Gedichten van Suzanne Binnemans en Leo van der Zalm


In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (1 juni 2021) is het de geboortedag van onder anderen Wiel Kuster, Arie van den Berg en Suzanne Binnemans (1961); ook is het de sterfdag van Richard Minne en Leo van der Zalm (1942-2002). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Ronny Lommen namens het Poëziecentrum Nederland voor het gedicht ‘hij dept zijn tranende ogen’ van Suzanne Binnemans uit haar bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen bundel ‘Omwille van het bloed’ uit 2013. Tevens treft u hieronder aan het gedicht ‘Ode aan de diepvrieskip’ van Leo van der Zalm uit zijn bij Uitgeverij In de Knipscheer uitgebrachte bundel ‘Hollands-Oostersch’ uit 1984). Dat gedicht is ook opgenomen in de door Klaas de Groot samengestelde bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’.

hij dept zijn tranende ogen
hij dept zijn tranende ogen
betast de streek rond zijn hart
zijn hand verraadt
een weke ziel
hij keert terug
naar het vasteland

Ode aan de diepvrieskip

Jij!!!
Koelste onder het
pluimveegewas

Hardste
onder de weekbenigen

Kaalste
onder de geplukten

Met je kop verlost
van al het lijden der wereld
je poten ontdaan
van al het gewicht

Met liefde
zijn je hart en je lever
en het paar van je nieren
opnieuw opgeborgen
in je binnenste

Kip van staal
die de eeuwen doet duren
in een bruidsgewaad
van het zuiverste wit
kristallijnen!!!

Als mijn adem je beroert
ontdooi je
en in de warme omhelzing van tanden
vermeng je je vlees
met het mijne

Meer over ‘Omwille van het bloed’
Meer over Suzanne Binnemans bij Uitgevwerij In de Knipscheer
Meer over Leo van der Zalm bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’

«Volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam?» – Levity Peters

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury op MeanderMagazine, 18 februari 2014:
Het wonderlijkste van de poëzie van Nydia Ecury is dat je haar kunt blijven lezen; ze bevat blijkbaar dat mysterieuze aspect dat je keer op keer tot je wilt nemen, ook al ken je de gedichten van buiten. Het is, om Nijhoff te parafraseren, alsof je meer leest dan er staat. (…) Zulke volmaakte, eenvoudige poëzie, in die volgorde: volmaakte eenvoudige poëzie, waarom is die zo zeldzaam? Omdat zulke poëzie niet gemaakt wordt, maar geboren. Nydia Ecury had haar hart op de tong, en de taal leefde in haar hart; anders kan ik het levende van haar gedichten niet verklaren. Behalve met nog iets: Liefde. Wat mij het meeste raakt is de warmte waarmee elk gedicht geladen is. Ook het verdrietigste. Het zijn de gedichten van een vrouw die sterk genoeg was om haar zwakheid te kunnen blootgeven; dat gaat verder dan aanvaarden.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’