«Stefaan van den Bremt raakt zijn lezers tot in hun diepste vezels.» – André Oyen

VoorplatBlauwSlikOver ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt op iedereenleest.be, 18 april 2014:
Voor de dichter wijst [de titel van de bundel] op de afzetting van een engagement in een wereld vol taal. Een taal die Stefaan van den Bremt kneedt, streelt, en tot in de finesse weet te benutten. Naast hele nieuwe originele dingen draagt hij ook gedichten op aan groten, zoals Gezelle, Martinus Nijhoff, Roca, Borges, Machado en Nietzsche en laat hen ook doorklinken in deze bundel. Maar ook als de dichter van het fijne verstilde gedicht waarin taal sober en broos uit zijn pen sijpelt weet Stefaan van den Bremt zijn lezers te raken tot in hun diepste vezels.
Lees hier de recensie of hier

«Een verstild gedicht van Stefaan van den Bremt is mij het liefst. Door de taal, door het pure en de eerbied voor het kleine.» – Ezra de Haan

VoorplatBlauwSlikOver ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 4 november 2013:
Stefaan van den Bremt stelt hoge eisen aan zichzelf en aan zijn lezers. Zijn gedicht De poëzielezer zou je als een handleiding bij het lezen van gedichten kunnen zien.(…) De bundel bestaat uit drie afdelingen: Staande voor de sfinx, Een smaak van tijd en Ga maar er is geen weg. De woorden die je in de gedichten tegenkomt, tonen een Vlaming en de taalrijkdom die daarbij hoort. Zet je de mooiste woorden op een rij dan ontstaat al een gedicht. Orewroet, steltletters, stuifwater en zuurte. Knarrentijd, knoeselvoeten en kribbebijt. Meteen denk je als Hollander aan Guido Gezelle. (…) Maar ook als de dichter het zonder zijn voorbeelden moet stellen, schrijft hij heerlijke poëzie. Wat genoot ik van het titelgedicht Blauw slik met zijn ‘kwijlt kwelders’, ‘schorre kleibank’ en ‘slikopwaarts’.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Blauw slik’

Stefaan van den Bremt – De oude wereld moe. Essays

Opmaak 1STEFAAN VAN DEN BREMT
De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur

Essays
Nederland
Genaaid gebrocheerd, 336 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-844-2
2013

Wat hebben twee Franstalige Vlamingen, een Fransman van Poolse afkomst, een Nederlander, een Spanjaard, een Chileen, een Colombiaan, een Argentijn, een handvol Cubanen en een andere handvol Mexicanen met elkaar gemeen? Een antwoord op deze vraag ligt al vervat in de titel van dit boek. Al deze auteurs beleven hun tijd als een breekpunt met ‘de oude wereld’.

In De oude wereld moe bundelt Stefaan van den Bremt 16 essays, waarin als een rode draad het thema oud en nieuw loopt. Waar voor Emile Verhaeren en Martinus Nijhoff de trein nog als drager van de moderniteit kan optreden, krijgt Maurice Maeterlincks oceaanstomer te midden van het weiland al iets uitermate verontrustends en is de ten hemel varende Jezus Christus voor Guillaume Apollinaire de eerste vliegenier. Reizen is nu eens het moderne genot bij uitstek, dan weer beladen met de doem van ontworteling en ballingschap.

De ‘oude wereld’ hoeft niet altijd Europa te zijn, al wil het geval hier wel dat veruit de meeste auteurs die in dit boek aan bod komen, afkomstig zijn uit de ‘Nieuwe Wereld’. Niet alleen maar toch vooral wanneer het gaat om Latijns-Amerika en zijn vaak mislukte pogingen om op de trein van de moderniteit te springen, moeten we vaststellen dat wat voor nieuw wordt gehouden soms afgedragen ideologisch goed uit het oude continent of de nu eens verafgode, dan weer vermaledijde Verenigde Staten is.

Niet alle auteurs van wie in dit boek sprake is, zijn overigens onverdeelde voorstanders van wat Octavio Paz de ‘traditie van het breken’ heeft genoemd; dichters als Ramón López Velarde, Nicolás Guillén en Federico García Lorca zijn, naast vernieuwers, ook voortzetters van een aloude traditie die naar gelang van geografische en etnische omstandigheden sterk verschilt.

Andere auteurs in deze bundel onder meer: José Lezama Lima, Pablo Neruda, Jaime Sabines, Juan Gelman, Marco Antonio Campos, Juan Manuel Roca.