Over ‘Keep Swinging. 33 Jazzmeester van de 20ste eeuw’ van Bert Vuijsje op Els’ blogs (‘muziek, toneel en wat al niet meer’), 27 mei 2022:
(…) De voorpublicatie betrof mijn geliefde Thelonious Monk (1917-1982), de ‘aardse hogepriester’, die door Vuijsje heel raak wordt neergezet: ‘Muziek die even volmaakt vergeestelijkt als even volmaakt diep-aards is’ (p. 104). Vind je het gek dat ik daar gek op ben? Een omschrijving als ‘[Chet] Baker hield het sober maar blies precies de noten die noodzakelijk waren’ (p. 198) deed me denken aan een onvergetelijk optreden van Misha Mengelberg in Arnhem, al ziek zijnde: één noot, maar dan wel zó raak dat ik vol schoot. Zo zou ik de ’33 jazzmeesters van de 20ste eeuw’, zoals de ondertitel van het boek luidt, allemaal langs kunnen gaan. (…) De ontdekkingen vallen je toe en zetten aan tot luisteren. (…) Van een boek als dit lust ik pap. Ik kwam al lezend wel op het spoor van iets (…). We hebben het dan over het feit dat Vuijsje in verhouding aardig wat aandacht besteedt aan jazzmusici die op de een of andere manier leden aan een ziekte of gebrek. De vraag is dan: speelden of zongen ze ondanks of dankzij dat gegeven de sterren van de hemel? Vuijsje laat het antwoord meestal in het midden: ‘Of het door zijn handicap kwam, zal niemand ooit weten, maar in elk geval ontwikkelde Django Reinhardt zich (…) tot een gedreven en originele jazzgitarist’ (p. 56). (…) De vervoering die ik bij het lezen van dit boek met 33 korte portretten ervaarde, voerde mij terug naar mijn jeugd, toen ik bij voorkeur biografieën leende uit de Openbare Bibliotheek. Het verschil nu is, dat de opnamen die worden genoemd makkelijker te vinden zijn dan toen. Want om luisteren gaat het natuurlijk uiteindelijk. Bijvoorbeeld naar de zang van Terry (Wham!) om maar iets te noemen. Dank (…) voor dit mooie boek!
Lees hier de recensie
Meer over ‘Keep swinging’
Meer over Bert Vuijsje bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Misha Mengelberg
«Daar gaat het jazzliefhebbers inderdaad om. Het vrijheidsgevoel.» – Coen de Jonge
Over ‘Keep Swinging, 33 jazzmeesters van de 20ste eeuw’ van Bert Vuijsje in Argus, 11 mei 2022:
(…) Toegevoegde waarde is er wel degelijk in Vuijsjes aanpak: geen opzettelijk poëtische mooischrijverij, maar grote aandacht voor feiten en zinvolle details. Die hebben niet alleen betrekking op het werk van de musici, de auteur is niet louter close-listener; kleurrijke anekdotes vormen ook een illustratie van de levensloop van de geportretteerden. Maar alleen als hun muzikale keuzes op die manier worden verklaard. Een welkome toevoeging: een prachtig fotokatern met toepasselijke beelden van William P. Gottlieb, een van de grote drie van de jazzfotografie. En dan: wat is de drijfveer van de auteur, behalve een levenslange liefde voor de jazz? Die wordt geïllustreerd door een citaat, alweer van Stanley Crouch. ‘Volgens mij is dat ook wat de mensen echt willen horen: het gevoel van de overwinning, op jezelf, op de omstandigheden, de desillusies.’ Daar gaat het jazzliefhebbers inderdaad om. Het vrijheidsgevoel. In muziek ‘die altijd doortrokken is van het geloof in de mogelijkheid van de overwinning’.
Lees hier en hier de recensie ‘Jazzmeesters uit de tijd van de jazz’
Meer over ‘Keep swinging’
Meer over Bert Vuijsje bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Goed verzorgd boek, vlot vertelde geschiedenis.» – Mischa Andriessen
Over ‘Ado Broodboom trompet’ van Ado Broodboom & Bert Vuijsje in Jazzmozaïek, nr. 2, t/m augustus 2017:
Terugkijken, zien hoe tijdperken bij toeval in- en elkaar schuiven: ‘Ik speelde ook een tijd met Theo Loevendie in de Caramella op het Leidseplein. […] Het heette het Barbados-quintet, met afwisselend Pim Jacobs en Misha Mengelberg op piano. Misha speelde in die tijd heel normaal, Monk-achtig, niet te vergelijken met de kant die hij later is opgegaan.’ Aan het woord is de nu vijfennegentigjarige trompettist Ado Broodboom wiens levensverhaal werd opgetekend door Bert Vuijsje en onlangs in het goed verzorgde boek Ado Broodboom trompet gepubliceerd. (…) Ook bij Broodboom gaat over het speels vinden van een vorm en de onmogelijkheid die te zien eer die er is. Je leest dat in de vlot door Broodboom en Vuijsje vertelde geschiedenis. Het zoeken, de miskleunen, de successen. Gaandeweg het boek besef je wat je eigenlijk altijd vergeet, namelijk dat de pionier werkelijk onontgonnen gebied betreedt en dat hetgeen wat je uiteindelijk herkent zijn of haar verdienste is. Je weet het wel, maar realiseert het je niet; een traditie was ooit nieuw en is natuurlijk in zichzelf een manier van zien. Wat het boek en passant ook duidelijk maakt, is hoe verstrekkend en ontwrichtend de komst van avant-gardisten à la Mengelberg in de jaren zestig is geweest.(…)
Lees hier het artikel waarin deze uitgave besproken wordt
Meer over ‘Ado Broodboom trompet’