«Voor liefhebbers van zowel literatuur als muziek is dit boek een aanrader.» – Jan Stoel

Over ‘Een Liefdeslied’ van Ernst Jansz op Boekenkrant, 18 februari 2025:

(…) De roman is opgebouwd uit twee grote delen. Het eerste deel, getiteld ‘Voorgeschiedenis’, neemt de lezer mee naar de negentiende eeuw en vertelt het verhaal van Rudi Jansz’ voorouders. Dit is een familie van doorzetters, gekenmerkt door Multatuliaanse trekjes en een diep gevoel voor rechtvaardigheid, levend in een periode waarin de slavernij weliswaar formeel was afgeschaft, maar de erfenis ervan nog altijd voelbaar was. Het tweede deel, dat de titel van het boek draagt, richt zich op het persoonlijke verhaal van Rudi Jansz en de liefde van zijn leven, Jopie Becht. Rudi is geboren in 1914 in Semarang uit een gemengd Indo-Europese familie. (…) Na het behalen van zijn HBS-eindexamen vertrekt de achttienjarige Rudi naar Nederland om Nederlands te studeren. (…) Hij verhuist naar Amsterdam. In 1937 treft hij daar in een dansgelegenheid in Amsterdam de bijna twintigjarige Johanna (Jopie) Becht . Het is liefde op het eerste gezicht. (…)  Hij wil samen met Jopie naar Indië terug, maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. (…) Rudi speelt in het verzet een belangrijke rol totdat hij opgepakt wordt en via de dodencel van de gevangenis op de Weteringschans in Amsterdam in kamp Amersfoort terecht komt. (…) Het boek werpt een kritische blik op de rol van Nederlanders in Nederlands-Indië en belicht de moeilijke positie van de Indo’s, die na de onafhankelijkheid gedwongen werden naar een vreemd vaderland te emigreren. (…)  Ernst Jansz heeft met deze biografische roman een ode aan de liefde tussen zijn ouders geschreven. (…) Wat het boek extra bijzonder maakt, is de vorm waarin het verhaal wordt verteld. Jansz gebruikt een mix van foto’s, brieven – vaak prachtig en indringend geschreven – en liedteksten die als muzikale vertaling van het proza fungeren. Het wisselende vertelperspectief, waarbij delen van het verhaal vanuit de ik-vorm worden verteld (zoals in de hoofdstukken met de naam Jopie), zorgt voor een intieme band met de personages. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het meest ontroerend in de passages waarin Ati op zoek gaat naar haar Indische wortels.» – Jan Kloeze

Over ‘Een Liefdeslied’ van Ernst Jansz op Literair Nederland, 24 januari 2025:

In ‘Een liefdeslied’ vertelt de Nederlandse zanger/schrijver Ernst Jansz over de liefdesgeschiedenis van zijn ouders, waarin zowel het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland als het onafhankelijkheidsstreven van Nederlands-Indië zijn verweven. (…) Hij gebruikt wel degelijk literaire fictietechnieken. Alle hoofdstukken die Jopie zijn getiteld — de naam van zijn moeder — schrijft hij bijvoorbeeld in de ik-vorm. Zo kruipt hij in de huid van zijn moeder. (…) Vooral als zijn moeder Jopie en zijn vader Rudi in de wilde oorlogsjaren plotseling een voor die tijd bijzonder modern open huwelijk aangaan en Jopie beschrijft hoe zij stapelverliefd werd op een andere man.  (…) ‘Een liefdeslied’ beschrijft vooral de liefde tussen Jansz’ ouders Jopie en Rudi, maar is het meest ontroerend in de passages waarin op latere leeftijd, als Rudi al is overleden, Ati op zoek gaat naar haar eigen Indische wortels en zich eindelijk verzoent met haar achtergrond. Het boek vertelt bovendien overtuigend het vaker vertelde verhaal over de enorme afstand tussen het leven in Nederlands-Indië en het bestaan van Indische Nederlanders in het koude kikkerlandje aan de Noordzee. Vader Rudi zag het als zijn levenswerk om die afstand voor zijn mede-Indo’s zoveel mogelijk te overbruggen. Maar tijdens en na de onafhankelijkheidsoorlog bleek dat een onmogelijke opgave. (…) Wie het boek koopt, krijgt de gelijknamige cd ‘Een liefdeslied’ erbij, te beschouwen als de soundtrack van het boek. Het zijn fraaie, vaak verstilde en melancholische liedjes die belangrijke momenten in de levens van Jansz’ protagonisten onderstrepen. Het album zou op zichzelf kunnen staan, maar de combinatie met het boek is een mooie meerwaarde.

Bron
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Armoede, oorlog en heimwee: het leven van Ernst Jansz’ ouders ging niet over rozen, maar de liefde overwon alles.» – Dieter van den Bergh

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Brabants Dagblad, 15 november 2024:

(…) Al in 1981 was de zanger en muzikant uit Neerkant – 76 inmiddels – bezig met de afkomst van zijn vader en zijn Indische wortels. Een geschiedenis die ook zijn weerslag kreeg in een door Peter van Dongen fraai geïllustreerde autobiografische boekenreeks met cd; in 1985 beginnend met De Overkant en bijna veertig jaar later (vooralsnog) eindigend in Een liefdeslied, waarin Jansz inzoomt op de (liefdes)geschiedenis van zijn ouders. Een ‘documentaire roman’ op basis van onder meer foto’s en brieven. Vader Rudi neemt in 1933, achttien jaar oud en geheel alleen, de boot naar Amsterdam om in het verre Nederland te gaan studeren. Rond kerst 1937 valt in een danstent op het Rembrandtplein zijn oog op een mooi Amsterdams meisje, Jopie Becht, die opgroeit in een straatarm gezin. Als kind krijgt Rudi er van zijn moeder flink van langs met de karwats, een zweep met leren riemen. Toch droomt ook hij – net als Ernst in Rumah saya – een leven lang over Indië, en verlangt hij naar een terugkeer. Na een paar jaar in Nederland lijkt het erop dat hij spoedig zijn geliefde moederland zal terugzien, met Jopie in zijn kielzog. Maar dan breekt hier de oorlog uit en moet Rudi na zijn dienstplicht het leger in. Later belandt hij in het verzet. Eerst in de illegale pers, daarna helpt hij Joden onderduiken. Ernst’ vader maakt zich hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Voor hem betekent vrijheid voor Nederland ook vrijheid voor Indonesië. Ook Jopie doet illegaal werk. Beiden worden opgepakt, moeder komt snel vrij, vader belandt in een dodencel. Hij wordt overgeplaatst naar het beruchte kamp Amersfoort. Rudi overleeft, maar maakt verschrikkelijke dingen mee. Vanuit Amsterdam fietst zijn radeloze geliefde er een keer heen. (…) Met zestien nieuwe liedjes componeerde Ernst Jansz een soundtrack bij het boek. Liedjes waarin de echo’s doorklinken van artiesten als The Beatles, Bram Vermeulen, Bob Dylan en natuurlijk Doe Maar, en die net zo goed over deze tijd gaan, zo licht Jansz toe. ‘Liedjes over de liefde om mensen te verbinden in wederom een turbulente tijd vol toenemende polarisatie.’

Lees hier het artikel  of hier
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

Elders Literair 2024-4

Elders Literair 2024-4
Hein van der Hoeven en Kees Ruys  (gastredactie)
gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz. waarvan 8 in kleur
formaat 180 x 245 mm
vormgeving Els Kort
tekening omslag Diederik Gerlach
tekeningen binnenwerk Karin Timbergen
ISSN 2949 8449 i.s.m. Stichting Parachute
Dit nummer 4 is mede mogelijk gemaakt door het Hendrik Muller Fonds.
verkrijgbaar in de boekhandel  € 15,00
ISBN 978-94-93368-20-0
december 2024

