«Essays on Dutch colonial classics, some well known, others hidden gems — I discovered Frans Lopulalan’s ‘Onder de sneeuw een Indisch graf ‘.» – Rosemarijn Hoefte

VoorplatSneeuw-75Over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ van Frans Lopulalan in New West Indian Guide [nr.96], april 2022:
(…) ‘De nieuwe koloniale leeslijst’, edited by Rasit Elibol (Amsterdam: Das Mag, 2021, paper €21.99), consists of 22 essays by established authors, poets, and critics on how to (re)read, (re)discover, and rethink Dutch colonial classics. Some are well known, such as ‘Max Havelaar’ by Multatuli, others may be hidden gems—I discovered Frans Lopulalan’s ‘Onder de sneeuw een Indisch graf ‘ (1986) on Moluccan experiences in the Netherlands. Ten chapters cover nine novels and one volume of poetry on the Caribbean published between 1931 and 2018: ‘De Stille plantage’ by Albert Helman (Xandra Schutte), ‘Mijn zuster de n[egerin]’ by Cola Debrot (Stephan Sanders), ‘Sarnami, hai’ by Bea Vianen (Warda El-Kaddouri), ‘Dubbelspel’ by Frank Martinus Arion (Kees ’t Hart), ‘Kollektieve schuld’ by Edgar Cairo (Rasit Elibol), ‘Over de gekte van een vrouw’ by Astrid [H] Roemer (Basje Boer), ‘Schilden van leem’ by Boeli van Leeuwen (Yra van Dijk), ‘De morgen loeit weer aan’ by Tip Marugg (Michiel van Kempen), ‘Badal’ by Anil Ramdas (Manon Uphoff), and ‘Habitus ‘by Radna Fabias (Alfred Schaffer). Despite the (deliberately?) awkward title, this is a rewarding read.
Bron
Meer over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’
Meer over ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ op deze site
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Bea Vianen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ze ontvluchtte de verstikking in Suriname door naar het land te gaan dat ze verantwoordelijk hield voor de wantoestanden.» – Warda El-Kaddouri

90-6265-289-1Over ‘Sarnami, hai’ van Bea Vianen in De nieuwe koloniale leeslijst van De Groene Amsterdammer/Das Mag Uitgevers, maart 2021:
Het verhaal van Suriname van binnenuit, zo wordt het werk van Bea Vianen het meest gekarakteriseerd. En dat is niet onterecht, maar nog specifieker is het het verhaal van Suriname beschreven vanuit een vrouwelijk perspectief. Hoewel Vianen ook poëzie en korte verhalen op haar naam heeft staan, staat zij vooral bekend om haar romans. ‘Sarnami, hai’ (…) werd een van de meest gelezen en meest geliefde romans in het Suriname van haar generatie. Als eerste vrouwelijke romanschrijver inspireerde Vianen met haar klassieker andere Surinaamse schrijvers, zoals Astrid Roemer, (…) die haar bedankt toen die de P.C. Hooftprijs in ontvangst nam. Een belangrijk thema in haar werk is de drang naar vrijheid. (…) Ze wordt gezien als een van de belangrijkste Nederlands-Caraïbische auteur van de vorige eeuw. (…)
In ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ komen bijdragen aan bod van en over de volgende (soms voormalige) In de Knipscheer-auteurs: Frans Lopulalan, Alfred Birney, Albert Helman, Bea Vianen, Frank Martinus Arion, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Boeli van Leeuwen, Michiel van Kempen, Tip Marugg.
Meer over Bea Vianen en ‘Sarnami, hai’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over de koloniale leeslijst op deze site

‘Waren zij de trieste erfgenamen van het Nederlandse kolonialisme?”- John Jansen van Galen

BeaVianenMichaelSlory
Bij het overlijden van Michaël Slory en Bea Vianen in Argus (nr. 46), 22 januari 2019:
Kort na elkaar overleden twee iconen van de Surinaamse literatuur: dichter Michael Slory en schrijfster Bea Vianen, beiden 83 jaar oud, nazaten van de jaren zestig. Weerspiegelt zich in hun tragische levensloop de geschiedenis van hun geboorteland? John Jansen van Galen heeft hen gekend. (…) Slory bleef dichten, over het alledaagse leven in Suriname, over straatvuil en stakingen, over Nelson Mandela en Hillary Clinton, over kokospalmen en de onbereikbare schoonheid van de zwarte vrouw. (…) Gedichten als het poëtisch commentaar op de actualiteit van een ‘absolute dichter’, die zijn levensprogram samenvatte als ‘Ik zal zingen om de zon te laten opkomen’. Maar ook in de verzuchting, die de titel is van een documentaire over hem: ‘Als de droom over is….’. (…) Bea Vianen was in 1957 als 21-jarige onderwijzeres naar Nederland vertrokken. (…) Uit haar debuutroman ‘Sarnami hai’ blijkt wel hoe goed ze ook het verstikkende Hindoestaanse milieu kende. In ‘Strafhok’ heeft ze heel Suriname beschreven als een wemeling van volksgroepen waarbinnen men elkaar voortdurend controleert en beloert. De benauwenis slaat de lezer tegemoet. (…). Ze was in die tijd bevriend met Adriaan Morriën en Marte Röling, later geremigreerd en opnieuw uit Suriname gevlucht, altijd opgejaagd, rusteloos zwervend, cirkelend om het land heen, om er niet heen terug te hoeven keren en er uiteindelijk toch eindigend in een schamel hospitaal.
Lees hier het artikel
Meer over Bea Vianen op deze site
Meer over Michaël Slory op deze site

«Politiek, etniciteit, seksualiteit, ingeperkte vrijheid: het zijn vaste motieven in Vianens werk.» – Michiel van Kempen

Bea Vianen (copyright Els Kirst) (foto Els Kirst)
Over Bea Vianen (6 november 1935 – 6 januari 2019) in De Groene Amsterdammer, 23 januari 2019:
Bea Vianen zette als eerste vrouwelijke romanschrijver de Surinaamse letteren op de kaart als een literatuur die kon getuigen van kritisch zelfinzicht. Maar de scherpte van haar eerste romans loste gaandeweg op in het gruis van haar bestaan. Bea Vianen, geboren uit een gemengd-etnische relatie, groeide op in een omgeving van hindostanen en Javanen. Toen ze acht jaar was overleed haar moeder aan tuberculose en werd ze in een kostschool geplaatst. (…) Bea Vianen was een sensitieve vrouw die schreeuwde om onafhankelijkheid en vrijheid, gevormd door conflicterende religies en culturen, Nederland en het laat-kolonialisme en in heel die verwarrende kluwen verdwaald geraakt. ‘Sarnami, hai’ (Suriname, ik ben). Suriname is Bea Vianen. Michiel van Kempen is hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren aan de UvA.
Lees hier het artikel
Meer over Bea Vianen op deze site

Bea Vianen is niet meer

data39982651-d7cddd Foto Els Kirst

Angst

Schrijven en dan wachten tot de schemering is ingetreden
Minder beschaamd om wat er mis ging met mimiek
En dat went. Misschien doe ik de kamer aan kant.
Haal ik wat boodschappen zoals twee eieren.
Misschien wel drie. Kan ik daarna vertrekken
Of zou het kunnen dat het mij nooit meer lukt?

De Surinaamse schrijfster Bea Vianen, geboren op 6 november 1935, is op 6 januari 2019 op 83-jarige leeftijd in Suriname overleden. Ik kreeg het vandaag te horen, zo kort nog na het overlijden van leeftijd- en landgenoot Michaël Slory. En toch schrik ik weer. Van 1969 t/m 1973 beleefde ze haar grote periode bij Uitgeverij Querido met de publicatie van vier romans waarin de Hindoestaanse migratie tot en met haar eigen komst naar Nederland een voornaam thema is. Vanaf 1984, toen we al tal van jongere Surinaamse schrijvers in ons fonds hadden, tot en met 1988 gaven we drie van deze vroege romans opnieuw uit. Immers, zij was een belangrijk schrijver, de vrouwelijke stem in de Surinaamse literatuur, die niet in de vergetelheid mocht raken. En natuurlijk in de hoop dat het heruitgeven van die drie romans tot nieuw proza zou kunnen leiden. Dat proza kwam er niet, wel twee dichtbundels Over de grens in 1986 en Op het laatst krijgen we met z’n allen donderop in 1989. De relatie tussen deze uitgeverij en haar was niet een heel gelukkige. In die jaren tachtig was zij nergens thuis en reisde ze in veel Zuid-Amerikaanse landen, Curaçao incluis, en raakte daar keer op keer in problemen. Dan werd ik midden in de nacht door de marechaussee gebeld of ik haar kon ophalen van Schiphol. En ik heb wat met haar in lange rijen voor loketten gestaan om het zoveelste paspoort of woonvergunning of uitkering te regelen. In de jaren negentig, toen de uitgeverij aan het Singel in Amsterdam huisde, stond ze ineens op de stoep met naast haar al haar schamele bezittingen. Nergens thuis, zeker niet meer in Nederland. Misschien dan toch het beste terug naar de moederschoot in Suriname. Strafhok of paradijs? Ik verscheepte haar gasfornuis, koelkast en andere huisraad naar Paramaribo en bracht haar letterlijk tot aan de deur van het vliegtuig. Ze was met mij te ver gegaan, over de grens. Dat voelde toen al als een noodzakelijk definitief afscheid en dat bleek het ook te zijn. Ik reageerde allergisch op haar, kon de telefoon niet opnemen als ze belde. Ik ben er niet fier op. Zo vervaagde ons rechtstreekse contact, zoals haar vele faxen hun kleur en leesbaarheid zijn kwijtgeraakt. Niet meer gesproken, niet meer gezien. Wél nog steeds gelezen: twee gedichten met trots gebloemleesd door Klaas de Groot in Grenzenloos, dat nog geen maand geleden het licht zag. Want wat een schrijfster was ze! En met recht verklaren vele van haar inmiddels talrijke opvolgers van latere generaties zich schatplichtig aan haar. Niet voor niets was Bea Vianen een van de auteurs aan wie Astrid H. Roemer in 2016 haar P.C. Hooftprijs opdroeg.

