«Om niet te hebben gezwegen is waarom ik schrijven wil.*» – Ernst Jansz

VERWACHT
Ernst Jansz
Een Liefdeslied
documentaire roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
264 blz. + fotokatern, incl. cd
€  28,50
ISBN  978-94-93368-19-4
verschijnt 1 november 2024

*]  uit: ‘Er is een lied geschreven

Rudi Jansz wordt geboren op 23 oktober 1914 in Semarang, in het voormalig Nederlands Indië. Hij verhuist op vierjarige leeftijd naar Batavia (Jakarta), waar hij lessen volgt aan de KW III, de Koning Willem III HBS. Op 18 mei 1933 slaagt hij voor zijn eindexamen. Dat jaar vertrekt hij naar Nederland om er wiskunde en Nederlands te gaan studeren. Kerstmis 1937 ontmoet hij in Amsterdam Johanna (Jopie) B echt met wie hij op 18 december 1940 zal trouwen. In augustus 1939 wordt hij, in het kader van de mobilisatie, opgeroepen voor de militaire dienst. Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, haalt de batterij, waar hij als hoogtemeter deel van uitmaakt, 35 vijandige Duitse toestellen uit de lucht. Op 14 mei wordt hij krijgsgevangen gemaakt. Rond 23 mei komt hij vrij en gaat het ondergronds verzet in.

Aanvankelijk is hij werkzaam in de illegale pers, maar in 1943, als de SD zijn groep grotendeels heeft opgerold, helpt hij mensen, later vooral Joodse kinderen, onderduiken. In 1944 treedt hij weer toe tot de illegale pers (De Nieuwsbode) en organiseert hij in de provincies Zuid-Holland en Utrecht de distributie van het illegale nieuws uit Londen. Medio 1944 richt hij met zijn Indische vriend Tutti Webb (later gefusilleerd) een eigen verzetsgroep op, bestaande uit een spionagegroep en een knokploeg (KP), bedoeld om distributiekantoren te overvallen en zo, gewapenderhand, distributiebonnen te bemachtigen voor de onderduikers. Op 6 augustus 1944 wordt hij op de Ringdijk in Amsterdam gearresteerd bij een poging medeverzetsstrijder Cees Ehrends, redacteur van De Nieuwbode, te waarschuwen voor verraad, niet wetende dat deze een dag eerder reeds is gearresteerd. Bij het gevecht dat volgt wordt hij bewusteloos geslagen en belandt in de dodencel in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Op vloeipapier, genaaid in de vuile was, smokkelt hij boodschappen naar zijn vrouw: ‘Ik word niet meer verhoord, liefste, sinds 21 augustus niet meer.’

Waarschijnlijk is zijn dossier tijdens Dolle Dinsdag, 5 september 1944, zoekgeraakt, want op 29 januari 1945 wordt hij op transport gesteld naar het concentratiekamp Amersfoort, waar hij tot het einde van de oorlog verblijft. Na de bevrijding wordt hij, omdat hij zich dan hard maakt voor de onafhankelijkheid van Indonesië, door het Ministerie van Justitie op de zwarte lijst gezet. Zijn aanvraag bij Stichting 1940/45 om een uitkering als oorlogsslachtoffer wordt niet gehonoreerd. Rudi Jansz overlijdt op 22 augustus 1965 in Amsterdam. Er zijn twee kinderen: Ati (1946) en Ernst Jansz (1948).

Aan de hand van 15 nieuwe liedjes vertelt Ernst Jansz in een filmisch verhaal de even onthutsende als ontroerende liefdesgeschiedenis van zijn ouders en de gevolgen voor hem en, onvermoed, voor Ati.

Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Leest u vooral zelf die verhalen.» – Fred de Haas

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddOver ‘Buitenbeentjes’ van Janny de Heer op Caraïbisch Uitzicht, 13 september 2018:
(…) In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren die ‘vluchtelingen’ uit het toenmalige Indië in zekere zin ontheemde vreemdelingen. Maar wel vreemdelingen die vanwege een goeddeels gedeelde cultuur en taal harmonisch konden samenleven met de Nederlandse bevolking die, vanzelfsprekend, niets van hun achtergrond afwist. Voor mij hadden die verhalen ook iets speciaals, iets heel persoonlijks. Toen ik een jaar of twaalf was gingen we vaak op vakantie in Den Haag, waar veel Indische mensen waren neergestreken. Ik speelde met vriendjes en vriendinnetjes die uit de meest exotisch klinkende plaatsen kwamen: Tegal, Semarang, Soerabaja… Ik wist toen niet onder wat voor omstandigheden ze daar hadden geleefd en vond ze alleen maar curieus, aardig en gastvrij. Daarbij zeiden ze af en toe een paar woorden in het Maleis, een taal waarmee ik me een paar jaar heb beziggehouden. Door de onopgesmukte getuigenissen van de mensen uit ‘Buitenbeentjes’ zijn die oude vrienden en vriendinnetjes weer opnieuw gaan leven. Aan mij heeft het boek dus een dankbare ‘doelgroep’ gehad, maar ik ben ervan overtuigd dat er ‘in den lande’ velen zullen zijn die zich door die verhalen zullen voelen aangesproken. Waarschijnlijk zullen de beschreven getuigenissen er ook toe bijdragen dat de lezer wat meer bewust wordt van de ellende die de ‘moderne’ vluchtelingen moeten doormaken en ook wat meer begrip krijgt voor de omstandigheden van andere ‘exoten’ als Surinamers en Antillianen die het soms ook niet gemakkelijk hadden en hebben. Maar leest u vooral zelf die verhalen uit die oude ‘Gordel van Smaragd’, een gordel die op het laatst zo’n gevaarlijke, beklemmende riem zou worden.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Buitenbeentjes’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas op deze site

