«Multatuli ook in Indonesië belangrijkste schrijver uit de Nederlandse koloniale geschiedenis.» – Artien Utrecht

Parelduiker 4-22Artien Utrecht over ‘Postkoloniale kritiek is bittere noodzaak’ in De Parelduiker, jaargang 27, nummer 4:
(…) Ziehier het grote belang van postkoloniale studies voor het heden: indien we verandering ten goede nastreven, moeten ook de oorsprong en de gedaanten van het diep verankerde koloniale denken tegen het licht worden gehouden, niet alleen in Nederland maar ook in het Indonesië van nu. (…) Postkoloniale kritiek is bittere noodzaak omdat het de op racisme en ongelijkheid gebaseerde koloniale verhoudingen en het koloniale denken ter discussie stelt. (…) Multatuli wordt ook in Indonesië gezien als de belangrijkste schrijver uit de Nederlandse koloniale geschiedenis. (…)
Artien Utrecht (1950) is opgegroeid in Indonesië en kwam op haar twintigste naar Nederland. Ze was betrokken bij de organisatie van het International People’s Tribunal 1965 (Indonesië) in 2015. Dit jaar verscheen haar essaybundel ‘Razende stiltes’.
Lees hier haar bijdrage aan ‘De Parelduiker’
Meer over ‘Razende stiltes’

«Gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate beschrijvingen.» – Marjan Bex

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op De Leeswolf en MappaLibri, 2014, 2020:
Barney Agerbeek werd geboren in Surabaya, bracht er zijn eerste levensjaren door en keerde later terug naar zijn geboorteland om er enkele jaren als bankier te werken. Dit inspireerde hem tot verscheidene dichtbundels en één verhalenbundel (‘Schaduw van schijn’, 2013). Nu is er de roman ‘Njai Inem’. Het jonge Javaanse meisje Inem wordt omstreeks 1930 gedwongen op de plantages van Sumatra te werken als de persoonlijke bediende (‘njai’) van een Nederlandse opzichter. Op dat moment maakt Indonesië nog deel uit van de Nederlandse koloniën. Hoewel Inem naar de afgelegen gebieden gelokt was met de belofte contractarbeider te worden, dwingen de plaatselijke verantwoordelijken haar om in te trekken bij de Europese rubberplanter. In de praktijk betekent dat dat zij hem in alles van dienst moet zijn, en dat zij dus zijn geliefde moet worden. Barney Agerbeek geeft in zijn eerste roman beurtelings het woord aan de njai en de ‘toean’ en probeert zich in te leven in de eenzaamheid van beiden, en in het misbruik dat er jarenlang gemaakt werd van de inlanders. Het resultaat is gebalanceerd boek dat uitblinkt in de sobere maar zeer accurate en gedetailleerde beschrijvingen van de sfeer en het landschap van het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. (…) Deze zeer indringende roman is een boek dat je niet zomaar opzij legt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Niemand anders kan zijn herinneringen zó precies opschrijven.» – Hans Vervoort

VoorplatClaireObscure-75Over ‘Claire Obscure’ van Peter Andriesse, Facebook 28 april 2017:
De herinneringen zijn nog heel levendig en niemand anders kan ze zó precies opschrijven als hij. En natuurlijk lopen de verhalen altijd verkeerd af. Dat weet je als lezer van zijn werk. De verrassing zit bij Andriesse in de manier waaróp zo’n seksueel avontuur en de bijbehorende verliefdheid verkeerd afloopt. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Claire Obscure’
Meer over Peter Andriesse bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een verhaal waar je koud van wordt.» – Ezra de Haan

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op Literatuurplein, 8 januari 2015:
Als in een film trekken de ervaringen van de drie jonge contractarbeiders aan ons voorbij. Wat ze voelen komen we via Inem te weten. In deel vier komt daar een interessante component bij: het denken van de planter waarbij Inem terecht is gekomen en aan wiens wensen ze moet voldoen. Zonder van deze man een karikatuur te maken, wat overigens al te makkelijk was geweest, beschrijft Agerbeek niet alleen de dilemma’s waar hij voor komt te staan maar ook zijn gevoelens daarbij. Juist daardoor wordt het een mens van vlees en bloed. Natuurlijk maakt hij wreed misbruik van de situatie van meisjes als Inem, dat staat buiten kijf. En ook de wijze van handelen op de plantage is hard… maar regelmatig rechtvaardiger dan je zou verwachten. Net zoals je verbaasd bent over het geduld dat hij met zijn njai heeft en de privileges die hij haar geeft. Juist door dat ‘grijs’ te tonen stijgt het verhaal boven het zoveelste boek over ‘ons Indië’ uit. Eigenlijk toont een roman als die van Barney Agerbeek aan dat grote romans als Heren van de thee van Hella S. Haasse langzaam maar zeker uit de tijd raken. Er valt immers over die periode ook een ander verhaal dan dat van de planters alleen te vertellen. ‘Njai Inem’ is daar een goed voorbeeld van.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

