Live interview met Jaap Goedegebuure over het kwaad in de Nederlandse literatuur

(foto André Homan)

Peter de Rijk interviewt Jaap Goedegebuure in Pletterij, 10 april 2025:

Op donderdagavond 10 april 2025 knetterden de letteren in het Haarlemse debat-en cultuurpodium Pletterij met Jaap Goedegebuure. De oud-hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde en, gedurende bijna twee decennia, de vaste literatuurcriticus voor Haagse Post/HP De Tijd, doceerde letterkunde aan de universiteiten van Leiden, West-Berlijn, Tilburg en Nijmegen. Goedegebuure publiceerde boeken over onder meer H. Marsman, Jeroen Brouwers, Frans Kellendonk, het fin de siècle, literatuur en religie, en poëzie en mystiek. Sinds 1975 recenseert hij voor tal van kranten en tijdschriften. Van Jaap Goedegebuure verscheen vorige maand Sympathie voor de duivel, een kloeke bundel essays over de verbeelding van het kwaad in de literatuur van onze lage landen, waarin je niet uitgelezen raakt. Je hebt het kwaad van grensoverschrijdend gedrag zoals lustbeleving, of  het kwaad van de oorlogsmisdadigers, zoals in het werk van de overleden Haarlemse schrijvers Harry Mulisch en Louis  Ferron, of het satanische kwaad van de griezelromantiek en de gothic novel van bijvoorbeeld wijlen Renate Dorrestein, een geliefd auteur die ook in deze regio woonachtig was. In zijn bundel Door de jaren heen lezen, een bundel over boeken en schrijvers uit 2018, schrijft Jaap Goedegebuure over recenseren en refereert dan aan twee voorvallen waarbij auteurs van In de Knipscheer betrokken waren. Ik citeer: «Wie recenseert, krijgt onvermijdelijk te maken met wrok en agressie. Toen Michaël Zeeman de klauwhamerpoëzie van de Maximalen had afgedaan als ‘een teil rotte vis’, kreeg hij bij wijze van vergelding een emmer van dat spul over zich heen. Eerder had zijn collega Aad Nuis het gewaagd om aanmerkingen te maken op de bloemrijke stijl van Léon de Winter, die een personage had laten glimlachen ‘als een geslacht varken’. Bij de redactie van de Haagse Post liet De Winter omgaande een varkenskop bezorgen; kon de criticus met eigen ogen zien hoe adequaat zijn beeldspraak was.» Het gesprek over ‘Sympathie voor de duivel’ tussen Jaap Goedegebuure en uitgeverijredacteur Peter de Rijk begint op de tijdlijn vanaf  05:10 en eindigt op 38:32. Wat is het kwaad? Bestaat het? In weerwil van Rutger Bregman: de meeste mensen deugen niét. Achtereenvolgens komen o.a. langs Louis Couperus (Noodlot, Eline Vere), Gerard Reve, Jacob Israël de Haan (Pijpelijntjes), Renate Dorrestein (Hart van steen), Conny Palmen (o.a. over Pim Fortuyn), Manon Uphoff, de Franse filosoof Bataille, Frans Kellendonk, Louis Paul Boon, Harry Mulisch (Siegfried).

Kijk hier naar het programma
Kijk hier naar de foto’s die André Homan maakte
Meer over Sympathie voor de duivel
Meer over Jaap Goedegebuure bij Uitgeverij In de Knipscheer

«‘Zwijgplicht’ geeft zicht op de keerzijde van fatsoen.» – Carinne Elion-Valter

Opmaak 1Over ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink in Ponder*, nr. 42, juli 2018:
De roman ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink speelt zich af in Nederland rond WO 1 en in de decennia daarna. De roman verhaalt over de zoektocht naar de eigen naam van een Belgisch vluchtelingenkind dat de aangenomen dochter is van een homoseksuele notaris en zijn vrouw, een voormalig prosituee. (…) ‘Zwijgplicht’ is gebaseerd op historische feiten. (…) Alleen goede daden vermochten de brug te slaan tussen wet en werkelijkheid. Zo was ieder in deze roman slachtoffer van het masker van orde en regelmaat dat de 19de en begin 20ste eeuw droeg. Het is daarom te prijzen dat Theo Stokkinks verhaal zicht geeft op de keerzijde van fatsoen.
*] Mededelingenblad van de Stichting ter bevordering der notariële wetenschap
Klik hier voor het artikel
Meer over ‘Zwijgplicht’
Meer over Theo Stokkink bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Bijzonder levensverhaal goed gedocumenteerd.» – Ingrid Glorie

Opmaak 1Over ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink op Voertaal, 25 januari 2018:
(…) ‘Zwijgplicht’ is een historische familieroman. Theo Stokkink vertelt hierin het bijzondere levensverhaal van zijn moeder, Hélène. (…) De roman omspant de periode 1913-1948. Hoewel Stokkink het verhaal van zijn moeders leven systematisch afwerkt, lijkt de belangstelling van de auteur toch vooral uit te gaan naar het leven van zijn grootvader, Theo Borret, en de impact die Wet 248bis in die beginjaren op de Amsterdamse homogemeenschap heeft gehad. Stokkink heeft zich goed gedocumenteerd en beschrijft Theo’s leefwereld tot in detail. Verschillende bekende figuren, zoals Jacob Israël de Haan (schrijver van het “schandaalboek” Pijpelijntjes) en Louis Couperus, krijgen een glimpoptreden in het verhaal. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Zwijgplicht’
Meer over Theo Stokkink bij Uitgeverij In de Knipscheer