Bijzonder themanummer, dat volledig in het teken staat van de diplomaat-schrijver – of misschien beter: de schrijvende of literaire diplomaat, want bij de meesten onder hen lijkt de diplomatie ondergeschikt aan het literaire oeuvre. In zijn ‘Vooraf’ bij het nummer vraagt literatuurwetenschapper Jaap Goedegebuure zich af of de schrijvende gezant wel een eigen plek heeft in ons literaire landschap: ‘Bestaat hij, de diplomaat-schrijver? Beantwoordt hij aan een literair type, zoals er wel meer zijn – de gedoemde dichter bijvoorbeeld, de reisjournalist, de zondagsrijmelaar?’ Er is in elk geval wel íets wat deze literaire expats met elkaar verbindt: hun ‘elders zijn’ (geweest), in tijdelijke en vrijwillige verbanning, in combinatie met hun schrijftalent, dat al dan niet door hen wordt ingezet om hun belevenissen in den vreemde vorm te geven.  In Elders 4, dat onder gastredacteurschap van Hein van der Hoeven en Kees Ruys verschijnt, richten we de schijnwerpers op twaalf Nederlandstalige schrijvers die hun land als ambtenaar in rijksdienst over de grens hebben vertegenwoordigd, zowel in essays als in verhalend proza en poëzie. Hun werk voert ons langs de meest uiteenlopende decors, van Taipei op Taiwan tot de warmwaterbronnen van het Japanse Odawara, en van naoorlogs Warschau tot de kust bij Havana in achttiende-eeuws Cuba. Maar ook Nederlands-Indië, Brugge, Amsterdam en Praag komen aan bod.  De essays komen alle van biografen: Graa Boomsma schrijft over A. Alberts, Michiel van Kempen over Albert Helman, Liesbeth Dolk over F. Springer en Jan Paul Hinrichs over F.C. Terborgh. Naast gedichten van Caroline Wiedenhof en debutant Hanjo de Kuiper brengt Elders 4 verhalen van de (ex-)diplomaten Pauline Genee, Hein van der Hoeven, Richard Osinga, Herman Portocarero en Timon Bo Salomonson, en een inleiding van Marco Huysmans tot een filosofisch Japans reisverhaal van de sinoloog en diplomaat Robert van Gulik, die zich vanaf de jaren vijftig internationale roem verwierf met zijn detectiveverhalen over de Chinese magistraat Rechter Tie. Ten slotte introduceert Diederik Gerlach kunstenaar Karin Timbergen, die speciaal voor dit nummer vijf diplomaat-schrijvers portretteerde.

Klik hier voor het digitale platform Elders literair
Meer over de presentatie van Elders nr. 4 op 14 december 2024
Meer over Elders
Meer over Jaap Goedegebuure bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Hein van der Hoeven bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Graa Boomsma bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Diederik Gerlach bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stilte in muziek is wat een witregel is in de literatuur.» – Ernst Jansz

Peter Bruyn praat met Ernst Jansz over ‘Een liefdeslied’ in Haarlems Dagblad, 17 oktober 2024:

Een liefdeslied  is de geschiedenis van een jongen uit Indië die in de jaren dertig naar Nederland komt om te studeren. Van een arme Amsterdamse die bij Heck’s op het Rembrandtplein de liefde van haar leven ontmoet. Van ondergronds verzet in de oorlog en revolutionair Indonesisch engagement. Van uit elkaar gaan en weer samenkomen. Van twee zware, maar bezielde mensenlevens. Een boek als een collage van historisch onderzoek dat langzaam maar zeker overgaat in een uitgebreide monoloog van moeder Jopie, terwijl vader Rudi vooral in zijn brieven sprekend wordt opgevoerd. Hij overlijdt in 1965. (…)  “Destijds, voor mijn boek De Overkant, heb ik mijn moeder uitgebreid geïnterviewd over haar jeugd en de kennismaking met mijn vader. Daar heb ik toen maar stukjes van gebruikt. Ik kreeg van haar op een gegeven moment ook een doos met tweehonderd brieven die zij elkaar geschreven hebben, vooral tijdens de mobilisatie en in oorlogstijd. Als je die terugleest zit je echt helemaal in dat moment.” Die brieven, waarvan er tientallen geheel of gedeeltelijk zijn opgenomen in het boek, vallen op door hun schitterende, bijna literaire taalgebruik. Zo schrijft de onder de wapenen geroepen Rudi op de dag na de Duitse inval in 1940 aan Jopie:  ‘Ik wil hen niet haten, maar ik wil al m’n krachten aanwenden om hun aanvalswoede te vernietigen.’ (…) Een liefdeslied op het podium is vooral sober en bezonken. Geen decor of rekwisieten. Alleen de zanger met zijn begeleiders Guus Paat op gitaar en Richard Wallenberg op bas. De zestien liedjes op het album zijn ook de zestien liedjes van het programma, in een volgorde die grotendeels de chronologie van het boek volgt, aan elkaar gepraat door Jansz met fragmenten uit datzelfde boek.

Lees hier het hele interview
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ernst Jansz – Een liefdeslied. Biografische roman

Ernst Jansz
Een liefdeslied
documentaire roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
256 blz. + 32 fotopagina’s,
incl. cd  47:27 min
€  28,50
ISBN  978-94-93368-19-4
verschijnt 1 november 2024

Met als decor de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd vertelt Ernst Jansz in Een liefdeslied aan de hand van 16 nieuwe liedjes in een filmisch verhaal de even onthutsende als ontroerende liefdesgeschiedenis van zijn ouders en de gevolgen voor hem en, onvermoed, voor zijn zus Ati.

Ernst Jansz neemt de lezer mee naar het vooroorlogse jaar 1939. Zijn Indische vader Rudi wordt opgeroepen voor de militaire dienst. Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, haalt zijn batterij 35 vijandige Duitse toestellen uit de lucht. Op 14 mei wordt hij krijgsgevangen gemaakt. Tien dagen later komt hij vrij. Hij richt o.a. twee ‘Indische’ knokploegen op en hij gaat het ondergronds verzet in. Later dat jaar, in december 1940, trouwt hij met Jopie die hij met kerstmis 1937 leerde kennen op een dansavond in Heck’s aan het Amsterdamse Rembrandtplein.

Jansz zoomt in op de depressie van Rudi die hij overhield aan de oorlog en zijn heldenrol in het verzet. In de feestroes van de bevrijding wordt Jopie zwanger van een Indonesische prins. Rudi heeft dan een joodse vriendin, Riekje, die hij in het ondergrondse verzet leerde kennen. Haar man stierf nog in de oorlog en Riekje, moeder van twee zoontjes, en Rudi beloofden toen voor elkaars nakomelingen te zullen zorgen mocht een van hen overlijden. Rudi en Jopie scheiden maar hertrouwen weer als haar Indonesische geliefde als KNIL-soldaat wordt opgeroepen om in Nederlands-Indië te vechten voor Nederland.

In 1946 wordt Ati geboren. Riekje kan dit niet aan en pleegt zelfmoord. Een zus van Riekje neemt de zorg voor de twee jongens op zich en komt te wonen in de voorkamers van de Molenbeekstraat, in hetzelfde huis waar Rudi en Jopie en ‘hun’ dochter Ati de achterkamers bewonen met vanaf 1948 hun zoontje Ernst.

Rudi daarentegen maakt zich juist hard voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Al vóór de oorlog, en ook erna, bepleit hij met publicaties een verbroedering tussen Indo’s en Indonesiërs. Hij richt het Comité Vrij Indonesië op. Voor hem betekent vechten voor de vrijheid van Nederland ook kiezen voor vrijheid voor Indonesië. Deze voor hem logische stap wordt hem door Nederland niet in dank afgenomen. Brieven aan zijn Indische familie overzee worden onderschept of gecensureerd. Het Ministerie van Justitie zet hem op de zwarte lijst. Later zal zijn aanvraag voor een uitkering als oorlogsslachtoffer niet worden gehonoreerd.

Rudi Jansz overlijdt in augustus 1965 in de Amsterdamse Molenbeekstraat. Pas dan wordt het Ati duidelijk dat zij een andere biologische vader heeft dan Ernst. Ati kent haar eigen geschiedenis niet, haar identiteit is haar al die tijd ontnomen geweest. Als Ernst in 1993 voor optredens in Indonesië is, gaat hij op zoek naar Ati’s vader.

Ernst Jansz belicht in Een liefdeslied opnieuw de opmerkelijke liefdesgeschiedenis van zijn ouders Rudi en Jopie en focust op dié wendingen in hun leven die niet eerder of slechts zijdelings ter sprake kwamen in zijn eerdere boeken. Het boek is voorzien van de gelijknamige studio-cd.

Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan.» – Kester Freriks

Over de theatervoorstelling ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Theaterkrant, 2 oktober 2024:

De sfeer van de muziekvoorstelling Een liefdeslied van Ernst Jansz (1948) en zijn vaste musici, gitarist Guus Paat en Richard Wallenburg op bas, is verfijnd, intiem, betoverend en oosters. (…) Enkele decennia lang ontwikkelt hij zich als een vertellende zanger, een Indo-troubadour (als dat woord zou bestaan) die zijn autobiografie in verhalen en liedjes ten gehore brengt. (…) Rudi (Jansz’ vader) groeit op en mag van zijn ouders in Nederland gaan studeren. Hij komt na eenzame omzwervingen in Amsterdam terecht, waar hij in een dansgelegenheid op het Rembrandtplein een meisje ontmoet, Jopie, zijn latere vrouw. Hij vraagt haar de Weense wals met hem te dansen; zij is zijn ‘walsdame’. (…) We volgen het turbulente liefdesleven van het tweetal. Dat speelt zich af tegen grote historische gebeurtenissen, zoals de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd waarvoor Rudi zich inzette en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van Nederland. Rudi en Jopie gaan in het verzet; Rudi wordt in het kamp Amersfoort gevangengezet, hij wordt gestraft en mishandeld, maar weet de oorlog te overleven. Vlak na de oorlog wordt Jopie verliefd op een Indonesische prins, met wie ze een dochter krijgt, die de schoonheid heeft van een prinses. (…) De liedjes kleuren de verhalen, de verhalen inspireren tot de liedjes. Zijn manier van vertellen is associatief, zoekend naar woorden, zijn stem is aangenaam hees en op lichte manier rauw, doorleefd. (…) Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan. (…) Een liefdeslied is veel meer dan een in liedvorm gegoten levensherinneringen, dramatische verwikkelingen en liefdesgetuigenissen. Het is vooral een muzikale ode aan de voorgeschiedenis van Jansz. Zichzelf en zijn eigen leven houdt hij zorgvuldig buiten de voorstelling, dat heeft hij al bezongen in Molenbeekstraat. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Om niet te hebben gezwegen is waarom ik schrijven wil.*» – Ernst Jansz

VERWACHT
Ernst Jansz
Een Liefdeslied
documentaire roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
264 blz. + fotokatern, incl. cd
€  28,50
ISBN  978-94-93368-19-4
verschijnt 1 november 2024

*]  uit: ‘Er is een lied geschreven

Rudi Jansz wordt geboren op 23 oktober 1914 in Semarang, in het voormalig Nederlands Indië. Hij verhuist op vierjarige leeftijd naar Batavia (Jakarta), waar hij lessen volgt aan de KW III, de Koning Willem III HBS. Op 18 mei 1933 slaagt hij voor zijn eindexamen. Dat jaar vertrekt hij naar Nederland om er wiskunde en Nederlands te gaan studeren. Kerstmis 1937 ontmoet hij in Amsterdam Johanna (Jopie) B echt met wie hij op 18 december 1940 zal trouwen. In augustus 1939 wordt hij, in het kader van de mobilisatie, opgeroepen voor de militaire dienst. Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, haalt de batterij, waar hij als hoogtemeter deel van uitmaakt, 35 vijandige Duitse toestellen uit de lucht. Op 14 mei wordt hij krijgsgevangen gemaakt. Rond 23 mei komt hij vrij en gaat het ondergronds verzet in.

Aanvankelijk is hij werkzaam in de illegale pers, maar in 1943, als de SD zijn groep grotendeels heeft opgerold, helpt hij mensen, later vooral Joodse kinderen, onderduiken. In 1944 treedt hij weer toe tot de illegale pers (De Nieuwsbode) en organiseert hij in de provincies Zuid-Holland en Utrecht de distributie van het illegale nieuws uit Londen. Medio 1944 richt hij met zijn Indische vriend Tutti Webb (later gefusilleerd) een eigen verzetsgroep op, bestaande uit een spionagegroep en een knokploeg (KP), bedoeld om distributiekantoren te overvallen en zo, gewapenderhand, distributiebonnen te bemachtigen voor de onderduikers. Op 6 augustus 1944 wordt hij op de Ringdijk in Amsterdam gearresteerd bij een poging medeverzetsstrijder Cees Ehrends, redacteur van De Nieuwbode, te waarschuwen voor verraad, niet wetende dat deze een dag eerder reeds is gearresteerd. Bij het gevecht dat volgt wordt hij bewusteloos geslagen en belandt in de dodencel in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Op vloeipapier, genaaid in de vuile was, smokkelt hij boodschappen naar zijn vrouw: ‘Ik word niet meer verhoord, liefste, sinds 21 augustus niet meer.’

Waarschijnlijk is zijn dossier tijdens Dolle Dinsdag, 5 september 1944, zoekgeraakt, want op 29 januari 1945 wordt hij op transport gesteld naar het concentratiekamp Amersfoort, waar hij tot het einde van de oorlog verblijft. Na de bevrijding wordt hij, omdat hij zich dan hard maakt voor de onafhankelijkheid van Indonesië, door het Ministerie van Justitie op de zwarte lijst gezet. Zijn aanvraag bij Stichting 1940/45 om een uitkering als oorlogsslachtoffer wordt niet gehonoreerd. Rudi Jansz overlijdt op 22 augustus 1965 in Amsterdam. Er zijn twee kinderen: Ati (1946) en Ernst Jansz (1948).

Aan de hand van 15 nieuwe liedjes vertelt Ernst Jansz in een filmisch verhaal de even onthutsende als ontroerende liefdesgeschiedenis van zijn ouders en de gevolgen voor hem en, onvermoed, voor Ati.

Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

Johnny Laporte in Verhalenhuis Haarlem

Op 15 september 2024 opent het Verhalenhuis Haarlem het seizoen met Books on Tour.

Books on Tour is een boekenevent met muziek en heerlijke indische hapjes van Kokkie Londo in het teken van voormalig Nederlands-Indië. De toegang is slechts €10! Schrijver/journalist Diederik Samwel ontvangt de bekende auteur Reggie Baay, dichter/performer Robin Block en de Haarlemse Barrelhouse gitarist Johnny Laporte, die eind vorig jaar debuteerde met de autobiografische roman Zwijgen zweeg gezwegen. Samwel gaat met zijn gasten én met het publiek in gesprek over hun fascinatie voor Indië en over de manier waarop de Indische geschiedenis en cultuur hun werk beïnvloedt. Johnny Laporte verwierf vooral bekendheid als gitarist van de bluesband Barrelhouse die furore maakte in de jaren zeventig, een paar jaar later werd opgeheven en de laatste jaren opnieuw optreedt in de oude samenstelling. Als soloartiest en zogenoemde ‘indorocker’ bracht Laporte eind 2023 zijn nieuwe album That’s Me uit. Tegelijkertijd verscheen zijn roman Zwijgen zweeg gezwegen waarvoor hij zijn eigen levensverhaal als uitgangspunt koos. De Volkskrant recenseerde Laportes literaire debuut als een ‘familiekroniek die zich ontwikkelt tot een bovennatuurlijke thriller waarin luid en duidelijk echo’s van Couperus De stille kracht zijn te horen. En nog onderhoudend ook.’ Locatie: Verhalenhuis Haarlem, van Egmondstraat 7, 2024 XL Haarlem-Noord.

Reserveren
Meer over ‘Zwijgen zweeg gezwegen’
Meer over Johnny Laporte bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Gedichten die doorwrocht zijn van geschiedenis.» – Jan Beckers

Over ‘Djam Karet/Elastiektijd’ van Richard Akihary op Facebook, 9 juli 2024:

De RMS strijd kent vele facetten. De jongeren met vlaggen en het Mena Muria door straten als naklank van hun grootouders die jarenlang in keurig geperst uniform in georganiseerde parade om recht en gerechtigheid vroegen. Anderen offerden in het licht van de schijnwerpers van de wereld hun vrijheid en hun leven. Richard Akihary ( 1955) koos een andere weg, op zijn 68ste debuteerde hij in 2023 met de gedichtenbundel ‘Djam Karet –Elastiektijd’. (…) Directe aanleiding om na een leven als docent poëzie te gaan schrijven was de vraag van één van zijn dochters om het Molukse verhaal op te schrijven. Zij vroeg specifiek naar een overzicht van feiten, dus geen verhalen uit de overlevering. Op school had zij geleerd dat Molukkers gevlucht waren uit Indonesië in de Tweede Wereldoorlog. (…) De vele historische documenten die hij in het Nationaal Archief vindt zet hij uiteindelijk om in gedichten die doorwrocht zijn van geschiedenis. (…)

Jan Beckers is freelance journalist en medeschrijver van het boek ‘De Afloop – het drama bij De Punt’ (Uitgeverij Verloren).

Lees hier het bericht
Meer over ‘Djam Karet/Elastiektijd’
Meer over Richard Akihary bij Uitgeverij In de Knipscheer