Wiebren Rijkeboer – Voorbijland

WIEBREN RIJKEBOER
Voorbijland

Nederland Roman
Paperback, 240 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-490-8
Eerste druk 2000

In zijn debuut Voorbijland bezingt Wiebren Rijkeboer in een drieluik het verleden, het heden en de toekomst van ‘zijn’ eiland.

In Voorbijland keert Titus terug naar het eiland en wordt door de kleine, hechte gemeenschap die alles van elkaar weet al als buitenstaander beschouwd. Terwijl hij naar het veleden zoekt, schrijft Jan Veeboot zijn gedichten en verhalen: ‘gekkenpraat’ waarin de waarheid besloten ligt en slechts goed om in brievenbussen gestopt te worden.

In Getijdengebied wordt een meisje verliefd op Eusebio, ‘de eerste neger die ze ontmoette’. De opbloeiende liefde verscherpt haar zinnen en wordt verwoord in uiterst sensitief proza. De bemanning van de Wantij, het schip waarop haar vader kapitein is, kan niets anders doen dan reageren.

De oplossing geeft een scherpe en kritische kijk op het eiland: de schoonheid van de wuivende helmen en de stranden en tegelijkertijd de verwording door een Oerol-festival dat buitenproportioneel gegroeid is. Met veel compassie beschrijft Rijkeboer een gezin dat worstelt met het verdriet rond een dement geworden vader, een gestorven zoon en de verminkte Lodewijk die op haast oud-testamentische wijze het verhaal tot een eind brengt.

De pers over Voorbijland
«Zijn kritische kanttekening bij Oerol in fictieve vorm (het verhaal speelt in 2003) in het laatste verhaal doet toch zeker niets af aan de faam van Oerol. Integendeel. Nee, volgend jaar hoort Wiebren Rijkeboer zelf op Oerol te staan, in een speciale tent voor poëzie of ‘gesproken woord’, een kunstvorm die opvallend genoeg nu nog ontbreekt in het verder rijke totaal-aanbod. Wie naar Oerol gaat, maar ook wie niet in staat is het festival te bezoeken of op een geheel ander niveau kennis wenst te maken met het ‘eilandgevoel’ schaffe zich in de boekhandel onmiddellijk VOORBIJLAND aan.» – Paul Schaaps in Soft Secrets

«Met zijn bundel legt Rijkeboer een niet te verontachtzamen mening op tafel. Dat is ook een kwaliteit. (…) Een opmerkelijke bundel, al met al. Een normaal mens komt er eigenlijk niet in voor, wel Starfighters, proefboringen in de Waddenzee, cruiseschepen, een stormvloed van toeristen en dat megalomane Oerol. De eilanders. Wie zijn zij eigenlijk? Het antwoord op deze vraag ligt in de boekhandel: VOORBIJLAND. – André Matthijsse in Haagsche Courant

“Terug naar Terschelling” zou het openingsverhaal hebben kunnen heten.
Alleen bestond die meezinger van Hessel in 1978 nog niet, het jaar dat Titus Kracht op zijn geboorteplek weerkeert. Hij komt met een tweeledige missie naar het eiland: wie was zijn onbekende vader en wie is hijzelf? De sluimerende gewelddadigheid en bitterheid uit dit eerste verhaal zetten zich versterkt door in het derde. Het middelste verhaal ademt een heel andere sfeer. Een vrouw denkt terug aan haar eerste grote liefde voor een zachtmoedige zwarte scheepsjongen. Er vindt een geheimzinnige wisselwerking plaats tussen haar ontwakende gevoelens en haar angst voor de zwemlessen in zee: ‘Ik zwom naar ze toe, naar de andere kant, naar de veiligheid en ik overwon de diepte onder mij.’ – Gerrit Jan Zwier in Leeuwarder Courant