jeanette Bos, Dirk W. de Jong (American Blues), Remko Kraaijeveld (Frank Kraaijeveld van de Bintangs), Bert Nienhuis en Kees Tabak (Doe Maar) en snapshotfotografie van Ilona Verhoeven. Van enkele titels ook unieke expositie-drukken van losse foto’s.
Locatie: Geldropseweg 63, 5611 SE Eindhoven. Toegang gratis.
Meer over Michel Szulc-Krzyzanowski op deze site
Meer over Jeanette Bos op deze site

Michel Szulc-Krzyzanowski, Henny Arendse – Henny zelf. Fotoboek

SZULC-KRZYZANOWSKI, MICHEL
ARENDSE, HENNY
Henny Zelf

Fotoboek
Nederlands € 29,50
Gebonden, 24,5 x 29 cm, ruim 150 foto’s, 96 in kleur.
Eerste druk 2001
ISBN 90 6265 527 0

Met de publicatie van Henny zelf is het leven van Henny over een periode van 24 jaar in foto’s gedocumenteerd, een uniek project van fotograaf MICHEL SZULC-KRZYZANOWSKI dat zijns gelijke niet kent.

Het begon allemaal in 1977 met Neem nou Henny. Zomaar een werkende jongere over de toen 16-jarige Henny, die aan de lopende band in de koekjesfabriek werkte. De loop van haar leven gaf om de vijf, zes jaar aanleiding tot een vervolg: in 1983 Henny, een vrouw, in 1988 Henny, 10 jaar uit haar leven en in 1993 Henny, een nieuw leven.

Henny zelf vertelt over hoe het haar sindsdien verging. Dit vijfde boek maakt duidelijk dat in de voorgaande boeken veel verzwegen bleef. Nu pas is Henny in staat vrijuit te spreken over hoe ze als kind jarenlang seksueel is misbruikt, hoe zij heeft geleden onder het alcoholisme van haar vader en zijn dramatische dood, wat het voor haar betekent om ADHD-patiënt te zijn en het medicijn Ritalin te slikken en hoe zij omgaat met het feit dat al haar zes kinderen gehandicapt zijn.

Henny zelf is zowel een voortzetting van als een breuk met de eerder verschenen Henny-boeken. Want dit vijfde boek is geen boek óver Henny, maar een boek ván Henny. HENNY ARENDSE stelde zelf de inhoud samen, in woord en in beeld. Dit gewijzigde concept had ook een andere vormgeving tot gevolg: van klein naar groot formaat, van zwart-witfotografie naar kleurfotografie.

Evenals bij de vorige boeken (o.a. Vrij Nederland, Sonja Barend) zullen kranten en tijdschriften aandacht wijden aan Henny zelf. In november vindt een expositie van de fotos plaats in De Melkweg te Amsterdam.

Michel Szulc-Krzyzanowski (Oosterhout, 1949) maakte naam met artistiek-conceptuele fotografie en met sociaal-documentaire fotografie waarmee hij driemaal de Zilveren Camera-prijs won. www.szulc.info