franc knipscheer

Meer over Bea Vianen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Deze P.C. Hooftprijs laat ons weer eens naar het Westen kijken en dat is goed.» – Arjen Fortuin

90-6265-289-1Over o.a. Astrid H. Roemer, Bea Vianen, Iraida van Dijk-Ooft, Karin Lachmising, Sakoentela Hoebba, Mala Kishoendajal in NRC Handelsblad, 20 mei 2016:
(…) Een van de auteurs aan wie Astrid Roemer haar P.C. Hooftprijs opdroeg, was Bea Vianen, een nog veel vergetener schrijfster. Schrijvers helemaal niet kennen is een beschamende zaak voor een criticus, dus ging ik snel naar een klein antiquariaat om Vianens debuut ‘Sarnami, hai’ te kopen. (Het is vrij recent herdrukt, maar zo klinkt het iets minder beschamend). Voorlopig vind ik het geweldig. In het openingshoofdstuk beschrijft Vianen hoe een jonge Surinaamse vrouw op bezoek gaat bij een buitengewoon onaangenaam oudje dat een twijfelachtige rol heeft gespeeld in haar familiegeschiedenis. De kakkerlakken lopen bijna over het papier, zo indringend toont Vianen de viezigheid. ‘De vrouw houdt haar hoofd gebogen. Haar gezicht wordt bijna geheel door de gore witte sluier bedekt. Haar blouse is net zo vuil als het laken en de slopen op het planken bed […] De zilveren armbanden rinkelen lui, telkens wanneer zij een blaadje afplukt of een stengeltje wegplukt.’ Het is een fascinerend soort realisme dat Vianen beoefent: hard, soms overwritten, maar met een hoofdpersoon die veel meer wordt gedreven door nieuwsgierigheid dan door missiedrang. (…)
Lees hier het artikel

Bea Vianen – Sarnami, hai

90-6265-289-1Bea Vianen
Sarnami, hai.

Roman, Suriname
Uitgebreid met Nawoord van Jos de Roo
Paperback, 176 blz., € 13,50
ISBN 90-6265-289-1
Derde, verbeterde druk november 1988
Uitgeverij In de Knipscheer, uitverkocht

Sarnami, Hai (Suriname, ik ben) is een klassieke roman over volwassen worden en het zoeken naar identiteit. De hoofdpersoon, het meisje Sita, is de kleindochter van de uit India afkomstige contractarbeiders, maar veel meer over haar verleden weet ze niet. Het zoeken naar haar eigen geschiedenis wordt in de loop van het verhaal (via gewone gebeurtenissen in het ongewone Suriname van de jaren vijftig) steeds meer een gevecht voor een toekomst, die met een studie in Nederland moet beginnen.
Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij behalve Sarnami, Hai drie romans en een dichtbundel: Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984*), Het paradijs van Oranje (1973, 1985*) en in 1974 Liggend stilstaan bij blijvende momenten. In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen en in 1986 en 1989 de dichtbundels Over de grens* en Op het laatst krijgen wij met z’n allen donderop*.]

(*) Ook verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Meer over Bea Vianen op deze site

Bea Vianen – Over de grens. Gedichten

voorplatOverdegrens-75Bea Vianen
Over de grens. Gedichten 1976-1986

Gedichten
Suriname
ISBN 978 90 6265 231 0
€ 15,00
Eerste uitgave 1986

Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij vier romans en een dichtbundel: Sarnami, hai (1969), Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984) Het paradijs van Oranje (1973, 1985) en Liggend stilstaan bij blijvende momenten (1974). In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen.

Vanaf 1976 heeft Bea Vianen, met enkele korte onderbrekingen, in Zuid-Amerika gereisd en gewoond: Bolivia, Columbia, Peru, (vanwaar zij in 1979 een uitgebreide reportage schreef, die als speciale bijlage in Avenue werd gepubliceerd) en Ecuador. Medio 1986 kwam ze weer terug naar Nederland, met een schat aan gedichten en verhalen.

Over de grens. Gedichten 1976-1986, haar eerst publicatie sinds 1979, bestaat uit twee delen: Caribisch Reliëf met in hoofdzaak gedichten die herinneringen aan en gedachten over Suriname omvatten – en Zuidamerikaans Reliëf – met registraties van waarnemingen en ervaringen over de grens van landen en werelden. Poëzie met krachtige, soms fascinerende beelden, sprankelende details en onverwachte associaties, die een tweede bloeiperiode in het literaire leven van Bea Vianen lijkt in te luiden.

Bea Vianen – Over de grens

voorplatOverdegrens-75Bea Vianen
Over de grens. Gedichten 1976-1986

Gedichten
Suriname
ISBN 978 90 6265 231 0
€ 15,00
Eerste uitgave 1986

Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij vier romans en een dichtbundel: Sarnami, hai (1969), Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984) Het paradijs van Oranje (1973, 1985) en Liggend stilstaan bij blijvende momenten (1974). In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen.

Vanaf 1976 heeft Bea Vianen, met enkele korte onderbrekingen, in Zuid-Amerika gereisd en gewoond: Bolivia, Columbia, Peru, (vanwaar zij in 1979 een uitgebreide reportage schreef, die als speciale bijlage in Avenue werd gepubliceerd) en Ecuador. Medio 1986 kwam ze weer terug naar Nederland, met een schat aan gedichten en verhalen.

Over de grens. Gedichten 1976-1986, haar eerst publicatie sinds 1979, bestaat uit twee delen: Caribisch Reliëf met in hoofdzaak gedichten die herinneringen aan en gedachten over Suriname omvatten – en Zuidamerikaans Reliëf – met registraties van waarnemingen en ervaringen over de grens van landen en werelden. Poëzie met krachtige, soms fascinerende beelden, sprankelende details en onverwachte associaties, die een tweede bloeiperiode in het literaire leven van Bea Vianen lijkt in te luiden.

Bea Vianen – Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan

VianenIkeet-75Bea Vianen
Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan

Roman
Suriname
Tweede druk oktober 1984
ISBN 978 90 6265 172 6
€ 17,50
Nog beperkt leverbaar uit archiefvoorraad

Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan is de eerste van een reeks heruitgaven van de vroege romans van de Surinaamse schrijfster Bea Vianan (Paramaribo, 1935). Deze, haar derde na Sarnami hai en Strafhok dateert uit 1972 en vertelt de geschiedenis van enkele schooljongens in een stadsinternaat. In heel treffende bewoordingen laat Bea Vianen zien hoe de dubbele moraal en de armoede hun invloed hebben op het doen en laten van de schooljongens – die uit verschillende bevolkingsgroepen afkomstig zijn – en hoe de vooroordelen verdwijnen in gezamenlijk verzet tegen de ouderen.

Dit schrijnende, sombere, maar aan het slot toch enigszins hoopvolle verhaal krijgt er een dimensie bij doordat men al spoedig beseft dat Bea Vianen met het internaat, waarin men de jeugd tracht klein te houden, een situatie heeft beschreven die op heel Suriname van toepassing is.

Aldert Walrecht schreef over deze roman: ‘In dit “eetboek” zit voor de fijnproever een maaltijd verborgen, waarin hij steeds meer ingredienten ontdekt.’ En Rabin Gangadin over haar oevre: ‘Vianen geeft in haar werken, die de indruk wekken van aan het werkelijke leven ontleende verhalen, de kleur, het aanschijn en de bewogenheid van het ware Suriname.’