«Absoluut interessant reisverslag en herinneringen aan een vriendschap.» – Marjo van Turnhout

Over ‘De Madurese vriend’ van Kees Ruys op Leestafel, 11 oktober 2023:

‘De Madurese vriend’ (…) is een reisverslag, een geschiedenis en een persoonlijke brief. In het boek wordt een vriend aangesproken. Die vriend is Djaman, een schelpenverkoper, met wie de schrijver al veertig jaar een vriendschap onderhoudt. (…) Toen Kees Ruys in 1979 reizend door Indonesië terecht kwam in Pasir Putih voelde hij zich daar meteen thuis. Het werd de plek waar hij iedere twee jaar naar toe zou reizen, en waar hij Indonesië goed leerde kennen, met name het Indonesië van dat dorp en omstreken, aan de kust van Oost-Java, tegenover het eiland Madura en op de route naar Bali. (…) Toen hij nog in Nederland was kreeg hij mailtjes van de kleindochter van zijn vriend, met het bericht dat Djaman ziek was. Maar wat er precies aan de hand was, daar kreeg hij geen duidelijkheid over. Terwijl hij reist denkt hij terug aan alle eerdere reizen, aan de ontmoetingen met de bewoners van het land, met vooral herinneringen aan de vriendschap met Djaman. Door zijn verhalen krijgt de lezer een idee van hoe de Madurese cultuur in elkaar zit. Over de verschillen met de onze, verschillen waardoor vaak bijzondere situaties ontstaan. Verhalen over de oosterse magie, die een grote rol speelt in het dagelijkse leven daar; over de cultuur waar de westerling erg aan moet wennen, vooral hoe de oosterling zich voordoet als degene die hij denkt te moeten zijn in de ogen van de ander: ‘voor het gemak en het fatsoen’. (…) Absoluut interessant.

Lees hier de recensie
Meer over ‘De Madurese vriend’
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Teder, schitterend, humoristisch. Ontroerend ook heel vaak. Kees Ruys schrijft ‘De Stille Kracht’ nabij. Wat een briljante schrijver.» – Marianne Janssen

Over ‘De Madurese vriend’ van Kees Ruys op LeesKost, 2 september 2023:
Twee vrienden: één uit Nederland en één uit Indonesië. Ze komen uit twee verschillende vaderlanden. Ooit was de geschiedenis van hun landen samengesmolten, voor de ouders en grootouders van de vrienden betekende dat kolonialisme, onderworpenheid, een strijd om vrijheid, oorlog, wreedheid en uiteindelijk de vrijheid waarom verbeten werd gevochten. (…) Niet dat ze elkaar vaak zagen, zo eens in de paar jaar trok Ruys naar Indonesië, kwam aan in Surabaya en reisde van daaruit, vijf uur lang, over de Grote Postweg naar de  gewoonste aller badplaatsen Pasit Putih, zonder zijn vriend Djaman, die daar woonde, daarvan vooraf op te hoogte te stellen. (…)  Maar dit keer, wist Ruys, vervuld van diep verdriet en melancholie, zou Djaman hem niet opwachten. Hij was dood. (…) Terwijl Kees Ruys zijn reis maakt naar het huis waar ooit Djaman woonde komen de gebeurtenissen, de dagen die zij gezamenlijk hebben doorgebracht één voor één weer bij hem boven. Als een rituele dans, een afscheidsceremonie voor de oude vriend. (…) De tocht naar Pasit Puteh is geschreven als een liefdevolle brief, een afscheid met pijn en met vreugde in het hart. De schelpenversierder en -verkoper Djaman was voor Ruys een verpersoonlijking van de cultuur van het land waaraan hij zijn hart verpand heeft. In de terugblikken wandel je mee met de vrienden, door de jaren heen. Dit boek lezen is muziek horen én het kabaal van de het verkeer, voedsel proeven, de brandende zon voelen, rusten, samen zwijgen en soms, bijna onmerkbaar, even de wereld aftasten waarin de ander, de vriend, zich bevindt. Voorheen, als hij aankwam, werd er gezwaaid en geroepen: ‘De lange mister is er weer!’ Nu hing er alleen Djamans schim. De vriend was voorgoed verdwenen. De vriendschap van zoveel jaren wordt vereeuwigd in een boek. Ruys schrijft teder, schitterend, humoristisch. Ontroerend ook heel vaak. Hij schrijft De Stille Kracht nabij. Wat een briljante schrijver. Ik heb nog heel veel in te halen, want ik wil veel van hem lezen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De Madurese vriend’
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Liefdevol relaas van een Indonesische vriendschap.» – Jan-Hendrik Bakker

VoorplatMadureseVriend-75Over ‘De Madurese vriend’ van Kees Ruys in Den Haag Centraal, 4 mei 2023:
(…) De vertelling start in Surabaya, waar de schrijver aankomt en zijn lezer vervolgens meeneemt naar de Javaanse badplaats Pasir Putih. Die plaats is de woonplaats geweest van zijn vriend, de schelpenverkoper Djaman, die kort tevoren overleden is en wiens graf de schrijver nu, met pijn in het hart omdat hij nooit afscheid heeft kunnen nemen, wil bezoeken. Pasir Putih wordt pas aan het eind van het boek bereikt, maar voordat het zover is, krijgt de lezer vele paden en zijpaden te bewandelen, die alle een omcirkelende beweging van de uiteindelijke bestemming blijken te zijn. Natuurbeschrijvingen, koloniale geschiedenis, culturele observaties, alles passeert de revue. Ze staan alle in dienst van dit literaire afscheidsritueel. (…) Het is een vriendschap tussen twee mannen waarin gevoelens er niet zijn om uitgesproken te worden, al zíjn ze er wel. Dat is mooi, maar wringt tegelijkertijd ook. De jij-vorm die Ruys voor dit boek koos, maakt het nog wat ongemakkelijker. Toch is dat ongemak op een bepaalde manier ook de kracht van dit boek. De vriendschap tussen de schrijver en Djaman staat model voor die met de Indonesische wereld. De observaties, anekdotes en wederwaardigheden zijn trefzeker en met veel literair vakmanschap geschreven.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De Madurese vriend’
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een menselijk verhaal zonder een woord te veel.» – Louis Smit

VoorplatPoolseliefde75Over ‘Een Poolse saga een Poolse liefde’ van Barney Agerbeek voor NBD / Biblion, 12 augustus 2021:
Bundel van een dichter (Surabaya, 1948) die een lange loopbaan in de bankwereld had. Hij schreef een roman over een Javaanse vrouw die in Nederlands-Indië moet samenleven met een Europese man. Hij zegt dat hij er als Nederlandse indo nog een ziel bij kreeg door de ontmoeting met zijn vrouw, een Poolse. In deze bundel staan 19 gedichten, die gaan over de roerige geschiedenis van Polen vanaf het niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland uit 1939. Over Auschwitz, het IJzeren Gordijn, het verzet van Solidarnosc en de Poolse paus. De andere 16 zijn liefdesgedichten over de mengeling van ‘Rotterdam, Gdansk, Jakarta’. Mooi is hoe de dichter de communistische onderdrukking in Polen tastbaar weet te maken. Brieven werden geopend, telefoons afgeluisterd, voorzichtigheid was geboden. Geen saaie geschiedenisles in verzen, maar een menselijk verhaal zonder een woord te veel. De gedichten zullen in de smaak vallen bij wie geïnteresseerd is in Polen en Oost-Europa. Ze zijn ook herkenbaar voor wie een relatie had of heeft met een partner uit een andere cultuur. Interculturele wisselwerking is een actueel thema.
Meer over ‘Een Poolse Saga / Een Poolse Liefde’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Indo’s in Holland opnieuw is een standbeeld voor u opgericht.» – Pom Wolff

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek op Pomgedichten.nl, 5 maart 2016:
Van die zeldzame dagen dat je een boek in je hand neemt, een gedichtenbundel, openslaat en in één adem uitleest. Vandaag was zo een dag: ‘rood en wit met blauw’ gedichten van Barney Agerbeek. (…) Monumentaal en doorleefd. (…) De bundel is werkelijk prachtig uitgegeven met foto’s van kunstwerken in kleurendruk – prachtige vormgeving – indo’s in holland opnieuw is een standbeeld voor u opgericht. ik zwijg over de andere gedichten – het is niet aan mij om zoveel moois te recenseren.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Intelligente verdraagzaamheid.» – Duco van Weerlee

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek, 1 juli 2015:
Barney Agerbeek is een man met vele facetten. Hij werd geboren in Surabaya, maar groeide op in Rotterdam. Hij was bankier en redacteur van Nynade, schrijft proza en poëzie. Ik was vooral bekoord door zijn boek Njai Inem en ontdekte tot mijn genoegen dat de eerste pagina’s van rood en wit met blauw, zijn recente gedichtenbundel, wederom aan Njai Inem was gewijd. Ik heb nog niet eerder met zoveel compassie over erotische verhoudingen in tijden van slavernij gelezen. In zijn verhalenbundel Schaduw van schijn tref ik dezelfde intelligente verdraagzaamheid aan, zijn specialiteit.
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het voordeel van een late roeping als auteur is de rijpheid en wijsheid van een volledig leven.» – Albert Hagenaars

