Over ‘De catalograaf’ van Diana Tjin op Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 14 juni 2020:
(…) Ik moest aan deze periode denken bij het lezen van de pas uitgekomen roman ‘De catalograaf’ van Diana Tjin. De auteur was tientallen jaren werkzaam als catalografe bij de UBA en zij legt kennelijk veel van haar ervaringen neer in dit boek. Zoals bekend vormde de universiteitsbibliotheek ook het decor voor Kellendonks ‘Letter en Geest’ uit 1982, maar in Tjins boek zien we de catalograaf zwoegen, zijn hele existentie metend met de maat van de kwaliteit van zijn werk. De obsessie van de ene rij boeken ter linkerzijde, die eenmaal beschreven terechtkwamen in de rij rechts, bestemd voor de titelcontroleurs. Het gevaar dat je de nieuwe beschrijfregels niet goed onder de knie had. De angst tekort te schieten in kennis om een boek de correcte classificatiecode toe te kennen. De hiërarchie van catalografen, de controleurs van de titelbeschrijvingen en de mensen die de trefwoorden aanbrengen. Diana Tjin brengt het kleine universum achter de schermen van de publieksruimte in beeld rond de catalograaf Edward, die een nieuwe klus aanneemt na zijn pensionering: hij moet automatons gaan beschrijven voor een collectioneur – vernuftig bewegende mechanische poppen –, maar moet zich ook verhouden tot zijn complexe joods-Caraïbische moeder en een verleidelijke projectmanager. Allemaal mooi en wel, maar de authenticiteit zit ’m bij ‘De catalograaf’ in de beschrijving van de persoonlijkheid van de titelbeschrijver. (…)
Lees hier en hier de column ‘De angsten van de catalograaf’
Meer over ‘De catalograaf’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer