«Een condoleanceregister voor deze mislukte ‘vader des vaderlands’ is schokkend.» – Brede Kristensen

Column van Brede Kristensen in Amigoe, 27 december 2024:

Deze week kwam een einde aan 44 jaar waarin Desi Bouterse de Surinaamse politiek in gijzeling hield. Wat een opluchting voor veel Surinamers dat hij er niet langer is. Trouwe aanhangers zijn geschokt. Wie kan hem vervangen, vragen ze zich vertwijfeld af? Hopelijk niemand. (…) In 1980 pleegde hij samen met Roy Horb een staatsgreep. Dingen gebeuren nooit zomaar. Reden voor ontevredenheid was er zeker. De eerste Surinaamse regering van het onafhankelijke Suriname had er onder premier Henck Arron een potje van gemaakt. Daarnaast waren er ontwikkelingen in de regio, die Bouterse het gevoel gaven zich op de juiste weg te bevinden. In 1979 wierp Daniel Ortega het corrupte regiem van Anastasio Somoza in Nicaragua omver. Enkele maanden eerder wist de op Aruba geboren Maurice Bishop een staatsgreep in Grenada te plegen. Ook Grenada werd geteisterd door corrupt bestuur. (…) De kracht van het voorbeeld is enorm. (…) De staatsgreep in 1980 kon aanvankelijk op enige steun van de Surinaamse bevolking rekenen, maar toen bleek dat de militairen er niets van maakten, sloeg de stemming om. In maart 1982 werd een tegencoup gepleegd, die mislukte. Kort daarna vond een ontmoeting plaats tussen Bouterse en Bishop.  ‘Tegenstanders dienen resoluut te worden geëlimineerd’, hield Bishop hem voor. Precies wat Bouterse een half jaar later, begin december 1982 besloot te doen: 15 gruwelijke executies  (…). Een condoleanceregister voor deze mislukte ‘vader des vaderlands’ is schokkend. (…)

Lees hier de column ‘Model Bouterse? Over een einde en een nieuw begin’
Meer over Brede Kristensen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Desi Bouterse op deze site
Zie ook Columns +

«Wat moet je ermee als emanciperende nazaat wanneer het water je aan de lippen staat?»

Over Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’ van Aart G. Broek op Wynia’s Week, 24 februari 2024:

Het laatste waar getormenteerde nazaten van slaven op zitten te wachten, is een slavernijmuseum van honderd miljoen euro aan het IJ in Amsterdam. Gebruik dat geld liever om het wegkwijnende onderwijs op de Nederlands-Caraïbische eilanden op te krikken. (…) Een zwart-activistische elite – die hoofdzakelijk in Nederland huist – slaat het langdurige emancipatieproces, inclusief het eigen gemankeerde handelen, uit het zicht. Zwarte heilsprofeten, hun slippendragers en wapenbodes bikkelen de geschiedenis af tot nog slechts de gefolterde zwarte slaaf resteert. Zij verlangen een slavernijmuseum, bewustwordingscampagnes voor blanke Nederlanders over hun verwerpelijke rol in het slavernijverleden én een fonds van honderden miljoenen euro’s. Zo zou eindelijk een begin gemaakt worden met het herstel van de duistere nawerking van dat verleden. Dit is een beschamende ontkenning van wat er door zwarte én witte mensen in eeuwen werd gepresteerd om de nazaten van slaven te emanciperen. (…) Wat moet je ermee als emanciperende nazaat wanneer het water je aan de lippen staat? (…) Maar van die poet komt niets de behoeftige nazaten ten goede. (…) Met een fractie van dat bedrag kan tevens het bestaande slavernijmuseum in Curaçao worden opgeknapt. Daarenboven dienen we ons te realiseren dat het vertellen van ‘het hele verhaal’ het beste tot z’n recht komt in het bestaande Rijksmuseum in Amsterdam: het betreft ‘onze gezamenlijke geschiedenis’, niet waar? (…)

Lees hier het artikel
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door een ander zwart te maken’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

Uitgeverij In de Knipscheer en haar Top-10 voor Keti Koti 2023 over slavernij

VoorplatHaarlemmers en de slavernij-75Door de jaren heen is Uitgeverij In de Knipscheer actief geweest met boekenstands op Keti Koti-herdenkingen, of het nu bij de viering was in Het Amsterdamse Oosterpark bij (de onthulling van) het slavernijmonument of op het Surinameplein, ook in Amsterdam. Dit jaar heeft In de Knipscheer een boekentafel in het Frans Hals Museum in Haarlem gedurende het Keti Koti Event van 15.00 uur ’s middags tot 20.00 uur ’s avonds. Het kan eigenlijk niet anders omdat recentelijk het spraakmakende boek ‘Haarlemmers en de slavernij’ verscheen met op de voorkant van het omslag een Afrikaans jongetje geschilderd door Frans Hals. Voor deze gelegenheid is uit het fonds aanvullend een negental, nog recente boektitels geselecteerd die alle slavernij tot thema hebben.

