«Telkens ben ik diep onder de indruk bij elk boek, zodanig zelfs dat ik stiekem een personage in één van zijn werken zou willen zijn.» – André Oyen

VoorplatLuchtvrouw-75Over ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’ van Theo Monkhorst op Ansiel (België), 5 december 2021:
De Haagse schrijver Theo Monkhorst (1938) publiceerde romans, poëzie en toneelstukken. Zijn werk werd opgenomen in tal van literaire tijdschriften, waaronder ‘Extaze’. Bij Uitgeverij In de Knipscheer kwamen in 2016 de roman ‘De blijmoedige leugenaar’ en in 2018 de eerste delen in één band van zijn trilogie ‘De zegen van weemoed’ uit, een uiterst sterke kroniek van onzekere tijden en mooie momenten die van het mensenleven een stevige brok labeur maken. In ‘Rozen en rook’ laat hij op een prachtige manier de kracht van het woord gekoppeld aan muziek tot leven komen. Het is een onweerstaanbare combinatie. Monkhorst maakt een duel tussen poëzie en wetenschap. ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’ speelt dan weer in een tijd van een klimaatcrisis en viruspandemie. (…) Jaren later ontmoet de Schrijver de hoogleraar en klimaatwetenschapper Lida Plantinga. Deze werkelijke Lida vertoont grote gelijkenissen met zijn creatie, het personage Lia, uit het onvoltooide verhaal. Lida doet onderzoek naar reële bedreigingen, de klimaatverandering, zij is een vrouw van feit en actie. De Schrijver is een man van fictie en verbeelding. (…) Langzaamaan vermengen waan en werkelijkheid zich met elkaar (…) Dan wordt Lida door een dodelijk virus geveld. Wie is zij eigenlijk? Er blijkt niets over haar bekend te zijn, ze lijkt als mens niet te bestaan. (…) Theo Monkhorst is in Vlaanderen te weinig bekend, maar ik persoonlijk ben telkens diep onder de indruk bij elk boek, zodanig zelfs dat ik stiekem een personage in één van zijn werken zou willen zijn.
Lees hier het signalement
Meer over ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’
Meer over Theo Monkhorst bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het boek is een boek over het schrijven van boeken in tijden van crisis.» – Jan-Hendrik Bakker

VoorplatLuchtvrouw-75Over ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’ van Theo Monkhorst in Den Haag Centraal, 18 november 2021:
Is ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’ een vertelling over de pandemie die ons land sinds twee jaar in haar greep heeft? Gaat het over wat schrijvers in zo’n crisistijd moeten doen of over het verschil tussen fictie en werkelijkheid? (…) In de titel staat de personage van de schrijver centraal en de vrouw die hij fantaseerde. Het is een overbekend motief: de kunstenaar die op zijn eigen creatie verliefd is geworden. Dat geldt ook voor de schrijver uit dit boek, die anders dan alle andere figuren geen eigen naam heeft. Behalve Schrijver dan, met een hoofdletter welteverstaan. Hier is iets gewichtigs aan de hand, de lezer is gewaarschuwd. Vandaar de titel? Toch is de pandemie in dit verhaal zeker zo gewichtig, begrijpt diezelfde lezer naarmate het boek vordert. De lucht- of fantasievrouw, een markante klimaatwetenschapper die knokt voor onze planeet, overlijdt er zelfs door. Kort na haar dood – de lezer moet het doen met wat summiere mededelingen daarover, want heeft ze wel echt bestaan? – duiken er in het verhaal personen op die ook al enige gelijkenis vertonen met personen uit het aanvankelijke verhaal uit het eerste deel. In deel 2 krijgen we met de schrijver van dat verhaal te maken. Tegelijk duiken er figuren op in zijn naaste omgeving die wel wat weg hebben van het verhaal waarmee de schrijver bezig was. In deel 3 met onversneden apocalyptische scenes verschuift de focus geheel naar de ontwrichtende uitwerking van de pandemie en zijn we getuige van in der haast geïmproviseerde lijkverbrandingen, profiteurs en een ware volksopstand. (…) Ook verschijnen er nieuwe personages die zich bij de Schrijver voegen, zelfs een jong meisje dat hem ‘vader’ noemt. De suggestie is weer dat hij haar met zijn schrijftalent verwekt zou hebben. (…) Het lijkt erop dat dit literaire spiegelspel uiteindelijk de inzet is van de roman. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘De Schrijver en de Luchtvrouw’
Meer over Theo Monkhorst bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De auteur zit altijd in een lockdown.»

VoorplatWatonsraakt75Rob Cobben in gesprek met acht Limburgse auteurs over schrijven in de pandemie in De Limburger, 27 januari 2021:
De pandemie laat ook de literaire wereld niet onberoerd. Lezingen vallen weg, nieuwe uitgaven belanden in de ijskast. Acht Limburgse auteurs (o.a. Peter Buwalda, Connie Palmen en de In de Knipscheer-auteurs Ton van Reen, Peter Lenssen en Niek Bremen) vertellen over de impact van de crisis die soms ook voor nieuwe inspiratie zorgt. (…) Niek Bremen sloeg aan het opruimen en vond in een map van de rommelmarkt een – incompleet – dagboek van de joodse Dini Wolff uit Sittard. Van de dagboekfragmenten heeft Bremen een verhaal gemaakt, dat binnenkort verschijnt in een bundel. (…) Peter Lenssen hoopt dat zijn roman ‘Genoeg geweest’ over grootschalig afluisteren en bespioneren van mensen en de psychische en sociale gevolgen daarvan binnenkort alsnog in de winkel ligt. (…) Ton van Reen, die zijn 60-jarig schrijversjubileum viert, betreurt vooral het afgelasten van lezingen, omdat hij graag contact met zijn lezers heeft, maar was in het coronajaar wel bijzonder productief. (…)
Lees hier het artikel
Meer over Niek Bremen
Meer over Peter Lenssen
Meer over Ton van Reen

«Tussen de leut en de dood.» – Albert Hagenaars

Albert_Hagenaars (1)Corona-feest’ van Albert Hagenaars op Brabant Literair, 18 april 2020:
Grote delen van Noord-Brabant en Limburg vormden al in het beginstadium de epicentra van Covid-19 in Nederland, hoogstwaarschijnlijk omdat in deze gebieden carnaval uitbundig wordt gevierd. Het samengaan van de pandemie, die tot afstand houden dwingt, met het oeroude lentefeest dat juist symbool staat voor nieuw leven en saamhorigheid fascineerde me in hoge mate. Toen de redactie van Brabant Cultureel me vorige week vroeg om een bijdrage voor een reeks gedichten over het Corona-virus wist ik daarom meteen dat ik dit contrast als uitgangspunt zou nemen en ook dat de tegenstelling tussen de leut en de dood al in de titel tot uitdrukking moest komen. Ik wilde proberen een tekst te maken die kort maar krachtig was.

Corona-feest

Hij zwaait als nooit eerder
en ik zie wat hij ziet:

een man die zichzelf ziet
zwaaien in het raam dat verbindt
en scheidt

met achter hem, donkerder,
indringender, dat andere zwaaien,
het zwieren in overvolle straten

mensen buiten zichzelf van vreugde
tussen billen, dijen en buiken.

Ze hossen en knielen, aanbidden
het vlees, ontkennen het kruis, de as.

We zingen, zwanzen en kussen

we proosten en proesten. Wij hoesten.

Lees hier het gedicht op de site van Brabant Literair
Lees hier de gedichten van collega-dichters in de reeks Dichters over het coronavirus
Meer over Albert Hagenaars bij Uitgeverij In de Knipscheer