Albert Helman – De G.G. van Tellus

ALBERT HELMAN
De G.G. van Tellus

Suriname, Nederland, Roman
Gebonden met stofomslag, 331 blz. 20,–
ISBN 90-6265-400-2
Eerste druk 1994
Nog beperkt leverbaar bij uitgever

De G.G. van Tellus speelt zich deels af in de alledaagse realiteit en deels in een ‘tussenwereld’, een psychische en soms metafysische werkelijkheid. De G.G. en zijn rechercheteam, de Speciale Brigade, houden al sinds mensenheugenis het reilen en zeilen op aarde in de gaten. Doordat zij over zeer bijzondere eigenschappen beschikken gaan ze niet alleen de gangen van de mensen a, maar zijn ze ook in staat om hun zieleroerselen en geheimste gedachten te achterhalen.

Het verhaal begint als op straat een vrouw wordt geslagen. Een schrijver aanschouwt het tafereel en maakt het tot onderwerp van een roman. De lezer volgt de weg die dit boek aflegt, van schrijver naar uitgever, van zetter naar corrector, van vertaler naar boekhandelaar en tenslotte naar de verschillende lezers. Iedereen vormt zich een mening over de beschreven ruzie, al naar gelang zijn of haar achtergrond en maatschappelijke positie. Dit alles vindt plaats onder de oplettende en keurende blikken van de G.G. van Tellus. Ontstemd over de misstanden op aarde en de hardleersheid van de mensen roept de ‘hemelse detective’ alle betrokkenen bij zich, op een van de Waddeneilanden. Hij wijst hen op hun fouten, en draagt eenieder op het zijne of hare daarvan te leren en zich in te zetten voor een betere wereld.

Wie is de G.G. van Tellus? Waaraan ontleent hij zijn macht? Is hij de Gouverneur-Generaal, de Grote Grappenmaker, het Grond-Geweten, of hij wellicht de Goede God? ‘Misschien ben ik wel de Grote Geheimzinnige,’ tart hij zijn toehoorders, ‘ maar het is voldoende mij aan te duiden met de naam van Grijze Gerrit.’

In De G.G. van Tellus laat Albert Helman zijn maatschappelijke betrokkenheid en fenomenale vertelvermogen samenkomen in een verhaal dat even meeslepend als diepzinnig is. Deze roman mag met recht de kroon op zijn oeuvre worden genoemd.

Albert Helman werd op 7 november 1903 in Paramaribo geboren. De schrijver, musicus, journalist, taalkundige en diplomaat speelt een belangrijke rol in de Nederlandse literatuur. Helmans oeuvre omvat tientallen romans, verhalen- en dichtbundels, toneelstukken, biografieën, essays, kritieken en wetenschappelijke studies.
In 1931 vertok Helman naar Spanje, waar hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog correspondent was voor de NRC en De Groene Amsterdammer. toen de fascisten de macht overnamen week hij uit naar Mexico. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef Helman in Nederland, waar hij lid was van de Grote Raad der Illegaliteit en het Kunstenaarsverzet. Na de bevrijding keerde hij terug naar Suriname, waar hij ondermeer werkzaam was als minister van Onderwijs.
In 1962 ontving Helman als eerste Surinamer het eredoctoraat in de letteren van de Universiteit van Amsterdam, voor zijn werk op het gebied van de linguïstiek.
De bekendste van de circa tachtig boeken van de grand old man van de Nederlandse literatuur zijn Mijn aap schreit (1928), De stille plantage (1931), De laaiende stilte (1952), Mijn aap lacht (1955), De foltering van Eldorado (1983), Hoofden van Oayapok (1984 en Peis noch vree (1993). Voor De laaiende stilte kreeg Helman de Vijverbergprijs.

«Roman over macht en onmacht van de literator. Helman beschikt over een superieur verteltalent.» – NRC Handelsblad