«Getuigenissen van verwoeste levens, schrijnend in hun eenvoud.» – Fred de Haas

Omslag_Buitenbeentjes_HR.inddOver ‘Buitenbeentjes’ van Janny de Heer n.a.v. presentatie tijdens The Twain Shall Meet, 20 september 2017:
(…) In haar boek laat de auteur een tiental verhalen de revue passeren van individuen en families die op een of andere wijze aan het eind van de Tweede Wereldoorlog vastzaten in ‘Indië’. Die mensen waren blanke Nederlanders of Nederlanders van gemengd bloed, de zogenaamde ‘Indo’s, een oneerbiedig woord, maar niet als zodanig gevoeld in die tijd. Ze hadden tijdens de oorlog vaak onder erbarmelijke omstandigheden vastgezeten in de ‘Jappenkampen’ en, als ze geluk hadden, hun gevangenschap in geestelijk en lichamelijk gehavende toestand overleefd. Na hun verblijf in Japanse gevangenschap riskeerden zij de dodelijke wraak van Indonesische nationalisten die het met geslepen bamboesperen voorzien hadden op de koloniale overheersers uit Nederland en hun ‘meelopers’ die nu beschermd moesten worden door de Japanners, de voormalige vijand die zich aan de geallieerden had moeten overgeven. Wie geluk had kon met veel moeite het voor hen eens zo idyllische Indië verlaten door op een boot naar Nederland te stappen om daar vervolgens ontredderd aan te komen, al of niet overgeleverd aan de genade van familie en vrienden. Hun verhalen, getuigenissen van verwoeste levens, zijn schrijnend in hun eenvoud. Die eenvoud en directheid worden ook weerspiegeld door de schrijftrant van de auteur die niet heeft geprobeerd om het ‘mooier’ te maken door er een pseudo-literair tintje aan te geven. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Buitenbeentjes’
Meer over Janny de Heer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas op deze site
Meer over The Twain Shall Meet op 3 september 2017 in Podium Mozaïek

Lutgard Mutsaers – Roep der Verten. Krontjong van roots naar revival (1)

LUTGARD MUTSAERS
Roep der Verten
Krontjong van roots naar revival

Muziekgeschiedenis + cd
Gebonden, 22 x 22 cm, geïllustreerd, ca. 288 blz. ca. € 29,50
ISBN 978-90-6265-829-9
Verwacht zomer 2014

Krontjong is de overgeërfde heimwee- en/of fernwehmuziek van de huidige nazaten van repatrianten uit Indonesië na de Onafhankelijkheid. Velen zagen Nederland indertijd voor het eerst. De muziek van Nederland bood geen troost. De muziek van Indië wel. Als diasporamuziek heeft krontjong zijn emotionele impact en culturele waarde behouden.
Krontjong is een lange weg gegaan, van lokaal bekende volksmuziek in Nederlands-Indië tot klinkend uithangbord van de Indische identiteit in postkoloniaal Nederland. Ooit kwam de muziek met Indiaas-Maleise ex-slaven uit voormalig Portugees Malakka mee naar Batavia, bolwerk van de VOC. Veel later dook krontjong op als stadse straat- en huismuziek van Indo-Europeanen. Als lower class Indomuziek.
De gouden periode van krontjong als crossoverfenomeen op de grens van tempo doeloe en de moderne tijd lag tussen 1891 en 1911.
Tussen de twee Wereldoorlogen maakten platen, radio en geluidsfilm van krontjong in Indië de actuele populaire muziek van de Maleistalige meerderheid. In Nederland werd toen al een retrovorm van krontjong live gepresenteerd op nostalgische Indische Avonden. Daar bestond het publiek uit Nederlandstalige verlofgangers en gerepatrieerden.

Roep der Verten gaat over geschiedenis, beeldvorming en betekenis van krontjong achter de noten. Over de recente revivalbeweging die krontjong opnieuw uitvond als Indomuziek beyond class. Uit de bronnen komt een grotendeels onbekend verhaal naar voren, met verrassende hoofdrolspelers. Roep der Verten is voor iedereen die wil weten waarom krontjong een wezenlijk deel is van de Nederlandse cultuurgeschiedenis.

Lutgard Mutsaers is de auteur van o.a. Rockin’ Ramona (1989) en Haring & Hawaii (1992), de standaardwerken over respectievelijk indorock en Indische hawaiian in Nederland.

Bij het boek (in de reeks gebonden muziekboeken van In de Knipscheer op het formaat 22,6 x 22,6 cm) hoort traditiegetrouw een unieke cd met
naast veel authentieke opnamen uit de periode 1906-1958 ook recent opgenomen nummers als ‘Asli’ door Julya Lo’ko en Erwin van Ligten, ‘Krontjong é’ door Rudy de Queljoe en Kaz Lux (Brainbox) en ‘Air Laut’ in een remake van het Indisch Muzikanten Collectief.

Meer over ‘Roep der verten’