1. Ineke Mok, Dineke Stam Haarlemmers en de slavernij (koloniale geschiedenis) Suriname / Antillen, genaaid in omslag met flappen, royaal formaat, 360 blz., met honderden illustraties, geheel in vierkleuren incl. wandel- en fietskaart € 19,50 ISBN 978-90-6265-923-4

2. Fred de Haas Servus Macht, slavernij, uitsluiting en verzet (koloniale) geschiedenis gebrocheerd in omslag met flappen, 216 blz. geïllustreerd, € 19,50 ISBN 978-94-93214-16-3

3. Aart G. Broek Medardo de Marchena Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao (pamflet – essay) Curaçao, gebrocheerd, 140 blz., € 18,50 geïll. met een ets van Bert Kienjet ISBN 978-94-93214-51-4

4. Els Langenfeld Porto Marie. 1738 – 1795 – 1888 (novellen) Curaçao, genaaid gebrocheerd, 296 blz., € 19,50 ISBN 978-90-6265-816-9

5. Carel de Haseth Slaaf en Meester / Katibu di Shon (novelle Curaçao, tweetalig Nederlands-Papiaments) genaaid gebonden in stofomslag, 144 blz., € 18,50 ISBN 978-90-6265-835-0

6. Joseph Hart De Wooncirkel (roman) Curaçao, gebrocheerd met flappen, 328 blz. € 19,50 Eerste uitgave in het Nederlands 2017 ISBN 978-90-6265-971-5

7. Henna Goudzand Nahar De geur van bruine bonen (roman) Nederland / Suriname, gebrocheerd in omslag met flappen, 372 blz., € 23,50 ISBN 978-94-93214-17-0

8. Janny de Heer Gentleman in slavernij (roman) Nederland / Suriname, gebrocheerd, 336 blz., € 19,50 ISBN 978-90-6265-832-9

9. Lucia Nankoe en Jean Jacques Vrij Trouwportretten Surinaamse voorouders in beeld 1846-1950 genaaid gebonden, oblong, 156 blz., € 24,50 ISBN 978-90-6265-677-6

10. Barney Agerbeek Njai Inem Kroniek van een steen (roman) Indië / Indonesië, genaaid gebrocheerd met flappen, 176 blz. € 19,50 ISBN 978-90-6265-864-0

Meer over slavernij op deze site

«Shrinivási: Misschien wel de belangrijkste Nederlandstalige dichter van Suriname.»

awater-zomer-2023Over ‘De roep in de nacht’ van Shrinivási in Awater, juni 2023:
In het zomernummer van het poëzietijdschrift Awater verstript tekenaar Bernadet Willemen een gedicht van Shrinivási (1926-2019). Hij schreef het allereerste gedicht ooit in het Sarnami, de taal van de Surinaamse Hindostanen: het prachtig-intrigerende ‘Buláhat/De roep in de nacht’, dat hijzelf in het Nederlands vertaalde, maar Shrinivási’s belangrijkste schrijftaal bleef toch het Nederlands. Bernadet Willemen (1959) verstripte het gedicht voor Awater, dat het gedicht afdrukte zowel in het Sarnami als in het Nederlands en een fragment van de tekening van Bernadet Willemen op het omslag van het tijdschrift plaatste.
Klik hier voor de rubriek ‘Verstript gedicht’
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ineke Mok en Dineke Stam – Haarlemmers en de slavernij. Koloniale geschiedenis

VoorplatHaarlemmers en de slavernij-75Ineke Mok, Dineke Stam
Haarlemmers en de slavernij

koloniale geschiedenis
genaaid in omslag met flappen,
royaal formaat, 189 x 238 mm staand
360 blz., met honderden illustraties, geheel in vierkleuren
incl. wandel- en fietskaart
€ 19,50
eerste druk mei 2023
ISBN 978-90-6265-923-4 NUR 692, 693

