Over ‘Mens is de naam’ van Philip Hoorne in Poëziekrant, maart-april 2025,
Zonder overhaasting bouwt Philip Hoorne (1964) zijn poëtisch oeuvre uit. ‘Mens is de naam’ is zijn achtste dichtbundel sinds hij in 2002 debuteerde in de ‘Sandwich’-reeks van Gerrit Komrij. En wat opvalt bij dit alles is de ‘stem’ van Hoorne, die direct herkenbaar is binnen het klankkoor van de talloos velen die zich geroepen voelen uiting te geven aan hun dichterlijke aspiraties. (…) Voor Hoorne komt het erop aan in zijn verzen even te verpozen bij het onverwachte dat kleur geeft of kan geven aan een voor het overige vaak mistroostig en weinig inspirerend bestaan. En er is meer: de Ensoriaanse maskerade van het intermenselijk bestaan wordt, zoals het omslag van de bundel lijkt te suggereren, doorprikt. (…) Vaak weet Hoorne te verassen met een onverwachte insteek voor zijn gedichten. (…) Altijd is er wel ergens wel een onverwachte wending die de plannen van de in de gedichten opgevoerde personages weet te doorkruisen. (…) Zo eindigt het titelgedicht ‘Mens is de naam’ met deze veelzeggende verzen: ‘een mens is maar een mens / van mens-zijn ga je dood.’ (…)
Lees hier verder