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op ‘De verborgen hoek’, 27 februari 2015:
Agerbeeks belang als romancier schuilt behalve in zijn vermogen om technisch verfijnd en geloofwaardig te schrijven ook in zijn gedrevenheid om waarden door te geven, begrip te vergroten tussen culturen in het algemeen en de verstrengelde in hemzelf in het bijzonder. ‘Njai Inem’ verrijkt de lezer zowel historisch als actueel want het gaat niet alleen om koloniale misstanden maar ook, nogmaals, om de nog steeds groeiende mensenhandel, die we elke dag in de vorm van overvolle wrakke boten en benauwde confectiebarakken op onze schermen zien. En al komen nogal wat van zijn zinnen elegant, zelfs ronduit esthetisch over; hun taalspel is nooit vrijblijvend, het roept altijd op tot morele waakzaamheid, die van onszelf in een wereld die heel wat meer bedreigingen kent dan vulkanen en aardbevingen. Niet voor niets luidt de tot meerdere eindes leidende slotzin van deze gedurfde en geslaagde roman: “Ik voel me hopeloos ver verwijderd van allen die ik liefheb en telkens stel ik dezelfde vragen, tot er één overblijft: Mag ik nog hoop hebben?” Agerbeek hoeft deze vraag in elk geval niet meer te stellen over de mogelijkheden van zijn schrijverschap. Zoals zijn eerste verhalenbundel al een schot in de roos was, toont zijn eerste roman dat het voordeel van een late roeping als auteur de rijpheid en wijsheid van een volledig leven is, in Agerbeeks geval: van een bijna zeventigjarig bestaan dat in binnen- en buitenland, in westerse en niet-westerse beschavingen (de schrijver bezocht veel landen) werd beproefd, geschuurd en gepolijst. Nooit echter zal deze auteur zich laten voorstaan op glans en afronding want in zijn denkwereld gisten kiemen in alle denkbare eindes.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’

«Een verhaal waar je koud van wordt.» – Ezra de Haan

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op Literatuurplein, 8 januari 2015:
Als in een film trekken de ervaringen van de drie jonge contractarbeiders aan ons voorbij. Wat ze voelen komen we via Inem te weten. In deel vier komt daar een interessante component bij: het denken van de planter waarbij Inem terecht is gekomen en aan wiens wensen ze moet voldoen. Zonder van deze man een karikatuur te maken, wat overigens al te makkelijk was geweest, beschrijft Agerbeek niet alleen de dilemma’s waar hij voor komt te staan maar ook zijn gevoelens daarbij. Juist daardoor wordt het een mens van vlees en bloed. Natuurlijk maakt hij wreed misbruik van de situatie van meisjes als Inem, dat staat buiten kijf. En ook de wijze van handelen op de plantage is hard… maar regelmatig rechtvaardiger dan je zou verwachten. Net zoals je verbaasd bent over het geduld dat hij met zijn njai heeft en de privileges die hij haar geeft. Juist door dat ‘grijs’ te tonen stijgt het verhaal boven het zoveelste boek over ‘ons Indië’ uit. Eigenlijk toont een roman als die van Barney Agerbeek aan dat grote romans als Heren van de thee van Hella S. Haasse langzaam maar zeker uit de tijd raken. Er valt immers over die periode ook een ander verhaal dan dat van de planters alleen te vertellen. ‘Njai Inem’ is daar een goed voorbeeld van.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Deze schrijver laat ons eindeloos genieten!» – Karel Wasch

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem. Kroniek van een steen’ van Barney Agerbeek op Leestafel.nl, 7 november 2014:
In ‘Njai Inem’ schetst Agerbeek het trieste verhaal van een jong meisje dat als njai komt te werken. Het speelt rond 1930. Een njai was de huidhoudster/concubine van meestal blanke kolonisten, die uit de dagarbeiders een meisje uitkozen, dat hun bed moest delen, hun rug moest wassen en hun drank moest inschenken. Maar er was de meer, de njai moest ook een luisterend oor lenen aan de ‘toean’ haar baas. Daarbij kon ze soms haar eigen mening te berde brengen, maar dat moest uiterst behoedzaam gebeuren. Wekte zij de ergernis op van haar meester en gebieder dan waren de gevolgen meestal afschuwelijk. Een positie van gegijzelde dus. Van iemand, die niet kan bewegen in vrijheid, kortom een steen. (…) Een stukje onvervalste Oosterse mystiek weeft Agerbeek knap door het verhaal in de gedaante van een blinde muzikant. Hij laat een waarschuwing horen in het voorbijgaan. Het verhaal heeft de structuur van de Wajangvertellingen en weet Agerbeek dat meesterlijk te doen als een volleerd jongleur. (…) Agerbeek weet sentimentaliteit te omzeilen, vooral door zijn gestileerde stijl en zijn vermogen situaties ‘uit te sparen.’ Deze schrijver laat ons eindeloos genieten!
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek

«Toch blijft de auteur heel sober in zijn vertelling.» – André Oyen

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op iedereenleest.be, 7 oktober 2014:
De ‘njai’ is een inheemse vrouw die in Nederlands-Indië gedwongen werd samen te leven met een Europese man, haar ‘toean’. Zij was zijn persoonlijke verzorgster en uit hun relatie kwamen vaak kinderen voort. De njai kan daarom worden beschouwd als de oermoeder van vele Indische mensen. Zonder enige inspraak wordt er over het lichaam van Inem beschikt. Ze voelt zich vernederd tot en met. Doordat de planter Inem seksuele gunsten afdwingt heeft het meisje een vrij comfortabel leven op materieel vlak maar op emotioneel vlak voelt ze zich eenzaam en misbruikt. Toch blijft de auteur heel sober in zijn vertelling, het verdriet en de pijn wordt in alle stilte beleefd. Niet tegenstaande het mijden van het melodrama wordt de lezer wel degelijk geconfronteerd met een mensonterend systeem en de uitwas ervan.
Lees hier de recensie of hier op ansiel.cinebelblogs.be
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek