«Bijzondere structuur, heel origineel verhaal, zorgvuldige stijl.» – Jan Stoel

Over ‘Dunkel’ van Cor Gout op Boekenkrant, 29 november 2024:

“En toen was er… Rosebud”, zo luidt de eerste zin van Dunkel de tweede roman van Cor Gout. Daarboven staat een deel van de tekst van de song Rosebud van The Jezabels. De hoofdpersoon, Dunkel, bevindt zich in een opslagloods in Parijs. Daar liggen allerlei objecten, foto’s en dergelijke die met zijn leven te maken hebben gehad. Wat is de waarde ervan voor hem? Hoe was het vroeger ook weer? Dunkel mijmert over het verleden, put uit zijn herinneringen. Wat mist hij? (…) Dunkel (dat betekent ‘donker’) is op zijn beurt op zoek naar wat Rosebud voor hem betekent. “Ik kan vertellen dat ik de jonge vrouw die verdwaald leek in de pracht die haar omhulde de weg zou willen wijzen naar de uitgang, die zoals bij ieder doolhof samenvalt met de ingang, en die ik kwijt ben geraakt en tot het einde van mijn leven zal blijven zoeken, zodat mijn einde haar begin is, oprijzend uit de ochtendmist het ochtendgloren. Of is het juist andersom: zoek ik het licht na de loods te hebben verlaten en laat ik haar achter in het donker van de opslagruimte?” Ziedaar de queeste van Dunkel, die vervolgens in de loods aan de slag gaat om te proberen uit ‘het doolhof’, aan het donker te ontsnappen. Trouwens een perfect staaltje van de zorgvuldige stijl waarin Gout schrijft. (…) Gout vertelt het verhaal op een bijzondere wijze. Ieder hoofdstuk begint met een citaat uit een songtekst, een strofe uit een gedicht, een filosofische bespiegeling. (…) Ieder citaat zegt meteen iets over de inhoud van het hoofdstuk. (…)

Lees hier ‘Rosebud. Ik blijf haar zoeken’ of hier
Meer over ‘Dunkel’
Meer over Cor Gout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het einde van het boek maakt diepe indruk.» – Hester van  Gent

Over ‘Dunkel’ van Cor Gout, 25 november 2024:

(…) Omdat de lezer die heeft meegeleefd met Dunkel in zijn loods, zich al die tijd afvroeg wat hij daar deed, zijn angsten en obsessie voor de droomvrouw in het restaurant bevroeg. En met hem meeliep door de tijd. (…) Ook beschrijft Dunkel  zijn soms schuchtere omgang met de meisjes van school, waar de vriendin die niet veel praat er een van is en, later, zijn verlangen om naar de ‘ik’ van die tijd terug te keren. De dialogen tussen die vriendin en Dunkel en de slimme vragen die zij stelt zijn sterk en humoristisch en bieden de roman de nodige afwisseling en Dunkel tegenwicht. Zijn persoonlijke herinneringen zorgen voor spanning en contrast. Maar die herinneringen alleen zijn niet genoeg. De laatste twee hoofdstukken vormen een hoogte- en kantelpunt in de roman omdat de lezer hier ook begint te begrijpen waarom Dunkel in de loods niet alleen zijn eigen herinneringen blootlegt, maar ook de fascinatie voor oorlog (en macht en onderdrukking) uitdiept via de Franse staat Vichy. Hij legt de machinaties van dit regime bloot en welke gevolgen die hadden voor mensen die hier om de een of andere reden buiten vielen of juist aan mee werkten maar de gevolgen daarvan niet precies konden overzien. Hij vertelt over de noodzaak van verbeelding in revolutie en verzet, het opportunisme van de machthebber en een historicus die dat opportunisme probeert glad te strijken. Kortom, Dunkel plaatst, vanuit eenzame opsluiting, de mens in haar onvermijdelijke context die soms onverdraaglijk is. En beschrijft tussen de dozen vol herinneringen de hang naar werkelijke vrijheid en werkelijk leven. (…)

Lees hier verder
Meer over ‘Dunkel’
Meer over Cor Gout bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Oda Blinder vertaald in het Indonesisch

Uit ‘Curaçao bij nacht’ van Oda Blinder op Nederlandse poëzie in het Indonesisch, 25 november 2024:

Op ‘Suara suara dari utara’ (‘Stemmen uit het noorden’), het blog Puisi Belanda, is op 25 november 2024 het gedicht ‘Landelijke liefde’ uit de bundel ‘Curaçao bij nacht’ geplaatst in een Indonesische vertaling van Siti Wahyuningsih en Albert Hagenaars. In deze almaar groeiende digitale poëziereeks van een keur van Nederlandstalige dichters is dit inmiddels het 256ste gedicht in vertaling.

