«Het emotionele in staccato en de rust van de beschrijvende delen zorgen voor het juiste effect.» – Peter de Rijk

VoorplatBlauweTomaten-75Over ‘Blauwe tomaten’ van Elodie Heloise in Schrijven Magazine, augustus 2023:
In zijn artikelenreeks ‘Wat doet een redacteur? wijdt Peter de Rijk zijn 18de aflevering aan ‘Psychische problemen literair verwoorden’. Eén van de titels die hij noemt is ‘Blauwe tomaten’ van Elodie Heloise: “Zij laat op zeer originele wijze in haar op Curaçao spelende roman zien wat schuld en boetedoening kunnen veroorzaken, met name wanneer er sprake is van een onvermogen om met de eigen beperkingen om te gaan. Korte zinnen verwoorden alle ellende die Dominique overkomt. Je wordt al het ware in haar gedachtestroom meegezogen. ‘Nog meer herrie. Jezus. Dominique vouwt haar handen over haar oren. Haar hart bonkt als bezeten. Een knijpend gevoel in de maagstreek. Misselijk. Angst. Dit is angst. Ze wil zich oprollen en een deken over haar hoofd trekken. Ademen, blijven ademen. In en uit. Het gaat weg. Het gaat zo weg. In en uit. In en uit.’ Heloise kadert de verhitte momenten waarin angst en woede zich opstapelen in langere evenwichtige tekstblokken, waaronder het verslag van de gezinssituatie uit dossiers. Juist het verschil tussen het emotionele in staccato en de rust van de beschrijvende delen zorgen ervoor dat beide het juiste effect bewerkstelligen. ‘Hoe dan ook, in de meeste gevallen denken mensen dat ze gestoord is en in het enkele andere geval wordt ze bewonderd. In beide gevallen is ze alleen. En Marlon valt voor haar nu onder de categorie die haar de sticker ‘gek’ opplakt.’ Een pagina verder: ‘Weet je wat ik het ergste van leven vond? Mensen. Ik hield niet van mensen. Je kon in mijn optiek beter dieren hebben. Die zijn misschien ook hard, maar ik vond ze in elk geval rechtvaardig. De sterkste is de baas. Lekker overzichtelijk. Mensen manipuleren, halen het slechtste in elkaar naar boven. Ze liegen, bedriegen en moorden om de ander te domineren.’’’
Meer over ‘Blauwe tomaten’
Meer over Elodie Heloise bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Goed overwogen nonchalance.» – Peter de Rijk

VoorplatPimJonker75Over ‘Kijkgaten naar binnen’ van W.A. Jonker, 1 december 2015:
W.A. (Pim) Jonker (1955) debuteerde met de geïllustreerde gedichtenbundel Schuld (1986). Tevens publiceerde hij gedichten in Maatstaf licht draait traag de kamer uit, het vervallen hotel fluit, Welkenraedt Hotel Falckenstein, jeuk in zijn haar kruis, de kunstenaar en zijn model in Maatstaf 6 1993 en jeuk in zijn haar kruis in de Volkskrant-bijlage Kunst op komst 1993. Na afgestudeerd te zijn aan de Academie voor beeldende kunsten te Arnhem koos hij voor een organisatorische loopbaan naast zijn kunstenaarschap. Zo was hij, onder andere, parttime programmeur bij de Balie, artistiek leider van de Brakke Grond en directeur van het poppodium Het Paard van Troje in Den Haag. Driemaal stelde Jonker, halverwege de negentiger jaren, de geruchtmakende, underground tentoonstellingen samen van het festival Triple X. Jarenlang was hij lid van de Amsterdamse Kunstraad en de adviescommissie Cultuur en Cultuurhistorie Noord Holland. In het verleden leverde hij tekstuele bijdragen aan publicaties van het voormalige Amsterdamse kunstencentrum Makkom, het blad Mediamatic en het boek Felix Meritis 1789-1989 over de historie van het genootschap in Amsterdam.

Kenmerkend voor zijn beeldende kunst en gedichten is zijn schijnbare, maar goed overwogen, nonchalance. Belangrijk voor hem zijn de sporen die nagelaten worden: de vlekken, Typex, het gat van de punaise, geen leestekens, hoofdletters alleen bij namen en rijm bij toeval. Dat kan als provocerend opgevat worden. Al ligt dat weer aan de toeschouwer. Jonker laat het aan hem of haar over en biedt overal ruimte om zèlf verbanden te gaan leggen. Dat kan die tussen beeld en taal zijn, maar ook tussen regels die, dan weer op de ene, dan weer op de andere wijze, een combinatie kunnen vormen. Juist het schetsmatige, onaffe, schurende, trekt hem aan, het spontane dat ontstaat door te experimenteren. Het levert altijd verrassende gedichten en tekeningen op die iets van de toeschouwer of lezer verwachten. Voor welk standpunt of associatie wordt er gekozen? Is er sprake van humor of cynisme of moet het als uiterst serieus worden opgevat? Misschien helpen Jonkers’ uitspraken: ‘Tekenen en schrijven zijn hetzelfde alleen anders.’ En: ‘Architectuur is beeldende kunst maar dan met een functie.’ Kijkgaten naar binnen is een dichtbundel met illustraties die het moet hebben van invallen, intimiteiten, slordige collages, readymades en flarden van songteksten en bestaande gedichten. In twee delen: Hotel en Onderweg. Daar waar je aankomt en tijdelijk verblijft en het onderweg zijn. Momentopnamen in een leven die wijzen op invulbaarheid. Want wat gaat er gebeuren of waar kom je vandaan? Dat zijn de vragen die in deze bundel mogelijk beantwoord worden.
Meer over ‘Kijkgaten naar binnen’
Meer over W.A. Jonker