Wie was de Surinaamse Petronella de Moor uit de Jansstraat? Hoe raakte Adriana Burlamacchi vanuit Bengalen verzeild in Haarlem? Welke rol speelden de Haarlemse broers Balthasar en Joseph Coymans in de slavenhandel? En hoe komt een Afrikaanse jongen op een werk van Frans Hals? De huizen en straten van Haarlem dragen de sporen van koloniale slavernij. Ruim honderd plekken in en rond de stad komen in beeld, met verhalen van slaafgemaakten en hun handelaren, rijke kooplieden, wegkijkende bestuurders, vrije mensen van kleur en uitgebuite zeelui. Voor dit onderzoek hebben de auteurs talloze archieven en museumcollecties tot in detail doorgespit. Ook spraken zij met Haarlemmers van wie voorouders in slavernij waren gehouden. Dit boek voegt met al deze persoonlijke verhalen van toen en nu een nieuwe laag toe aan de geschiedenis van Haarlem.
«Niemand hoeft mij meer te vertellen dat ik hier niet hoor, want mijn geschiedenis ligt ook in Haarlem.» – Bevon Niles, Haarlemmer geboren op St Maarten.
« Susanna Dumion woonde vlak bij mij. Door haar voel ik mij niet meer zo alleen.» – Jomecia Oosterwolde, geboren in Rotterdam, woont in Haarlem.
«Zoveel herinneringen aan mijn jeugd komen op door de vele namen van straten en plantages in Suriname.» – Shirley Khoeblal, geboren in Suriname.

Ineke Mok (1959) specialiseerde zich tijdens haar studie Nederlands in de relatie tussen macht en taal, waarna ze promoveerde op een onderzoek naar racisme en ‘ras’ in Nederlandse schoolboeken van 1876-1992. Bij de Anne Frank Stichting richtte zij zich op intercultureel onderwijs en Holocaust-educatie. Sinds 2008 werkt ze onder de naam Cultuursporen (www.cultuursporen.nl) als zelfstandig onderzoeker en ontwikkelt ze onderwijsprojecten. Op basis van eigen onderzoek schreef ze het educatieve stripboek Quaco, mijn leven in slavernij, waarvan in Nederland de derde druk is verschenen en dat ook in het Engels en Frans is vertaald. Op haar blog schrijft zij onder meer over de tot slaaf gemaakte Johanna en haar relatie met John Gabriel Stedman, de achttiende-eeuwse kroniekschrijver van de Surinaamse samenleving.

Dineke Stam (1958) is historica, afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werkte als tentoonstellingsmaker in het Anne Frank Huis. Van 2001 tot 2005 was ze projectleider Interculturele Programma’s Erfgoedbreed bij de Nederlandse Museumvereniging. Sinds 2005 realiseerde ze als zelfstandige met haar bedrijf IMHP (Intercultural Museum and Heritage Projects, www.imhp.eu) tal van projecten rond gender & vrouwengeschiedenis, de Tweede Wereldoorlog & de sjoa en slavernij & koloniale geschiedenis. Daarnaast is zij vanuit het project Mapping Slavery co-auteur van de tweetalige gidsen over het slavernijverleden van Amsterdam (2014), New York (2017) en Nederland (2019).

Het onderzoek en deze publicatie zijn mede mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van de J.C. Ruigrok Stichting, het Jurriaanse Fonds, het Prins Bernard Cultuurfonds, het Mondriaanfonds, de Gemeente Haarlem, de Stichting Katholieke Openbare Bibliotheek, het NOT-fonds en dankzij een aanmoedigingsbijdrage van de Gemeente Heemstede.
Meer over ‘Haarlemmers en slavernij’
Meer over slavernij op deze site

De Epiloog [14] met Diana Tjin

EpiloogTjinOp 4 april 2023 staat in De Epiloog de spotlight gericht op Diana Tjin. De Epiloog is een serie van livestreams/podcasts waarin In de Knipscheer-redacteur Peter de Rijk een-op-een in gesprek gaat met een schrijver van een recente, bijzondere roman. Soms zijn dat auteurs van Uitgeverij In de Knipscheer, soms van andere uitgeverijen. De duur van het gesprek varieert van 30 tot 35 minuten. In editie veertien is Diana Tjin de gesprekspartner van Peter de Rijk. In najaar 2022 verscheen ‘Noem mij Calimero; of Carmen zo je wilt’, haar vierde roman bij Uitgeverij In de Knipscheer. Het verhaal is in Europa gesitueerd maar wel opgedragen ter nagedachtenis aan haar Surinaamse vader Joen-Fo Paul. De roman gaat over een schrijfster met literaire ambities die maar geen uitgever kan vinden terwijl ze denkt dat ze nog maar een paar maanden te leven heeft.

De Epiloog wordt live gestreamd en technisch mogelijk gemaakt door de Pletterij, centrum voor debat en cultuur in Haarlem. De uitzending kan ook door belangstellenden worden bijgewoond in de Pletterij (Lange Herenvest 122, 2011 BX Haarlem). Aanvang livestream 12.00 uur stipt. Zaal open 11.30 uur. Einde 13.00 uur. Toegang is gratis, maar uw komst wel vooraf melden via website Pletterij of via telefonische reservering op 023 542 35 40. U kunt de livestream volgen op de homepage van debat- en cultuurpodium Pletterij, op hun Facebook-pagina of op hun Youtube-kanaal. Op het moment van de uitzending openen zich op deze drie platforms vensters met de livebeelden. Een inlogcode is niet nodig. Op YouTube is de uitzending na afloop terug te zien.
Meer over ‘De Epiloog’ (eerdere en komende afleveringen)
Klik hier voor de aankondiging op de website van de Pletterij
Meer over ‘Noem mij Calimero; of Carmen zo je wilt’
Meer over Diana Tjin bij Uitgeverij In de Knipscheer

Edgar Cairo – A now toe foe mi ai/In de nood van het aangezicht. Gedichten

Edgar Cairo
A now toe foe mi ai/In de nood van het aangezicht.
Nederland, Suriname, Gedichten
Mandalareeks
Paperback 32 blz.,
ISBN 90-6265-067-8
Eerste uitgave 1980

HÉGRON ABOMA                                          VAN DE HOGE GRONDEN AF

le’fa aboma                                                       als wurgslang
foe hégron                                                         boa der hoge gronden,
m’e lolo doro dja                                             kruip ik aan.
noja.

tak’ mi kba!                                                       zeg mij!, en zie mij reeds
tek’ boeba!                                                         wat huid is binnengaand.

mi na da wortoe                                                ik ben het woord
loto kon so: wa!                                                dat is gewerveld
tot het sprekend leven!

m’e frekti jesi                                                      ik wurg het oor
gwe go te na noko                                              en sluip tot in de laag
lolo kon so: wa!                                                   van wat voor hersens
het geheimste hol is!

hara! hatjah!                                                          van daar af worstel ik

dan now m’e frekti                                              met heel je geest, uit-
bak’agen, ala joe kra,                                          eindelijk mij nestelend
foe pot’ joe sdon                                                   in wat van jou de mens is,
tjitjari,                                                                       mens, ooit kronkelvrij
nain soso libisma.                                                 geweest.

Wie Cairo’s optreden kent, wéét, dat, vooral in combinatie met de drum, het orale in deze gedichten gaat leven. Opeens ontvlamt zo’n gedicht met het ritme van de drum, de dans en zelfs de zang. Zo’n tekst op papier vraagt, dat men het herkent.
Meer over Edgar Cairo

«Shrinivási’s poëzie: een ereplek in de nieuwe koloniale leeslijst.» – Arjen Mulder

ShrinivasiOver de poëzie van Shrinivási in Indies Tijdschrift, 28 februari 2023:
Bernardo Ashetu (pseudoniem van Hendrik George van Ommeren, 1929-1982) is voor mij één van de grote ontdekkingen in de bundel ‘Dat wij zongen’, naast Shrinivási (pseudoniem van Martinus Haridat Lutchman, 1926-2019). Over hem schreef Antoine de Kom een al even zoekende en enthousiasmerende bijdrage [als Alfred Schaffer over Bernardo Ashetu] , ‘Shrini’. Waar je Ashetu een minor poet kunt noemen omdat hij hoogst persoonlijke ervaringen lijkt te verwoorden, was Shrinivãsi een major poet, in de zin dat hij over en voor de bevolking van Suriname en uiteindelijk de wereld dichtte. De Kom: ‘Zijn poëzie lezen is voor Nederlandse poëzieliefhebbers even wennen. Hij spreekt vaak gedragen en kan nogal veel beelden op elkaar stapelen. Dat laatste is voor een Surinaamse dichter bijna onvermijdelijk. Het leven en de natuur zijn daar overweldigend in hun uitbundige bloei, die liefdevol aandoet, maar uiteindelijk wreed en onverbiddelijk is.’ Een goed voorbeeld van deze kant van Shrinivási’s ‘major’ dichterschap biedt het gedicht ‘Suriname’ dat ik vond in ‘Een weinig van het Andere’, een bloemlezing uit zijn oeuvre (door Geert Koefoed) die in 1984 bij In de Knipscheer verscheen: Dit land / heb ik gekozen / hier geplant / in het getij van / de dagen en nachten / mijn leven, / bij de schrokkige zee / die het strand / van mijn hart / aanvreet en / stuk slaat / op gezette tijden, / maar in een vergevingsgebaar / legt tussen de wortels / van wanhoop / kust voor de latere geslachten. (…) Vooral het woord ‘gekozen’ in regel twee vind ik treffend. De inwoners van Suriname hebben ervoor gekozen daar te (blijven) wonen, en dus niet weg te trekken naar Nederland, zoals een aanzienlijk deel van de bevolking vanaf eind jaren 1970. (…) Ook de Verzamelde gedichten van Shrinivási lijken me dringend gewenst. Door publicaties als ‘Dat wij zongen’ kan daar ook een leespubliek voor ontstaan, dat deze poëzie een ereplek zal geven in de nieuwe koloniale leeslijst waartoe deze verzameling essays een goede ingang biedt. (…)
Lees hier het artikel
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer

«In diens poëzie spreekt een stem op een manier zoals ik van geen enkele Nederlandse dichter ken.» – Arjen Mulder

AshetuOver de poëzie van Bernardo Ashetu in Indies Tijdschrift, 28 februari 2023:
(…) Het aanstekelijk enthousiasme van ‘Dat wij zongen’ nodigt uit tot het zelf ontdekken van deze schat aan onbekende Nederlandstalige boeken uit Suriname en de Caraïbische eilanden. In ‘Dat wij zongen’ probeert Alfred Schaffer in zijn stuk ‘Met één stap miljoenen mijlen vooruit’ wikkend en wegend om met behulp van postkoloniale theorie iets concreets te snappen van de rebusachtige, zangerige poëzie van Bernardo Ashetu. (…) Ik ben het met Schaffer eens dat het hoog tijd is het werk van Ashetu (duizend gedichten waarvan er tot nu toe slechts zo’n tweehonderd zijn gepubliceerd) uit te geven in een ‘kloeke, prachtig vormgegeven verzamelbundel’. In diens poëzie spreekt een stem op een manier zoals ik van geen enkele Nederlandse dichter ken: niet exotisch (al gebruikt Ashetu veel exotische namen) en ook niet vervreemdend (want het vertrouwde ontbreekt grotendeels), maar wel ‘anders’. Waar veel modernistische en postmoderne literatuur zich heeft ingespannen op een ‘andere’ manier te kijken naar de westerse cultuur door te experimenteren met de standaard literaire middelen, maar slechts zelden in haar opzet slaagde, is die ‘andere’ blik het vanzelfsprekende uitgangspunt van Ashetu’s poëzie. Schaffer verwoordt dit knap in ‘Dat wij zongen’: ‘Deze poëzie viert niet zozeer de schoonheid van de Nederlandse taal, maar de schoonheid van het ongerijmde. Ashetu’s gedichten bejubelen in elk geval niet het ego van de dichter; misschien stelt deze poëzie zich wel té bescheiden op. Het is in elk geval typerend dat de dichter in ‘Dat ik zong’ – een kleinood waarin een verlangen doorklinkt samen te vallen met muziek, lyriek en vervoering – zich niet groot, maar juist klein maakt, als een insect. Lijkt het in de eerste regels nog te gaan om een wens, door die vervolgens in woorden te vangen wordt ze daadwerkelijk ingelost, al is het maar voor even, en klinkt in het kortstondige zingen ook het afsterven mee.’ (…)
Lees hier het artikel
Meer over Bernardo Ashetu bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De taalbehandeling van De Noré is – érg sterk.» – Willem Thies

Opmaak 1Over ‘Berichten uit het verleden. Pemba doti’ van Annel de Noré:
Het is al een erg meerduidige en fascinerende roman; spannend tot het eind. De ‘ware toedracht’’ (en ontknoping) is niet zonder meer duidelijk. De stem/stijl van De Noré is krachtig; zij is echt een goede verteller; zij zet protagonist Dorothy zéér overtuigend en geloofwaardig neer; zelfs haar idioom/idiolect verandert in de loop der roman, zij gaat… bijna raaskallen, bombastisch spreken, ontregeld. Die taalbehandeling van De Noré is – érg sterk. Het is dus echt een goed boek!
Meer over ‘Berichten uit het verleden. Pemba doti’
Meer over Annel de Noré bij Uitgeverij In de Knipscheer