Lees hier het betreffende gedicht in het Nederlands en in het Indonesisch
Meer over Oda Blinder bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer gedichten vertaald in het Indonesisch

«Een degelijk werk met originele reisverhalen.» – André Oyen

Over ‘Kloppen voor de lift’ van Kees Broere op Ansiel, 23 november 2024:

Met ‘Kloppen voor de lift’ van Kees Broere heb ik het enorm getroffen en heb ik literair weer de hele wereld rondgereisd. (…) De auteur noemt dit boek vol herinneringen ‘een nachtkastjesboek’, vol korte lichtvoetige stukjes waarin hij zijn lezer bij de verbeelding meeneemt om mee opdrachten uit te voeren in niet altijd veilige landen. Voor hem was het echter geen verbeelding maar keiharde realiteit. Gevaren werden getrotseerd, misère, oorlogen en rampen beschreven en manmoedig verwerkt. Hij combineerde het schrijven met radio en, vanaf 2006, tv. In een periode van zo’n 40 jaar werkte Kees Broere als verslaggever en correspondent in meer dan 80, over de hele wereld verspreide landen. Hij deed dat voor kranten, met name de Volkskrant, maar ook voor NOS-televisie en -radio. Broere weet veel van zijn reizen en ervaringen heel gedreven in dit schitterend boek te verwerken. Het is dan ook een bijzonder onderhoudend, anekdotisch en toch ook uiterst serieus boek om vanuit je veilige leeshoek een onveilige wereld te verkennen.

Bron
Meer over ‘Kloppen voor de lift’
Meer over Kees Broere bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Gouts oeuvre is groot en veelzijdig. Zijn boeken kenmerken zich door eigenzinnigheid.» – Ezra de Haan

Over ‘Dunkel’ van Cor Gout op Elders Literair, 22 november 2024:

(…) Wie het oeuvre van Cor Gout in ogenschouw neemt, verbaast zich niet over het door hem gekozen citaat van Rilke uit Das Stundenbuch in Dunkel dat begint met de regels: ‘Du siehst, ich will viel. Vielleicht will ich alles.’ Gouts oeuvre is groot en veelzijdig. Van filosofisch of musicologisch tot jeugdboeken voor kinderen van iedere leeftijd. Gout is een meester in het ontlopen van genres of regels. Zijn boeken kenmerken zich door eigenzinnigheid. Speels kun je ze misschien het beste noemen. (…) Gout weigert populaire muziek als minder te kwalificeren dan het werk van hoge heren als Nietszche of Rimbaud. Hoog en laag komen juist bij hem samen, vormen een logisch geheel. (…) Dan start het verhaal in Parijs, niet zoals zo vaak in Den Haag, de stad waaraan Gout verknocht is. Ook valt het woord ‘Rosebud’, voor liefhebbers van het witte doek het laatste woord dat het hoofdpersonage in de film Citizen Kane uitsprak. Vervolgens legt Gout aan de niet-kenners uit waar ‘Rosebud’ op slaat. Dunkel gaat over zíjn Rosebud en het doolhof waarin hij verstrikt is geraakt. (…) De uitleg van de roman oogt als het verklappen van het einde van een film… maar de raadselachtigheid van de inhoud en de haast romantische verwoording ervan in woorden die poëtisch aandoen veroorzaken het tegendeel. Ook staat het taalgebruik haaks op de tekst die eraan voorafgaat. Gout is bereid meerdere taalregisters in deze roman te bespelen. (…) Die drang tot ontsnappen is Dunkel bekend. Hij begint te mijmeren en na eerst te zijn ingegaan op de roman van Modiano belandt de lezer plots in de songteksten van Jimmy Campbell waarvan de regels van een couplet uit een zin bestaan. Ze blijken inspirerend te zijn geweest voor de teksten die Dunkel is gaan schrijven. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Dunkel’
Meer over Cor Gout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij zet deze observaties treffend om in een beeldende en uiterst mooie taal.» – André Oyen

Over ‘Buitenlanders en andere Papoea’s’ van Rob Verschuren op Ansiel, 19 november 2024:

Rob Verschuren (geb. 1953, woonachtig in Vietnam) is pas op late leeftijd gedebuteerd. Hij heeft korte verhalen gepubliceerd in de literaire tijdschriften Tirade en Extaze (inmiddels ter ziele) en schrijft regelmatig blogs voor Elders Literair. De auteur heeft vier romans op zijn naam staan en ‘Buitenlanders en andere Papoea’s’ is zijn derde verhalenbundel. In de tien verhalen in de bundel krijgen we de portretten van niet alledaagse personages voorgeschoteld en benadert de auteur (zoals trouwens ook in vorig werk) zijn onderwerpen vanuit een heel originele invalshoek. Kijken naar de samenleving, ethiek, geschiedenis, geloof en liefde het komt allemaal voorbij. In het langste verhaal, ‘De stem van de roos’, wordt een worsteling met waarheid, waanzin en onbegrip vormgegeven door Basel Lund die bij zijn ontslag uit de gevangenis een vreemde Jeroen Boschachtige stoet voorbij ziet komen. Hij kijkt naar de optocht ‘met een fascinatie die alles wil begrijpen’, maar het is ‘alsof het vermogen om te denken hem ontglipte’. In een aantal verhalen speelt een historisch feit een rol. Zoals de vernieling van de Pietà van Michelangelo op 21 mei 1972 waarbij een stukje van de neus van Maria afgehakt werd. Wat volgt is een humoristisch verhaal met als boodschap ‘grote kunst verandert ons.’ En het verhaal van Phan Thank Gian die in 1796 in de Mekong Delta werd geboren en die tot een machtig man uitgroeide die zelfs met Napoleon III over de teruggave van Vietnamees grondgebied onderhandelde. Rob Verschuren toont in zijn verhalen dat hij een scherp observator is die over grenzen en culturen kijkt. Hij zet deze observaties treffend om in een beeldende en uiterst mooie taal.

Bron
Meer over ‘Buitenlanders en andere Papoea’s’
Meer over Rob Verschuren bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Spiegeling van de tijd en de kracht van taal.» – Jan Stoel

Over ‘Spiegelschriften’ van Scott Rollins in Boekenkrant, 14 november 2024:

(…) Rollins spiegelt onze tijd in zijn korte verhalen, poëtische vertellingen of prozagedichten. Hij laat ons nadenken over onze wereld, schrijft dus bespiegelingen. Voor mij zijn de ‘verhalen’ eerder prozagedichten. Er is geen rijmschema, er is geen regelmatige strofenbouw en de regellengte wisselt. Typografisch lijken de verhalen niet op gedichten. Aan de andere kant zit zijn proza dicht tegen de poëzie aan. Zijn metaforen zijn poëtisch. (…) De bundel is opgebouwd uit vier delen waarin de mens centraal staat: Spiegelschriften, Hoofdstad, Screenshots en Tijdcapsules. In het verhaal ‘Breuklijnen in Klein-Azië’ zie je hoe Rollins met spiegeling omgaat. Een diepgelovige vader leeft met een trauma van een verwoestende aardbeving in Turkije: “De diepe rimpels in zijn voorhoofd werden veroorzaakt door het scheuren van onzichtbare tektonische platen, maar vooral door de seismische onrust na die noodlottige dag een halve generatie eerder toen twee van zijn eigen kinderen bedolven werden onder het puin van hun klaslokaal,” Hij geeft zijn dochter weg ten huwelijk “precies op dezelfde breuklijn waar rouwdiensten indertijd massaal werden gehouden.”  Een krachtig beeld. De dochter vertelt hoe haar vader vroeger was. Zijn geloof kwam mondjesmaat terug en zijn ogen glinsteren als hij zijn kleinzoon ziet dansen. Rollins boort in dit verhaal van een pagina lang een diepere laag aan die raakt aan het menselijk lot: “Had Allah het al zien aankomen?” en “Wat kon de reden zijn dat zoveel onschuldige kinderen zo jong naar de hemel waren teruggeroepen?” Die twijfel groeit vanuit een persoonlijk verhaal uit tot iets universeels. (…) Rollins heeft de tijd en de wereld van nu indringend, maar ook vol humor beschreven.  Rollins spiegelt ook zichzelf: “Er wordt beweerd dat schrijvers die klagen over een afnemend lezerspubliek zich niet genoeg aanpassen aan de tijdgeest. Er is een beweging die zegt dat schrijvers zich moeten toeleggen op kortere teksten die meer geschikt zijn voor onze persoonlijke apparaten.” Nou als dat op de Rollins-manier gaat, dan mag dat van mij!

Bron
Meer over Scott Rollins bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wie is deze auteur? Een vertaling vanuit het Engels? Nee, dit is oorspronkelijk Nederlands.» – Kees de Kievid

Over ‘Spiegelschriften’ van Scott Rollins op Boekenbijlage, 04 november 2024:

‘Spiegelschriften’ is maar een dun boek, toch staat er veel in om over na te denken, want dat is noodzakelijk bij Rollins. (…) De ‘kortverhalen’ doen enigszins denken aan de ‘zkh’ (zeer korte verhalen) van A.L. Snijders of aan wat uitgebreidere ikjes uit de NRC. (…) De lezer die zich dieper in de verhalen onderdompelt, zal naar alle waarschijnlijkheid raakvlakken met de filosofie van de condition humaine ontdekken. Er zijn verwijzingen naar universele ervaringen en beperkende omstandigheden, waarbij een zoektocht plaatsvindt naar het menselijk bestaan van geboorte tot de dood, naar de aan- of afwezigheid van keuzemogelijkheden (waarover mensen geen controle hebben) en naar zingeving van menselijk doen en laten. Rollins toont aan dat de mens fundamenteel eenzaam is, terwijl er toch ruimschoots (sociale) interacties plaatsvinden. Hij laat zien dat de mens hunkert naar betekenis, maar moeite heef het ultieme doel te ontdekken. Hij nodigt de lezer uit na te denken over wat de betekenis is om mens te zijn in een wereld die hij lang niet altijd begrijpt. Dat hij hierbinnen niet vergeet dat humor onontbeerlijk is, moeten we de auteur als een groot compliment aanrekenen. Zie voor dit laatste vooral het verhaal ‘Fast Food Toerisme’. Kortom is dit dus een bundel die sterk uitnodigt tot reflectie. De lezer die dat waardeert zal veel in dit kleine maar fijne boekje vinden.

Bron
Meer over Scott Rollins bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zó mooi! Een ontdekking.Dit wordt een koesterboek.» – Janien Benaets

Over ‘Spiegelschriften’ van Scott Rollins in e-mail bestelling buitenland / buurland, 14 oktober2024:

(…)  Ik ben gevallen voor de ‘Beekschaatsenrijder Blues’ uit ‘Spiegelschriften’, het daggedicht via de Laurens Jz. Costerlijst van Raymond Noë. Wonderful!!  Zó mooi! Een ontdekking, ik kende ook de auteur niet. Dit wordt een koesterboek! Graag bestel ik 1 ex. ‘Spiegelschriften’ van Scott Rollins. Kan ik een gesigneerd exemplaar? Dat zou fijn zijn! (…)

Meer over Scott Rollins bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Koop dit boek, neem het mee naar bed en reis met de verteller over zijn wereld.» – Helge Bonset

Over ‘Bed en wereld’ van Jo Otten op Neerlandistiek, 1 november 2024:

Helge Bonset schrijft iedere maand over Nederlandstalige boeken die je zou moeten (her)lezen. Vandaag: Jo Otten, ‘Bed en wereld ‘(1932). Opnieuw uitgegeven in 1967 en 2008. ‘Ik lig in bed. Ik lig in bed en word omsloten door een zachte warme deken, een veilige huls voor het lichaam, dat na een drukke dag zijn horizontale stand gelukkig heeft hervonden. Ik lig in mijn smalle lange bed en kijk naar de grote bol, de melkwitte lamp, die van het plafond naar beneden hangt. Hij is nu uitgedoofd en lijkt een hemellichaam dat in de ruimte van mijn slaapkamer zweeft.’ Dit lijkt een kalm en meditatief boek te worden. Maar niets is minder waar: de geest van de verteller is voortdurend op drift, raast de wereld over, dag en nacht. (…) Deze verteller omarmt het leven zozeer dat hij eraan lijdt. Zijn verlangen om overal bij te zijn leidt tot het verlangen om nergens meer bij te zijn. (…) Het werd Ottens meest succesvolle boek, en terecht: ‘Bed en Wereld’ is uniek in de Nederlandse literatuur. Een lange, obsessieve monologue intérieur waarin het persoonlijke en het politieke elkaar afwisselen; een tijdsbeeld van de angstige en pessimistische jaren dertig van de vorige eeuw; een vroege beschrijving van hoe een overvloed aan informatie de geest op hol kan doen slaan.
Neerlandistiek:  het Online tijdschrift voor taal- en letterkunde.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Bed en wereld’ en Jo Otten bij Uitgeverij In de Knipscheer