Barney Agerbeek – Njai Inem. Roman

VoorplatNjaiInem75BARNEY AGERBEEK
Njai Inem
Kroniek van een steen
Roman
Nederland – Indonesië
Genaaid gebrocheerd, 20 cm x 14,50 cm, met flappen
176 blz. € 19,50
ISBN 978-90-6265-864-0
oktober 2014

Door armoede gedreven besluit het Javaanse meisje Inem contractarbeider op een rubberplantage te worden. Zij wordt bij aankomst van haar dorpsgenoten gescheiden en door een mandoer naar het huis van de planter geleid.

‘Moet ik zijn njai worden, ibu?’ vraag ik met toegeknepen keel. ‘Kan ik niet zeggen dat ik op het land wil werken? Met mijn vrienden?’
Ibu glimlacht en schudt haar hoofd
.

De Indisch-Nederlandse schrijver Rob Nieuwenhuys gaf in zijn boek Komen en blijven (1982) bekendheid aan het begrip ‘njai’: een inheemse vrouw die in Nederlands-Indië gedwongen werd samen te leven met een Europese man, haar ‘toean’. Zij was zijn persoonlijke verzorgster en uit hun relatie kwamen vaak kinderen voort. De njai kan daarom worden beschouwd als de oermoeder van vele Indische mensen.

Met gevoel voor verhoudingen in de koloniale wereld weet Barney Agerbeek in Njai Inem tot in detail de omstandigheden te treffen, waarin een willekeurige njai omstreeks 1930 op een Sumatraanse plantage moet hebben verkeerd. Agerbeek nodigt de lezer uit om door de ogen van twee zeer diverse personages het schrijnende bestaan te doorvoelen van een ‘contractkoelie’. Het verhaal van de njai is doordrenkt met de geest van Midden-Java en geeft een overtuigend beeld van de ontreddering en het isolement van Inem, een sterke maar door het lot geknevelde vrouw.

‘De auteur weet zich verrassend goed te verplaatsen in zijn personages. De benadering van de Hollandse planter en de njai is uitermate genuanceerd.’ – Willem G. Weststeijn

Barney Agerbeek (1948) werd geboren in Surabaya en vertrok in 1952 met zijn ouders naar Nederland. Tijdens zijn lange, internationale bankloopbaan woonde en werkte hij in de jaren negentig gedurende vierenhalf jaar in Indonesië. Na zijn pensionering maakte hij de oversteek van de financiële wereld naar het domein van de literatuur en de beeldende kunst.
Hij is auteur van twee dichtbundels, Opzij van mensen (2003) en Elke dag is zondag (2005), en monografieën over Floris Meydam en Nelson Carrilho. Ook leverde hij bijdragen aan literaire tijdschriften als Nynade, Indische Letteren, Extaze en Avier. In 2013 debuteerde hij bij Uitgeverij In de Knipscheer met de verhalenbundel Schaduw van schijn.
Meer over Barney Agerbeek

«Zijn regels te lezen is puur genot.» – Ezra de Haan

Over ‘Alles is voor even’ over Aya Zikken van Kees Ruys op Literatuurplein.nl, 10 april 2013:
Eigenlijk komen in Alles is voor even twee schrijftalenten met een gemeenschappelijk liefde, die voor Indonesië, samen. Aya Zikken heeft het oude Nederlands-Indië nog meegemaakt, Ruys probeert het weer tot leven te wekken. Beiden willen het beschrijven zonder in larmoyante nostalgie te verzinken. Dat Kees Ruys schrijven kan, weet de liefhebber. Met deze biografie laat hij zien ook dit genre te beheersen. Zijn regels te lezen is puur genot. De 23 pagina’s lange brief aan Aya Zikken waarmee het boek besluit zie ik dan ook als het verbindingsstreepje tussen de twee oeuvres. (…) Het eindresultaat is een boek dat er wezen mag. Zikkens hele oeuvre komt ter sprake. Haar leven was bewogen genoeg en zorgt ervoor dat de lezer blijvend geboeid tot de laatste pagina doorleest. Alles is voor even is de biografie geworden die Aya Zikken verdiende: een gedenksteen met het patina dat alleen door het voortschrijden van tijd ontstaat. Ruys veegde het mos eraf en toont ons de schoonheid ervan.

Lees hier de hele recensie

Meer over de biografie over Aya Zikken

«Ruys volgt een werkwijze die betrekkelijk uniek is voor een schrijversbiografie.» – Kester Freriks

Over ‘Alles is voor even’ over Aya Zikken van Kees Ruys in NRC Handelsblad, 29 maart 2013:
In de biografie ‘Alles is voor even. Het bewogen schrijversleven van Aya Zikken’ geeft Kees Ruys een gedetailleerde weergave van Aya Zikkens
literaire werk en de veelal autobiografische bronnen waaruit het is ontstaan. (…) ‘Alles is voor even’ is een boeiende biografie, soms zelfs meeslepend in de passages waarin Aya Zikken vecht voor erkenning en vecht voor haar schrijverschap.

Lees hierhier de recensie

Meer over de biografie over Aya Zikken

«Aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo.» – Petra Teunissen-Nijsse

Over ‘De dubieuzen’ van Alfred Birney in Arabesken nr. 40, 1 november 2012:
Birneys inleiding over de begrippen ‘Indo’, ‘Indisch’, ‘Hollander’ en ‘koloniale literatuur’ legt duidelijk de pijnpunten bloot. Er is veel verwarring over deze begrippen, door tekortschietend historisch besef of door politiekcorrecte angst voor racisme. Birney stelt uiteindelijk voor om de term ‘Indisch’ als een cultureel begrip op te vatten en de term ‘Indo’ als een etnisch begrip. (…) In zijn omvangrijke essay laat Birney zien dat de Indo-schrijvers het multiculturele leven in Nederlands-Indië anders beschrijven dan Couperus en Multatuli. Hij geeft enkele aansprekende voorbeelden van de beeldvorming rond de Indo en zijn ‘dubieuze’ status. Ook trekt hij interessante parallellen tussen ‘liplappen’ en ‘sinjo’s’, en jonge halfbloeden in onze huidige samenleving.

Lees hier de recensie

Meer over De dubieuzen

Ida Does/Wim Willems ‘Ik ben een Indo ja, en zo wil ik leven…’ Tjalie Robinson (1911-1974) DVD

IDA DOES/WIM WILLEMS
‘Ik ben een Indo ja, en zo wil ik leven…’ Tjalie Robinson (1911-1974).
DVD
DVD € 12,50
Nederland/Indië
2012
ISBN 978-90-6265-609-7

Dit audiovisuele portret (20 minuten) van het Indische icoon Tjalie Robinson (pseudoniem van Jan Boon) is samengesteld uit historisch archiefmateriaal – beeld en geluid. Ook is gebruikgemaakt van de fotocollectie die ten grondslag heeft gelegen aan het boek Tjalie Robinson. Biografie van een Indo-schrijver door Wim Willems. Voorts zijn filmbeelden uit de privé-collectie van kleindochter Siem Boon en G.J. van Lonkhuyzen in het portret geïntegreerd. Deze amateurbeelden zijn vooral zo uniek vanwege de zeldzame bewegende beelden van de man die ooit ‘de stem van Indisch Nederland’ is genoemd. Ook zijn fragmenten te zien uit interviews met zijn weduwe, de journaliste Lilian Ducelle. De literaire en historische analyses van het werk van Robinson, die tevens schreef onder het pseudoniem Vincent Mahieu, komen voor rekening van de Nederlandse letterkundige en schrijver Rob Nieuwenhuys en neerlandicus Peter van Zonneveld. De belevingswereld van de schrijver wordt in dit portret eveneens ontvouwd aan de hand van fragmenten uit voordrachten van de auteur zelf – en passages voorgelezen door de Haagse toneelspeler Coen Pronk. De televisiebeelden van de crematie van Tjalie Robinson en de foto’s van het verstrooien van zijn as in de baai van Jakarta (Indonesië) sluiten de beeldvertelling af.

Wim Willems publiceerde recentelijk over Tjalie Robinson in Extaze 2011-0

Meer over Tjalie Robinson