Hugo Pos – Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen

HUGO POS
Voordat ik afreis

Nederland, Nestoriaanse Kwatrijnen
82 blz., paperback, € 12,50
ISBN: 90-6265-384-7
Eerste uitgave 1993; uitverkocht

Hugo Pos (Paramaribo, 1913) debuteerde op 71-jarige leeftijd met de veelgeprezen verhalenbundel Het doosje van Toeti. Sindsdien verschenen nog drie verhalenbundels, een bundel reisverhalen en herinneringen en de kwatrijnenverzameling Een uitroep zonder uitroepteken. En nu hij tachtig wordt verblijdt hij ons met een nieuwe bundel: Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen

Hoewel hij aan zijn proza zijn grote faam te danken heeft, is het schrijven van kwatrijnen voor Hugo Pos altijd de meest geliefde bezigheid gebleven. Deze voor het merendeel nieuwe kwatrijnen zijn gegroepeerd rond het thema van de ouderdom en de naderende dood.

Voordat ik afreis, Charon, heel licht, handbagage,
de boedel opgedeeld, de leeftocht weggedaan,
gun mij een laatste blik als zwermen ganzen
in V-formatie naar het zuiden gaan.

De bijzondere kracht van deze kwatrijnen – en van zijn gehele oeuvre – is dat Hugo Pos toch zo waarwichtige thema’s zo lichtvoetig weet te verwoorden.

Hugo Pos – Van het een

HUGO POS
Van het een

Nederland – Suriname Verhalen
102 blz., paperback € 12,50
ISBN: 978-90-6265-355-3
Eerste uitgave 1992

In Van het een heeft Hugo Pos verhalen gebundeld die alle geschreven zijn na de voltooiing van het drieluik Het doosje van Toeti (1985), De ziekte van Anna Printemps (1987) en Het mausoleum van de innerlijke vrede (1989). De bundel bevat vijf langere verhalen, waarin de afstand tussen ware gebeurtenissen en de herinnering aan of de literaire verwerking van die gebeurtenissen een centraal thema is. De twee meest autobiografische verhalen, bij voorbeeld, beschrijven gebeurtenissen waarmee de auteur door een toeval wordt geconfronteerd, maar die geheel en al uit zijn geheugen waren verdwenen.

Van het een is, ondanks de thematische samenhang en de doordachte opbouw, een heel afwisselende bundel, waarin de lezer meegevoerd wordt naar Suriname en via Indië en Nederland weer terug naar Suriname, en waarin ook de rechterlijke macht en de altijd precaire schuldvraag weer voor wezenlijke spanning zorgen. Over de verhalen van Hugo Pos (Paramaribo, 1913) schreef Trouw: ‘Slechts zelden zijn in de Nederlandse literatuur de grote thema’s uit het leven zo lichtvoetig en schijnbaar achteloos, maar daardoor niet minder indringend beschreven… het zijn stuk voor stuk briljante verhalen die ertoe uitnodigen de lezer deelgenoot te maken van je leesgenot.

Michael Slory – Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

MICHAEL SLORY
Ik zal zingen om de zon te laten opkomen

Suriname – Gedichten. Tweetalig
Inleiding: Michiel van Kempen
196 blz., gebonden
€ 19,50
ISBN: 978-90-6265-339-3
Eerste uitgave 1991

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen bevat de sterkste keuze uit het omvangrijke en veelzijdige oeuvre van een van Surinames grootste dichters, Michaël Slory.
Slory (1935) publiceerde vanaf 1961 meer dan twintig bundels, in het Nederlands, in het Sranantongo en in het Spaans. De sociale en politieke actualiteit, in Suriname en daarbuiten (Afrika, Viëtnam), de natuur en de schoonheid van de zwarte vrouw zijn steeds terugkerende thema’s in zijn gedichten.

In deze uitgave zijn alle bundels van Slory vertegenwoordigd, met Nederlandse vertalingen naast de oorspronkelijke in het Sranantongo en in het Spaans geschreven versies. Ook zijn enkele uitsluitend in tijdschriften gepubliceerde en enkele nieuwe gedichten opgenomen.

Ik zal zingen om de zon te laten opkomen werd samengesteld door Michiel van Kempen (die ook de informatieve inleiding schreef), met medewerking van Jan Bongers en Michiel Bergens (die ook het merendeel van de vertalingen uit het Sranantongo verzorgde).

Hoewel Michaël Slory meermaals onderscheiden werd, is de bereikbaarheid van zijn werk altijd frustrerend minimaal geweest. Met deze uitgave is daar nu voorgoed verandering in gekomen.

Albert Helman – Mijn aap lacht

ALBERT HELMAN
Mijn aap lacht

Suriname, Roman
Pocket, 280 blz. € 8,50
ISBN 90-6265-702-8
Eerste druk als Globe Pocket 1991
Nog beperkt leverbaar bij uitgever

«Zelfs al had Albert Helman na de Tweede Wereldoorlog nooit meer een boek geschreven, zijn naam in de Nederlandse literatuur zou toch wel gevestigd zijn.
In zijn roman De Stille Plantage (1931) toonde de toen pas zevenentwintigjarige schrijver, met een zeldzame beeldende kracht en grote historische precisie, voorgoed zijn meesterschap.» – NRC Handelsblad

Albert Helman heeft die plaats in de Nederlandse literatuur omdat hij met zijn ‘Hollandse’ collega’s de taal gemeen heeft; maar de ‘Indiaanse’ schrijver Helman (Suriname, 1903) is bovenal kosmopoliet (hij was journalist in de Spaanse burgeroorlog, minister in Suriname, diplomaat bij de Verenigde Naties, langdurig woonachtig in Mexico en Tobago en zijn literair werk is daar de neerslag van: romans met universele thema’s die ver boven het tijdelijke uitgaan.

In zijn grandioze satire Mijn aap lacht vertelt Albert Helman in prachtig proza door de ogen van een aap diens levensverhaal, eerst vrij in het oerwoud daarna in gevangenschap van de mens. De aap weet echter te ontvluchten en keert terug naar het oerwoud waar hij met zijn nieuw verworven menselijke denkbeelden zijn argeloze soortgenoten verbaast. Deze verklaren hem evenwel voor gek en nemen een gepaste maatregel.

Bea Vianen – Op het laatst krijgen wij met z’n allen donderop

Vianen-Op-het-laatstBea Vianen
Op het laatst krijgen wij met z’n allen donderop

Gedichten
Suriname
ISBN 978 90 6265 309 6
€ 15,00
Eerste uitgave 1989
(verkrijgbaar bij uitgever)

In Op het laatst krijgen wij met z’n allen donderop zet Bea Vianen de lijn van haar vorige bundel, Over de grens. Gedichten 1976-1986, consequent voort. Ook deze gedichten zijn de persoonlijke, door cultuur, achtergrond, historie en milieu bepaalde, observaties van een rusteloze vrouw op zoek naar vrijheid maar bestookt door angst, verwarring en vervreemding – indringende, soms aangrijpend poëzie, met in sfeertekening en woordgebruik de onmiskenbare signatuur van Bea Vianen.

Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) leefde in Suriname, Nederland, Bolivia, Columbia, Peru en Ecuador. Tot nu toe publiceerde zij drie dichtbundels en vijf romans.

Bea Vianen – Sarnami, hai

90-6265-289-1Bea Vianen
Sarnami, hai.

Roman, Suriname
Uitgebreid met Nawoord van Jos de Roo
Paperback, 176 blz., € 13,50
ISBN 90-6265-289-1
Derde, verbeterde druk november 1988
Uitgeverij In de Knipscheer, uitverkocht

Sarnami, Hai (Suriname, ik ben) is een klassieke roman over volwassen worden en het zoeken naar identiteit. De hoofdpersoon, het meisje Sita, is de kleindochter van de uit India afkomstige contractarbeiders, maar veel meer over haar verleden weet ze niet. Het zoeken naar haar eigen geschiedenis wordt in de loop van het verhaal (via gewone gebeurtenissen in het ongewone Suriname van de jaren vijftig) steeds meer een gevecht voor een toekomst, die met een studie in Nederland moet beginnen.
Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij behalve Sarnami, Hai drie romans en een dichtbundel: Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984*), Het paradijs van Oranje (1973, 1985*) en in 1974 Liggend stilstaan bij blijvende momenten. In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen en in 1986 en 1989 de dichtbundels Over de grens* en Op het laatst krijgen wij met z’n allen donderop*.]

(*) Ook verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Meer over Bea Vianen op deze site

Bea Vianen – Over de grens. Gedichten

voorplatOverdegrens-75Bea Vianen
Over de grens. Gedichten 1976-1986

Gedichten
Suriname
ISBN 978 90 6265 231 0
€ 15,00
Eerste uitgave 1986

Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij vier romans en een dichtbundel: Sarnami, hai (1969), Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984) Het paradijs van Oranje (1973, 1985) en Liggend stilstaan bij blijvende momenten (1974). In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen.

Vanaf 1976 heeft Bea Vianen, met enkele korte onderbrekingen, in Zuid-Amerika gereisd en gewoond: Bolivia, Columbia, Peru, (vanwaar zij in 1979 een uitgebreide reportage schreef, die als speciale bijlage in Avenue werd gepubliceerd) en Ecuador. Medio 1986 kwam ze weer terug naar Nederland, met een schat aan gedichten en verhalen.

Over de grens. Gedichten 1976-1986, haar eerst publicatie sinds 1979, bestaat uit twee delen: Caribisch Reliëf met in hoofdzaak gedichten die herinneringen aan en gedachten over Suriname omvatten – en Zuidamerikaans Reliëf – met registraties van waarnemingen en ervaringen over de grens van landen en werelden. Poëzie met krachtige, soms fascinerende beelden, sprankelende details en onverwachte associaties, die een tweede bloeiperiode in het literaire leven van Bea Vianen lijkt in te luiden.

Hugo Pos – De ziekte van Anna Printemps

90-6265-257-3HUGO POS
De ziekte van Anna Printemps

Nederland – Suriname Verhalen
144 blz., paperback € 12,50
ISBN: 90-6265-257-3
Eerste uitgave 1987

Twee jaar na zijn enthousiast onthaalde debuut Het doosje van Toeti verrast Hugo Pos (Paramaribo, 1913) met een nieuwe verhalenbundel, De ziekte van Anna Printemps.
Was in zijn eersteling de herinnering aan zijn jongensjaren in Paramaribo het uitgangspunt voor de verhalen, in De ziekte van Anna Printemps heeft Pos meer variatie nagestreefd. Niet alleen omspant het boek een langere periode (van Paramaribo in de jaren twintig, via Europa vóór en Zuidoost-Azië aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, naar het Suriname van de jaren vijftig en zestig), bovendien speelt de factor fictie een grotere rol, ook in de verhalen die in de ik-vorm zijn geschreven.

Maar natuurlijk zijn er vooral overeenkomsten: de ‘toevallige’ details,, de speels-filosofische ondertoon en de subtiele verteltrant. Wat over Het doosje van Toeti is geschreven gaat dan ook niet minder op voor De ziekte van Anna Printemps: `Slechts zelden zijn in de Nederlandse literatuur de grote thema’s uit het leven zo lichtvoetig en schijnbaar achteloos, maar daardoor niet minder indringend beschreven… Stuk voor stuk briljante verhalen die ertoe uitnodigen de ander deelgenoot te maken van je leesgenot.’

Hugo Pos / Jos de Roo – Oost en West en Nederland

90-6265-229-8HUGO POS/JOS DE ROO
Oost en West en Nederland

Nederland – Suriname Episodes
176 blz., paperback € 13,50
ISBN: 90-6265-229-8
Eerste uitgave 1986

Door een aaneenschakeling van toevalligheden was Hugo Pos (Paramaribo, 1913) ooggetuige van bijzondere historische gebeurtenissen: de evacuatie van de Engelsen bij Duinkerken in 1940, de aankomst van het eerste Nederlandse schip op Java na de oorlog, de berechting van oorlogsmisdadigers en de confrontatie met het pas verslagen Japan, het begin van het onafhankelijkheidsstreven in Suriname.
Vooral zijn ervaringen in het Verre Oosten illustreren de persoonlijke dilemma’s van de enkeling die in de maalstroom van grote historische processen terechtkomt. Als lid van de geallieerde strijdkrachten in de Stille Oceaan werd Hugo Pos aanklager bij processen tegen Indonesiërs die zich in de oorlog niet loyaal tegenover hun voormalige Nederlandse meesters hadden opgesteld. Met het besef dat de koloniale politiek hem van bevrijder tot bezetter dreigde te maken, vertrok Hugo Pos uit het oosten, om in Suriname en Nederland als rechter te gaan werken.
In 1985 debuteerde hij op 71-jarige leeftijd als schrijver met de verhalenbundel Het doosje van Toeti, gebaseerd op zijn vroege jeugd in Paramaribo.

Jos de Roo publiceerde eerder het Antilliaans literair logboek en De tijd zal het leren (over Sarnami hai van Bea Vianen). Hij heeft met Hugo Pos een serie gesprekken gevoerd over diens leven, die door Radio Nederland Wereldomroep – met name voor het publiek in Suriname – zijn uitgezonden. Oost en West en Nederland is een bewerking van deze gesprekken, met de nadruk op de oorlogsjaren.

Bea Vianen – Over de grens

voorplatOverdegrens-75Bea Vianen
Over de grens. Gedichten 1976-1986

Gedichten
Suriname
ISBN 978 90 6265 231 0
€ 15,00
Eerste uitgave 1986

Bea Vianen (Paramaribo, 1935 – RK Hindu) debuteerde in 1966 met het dichtbundeltje Cautal. In de periode 1969-1974 publiceerde zij vier romans en een dichtbundel: Sarnami, hai (1969), Strafhok (1970), Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan (1972, 1984) Het paradijs van Oranje (1973, 1985) en Liggend stilstaan bij blijvende momenten (1974). In 1979 verscheen nog de roman Geen onderdelen.

Vanaf 1976 heeft Bea Vianen, met enkele korte onderbrekingen, in Zuid-Amerika gereisd en gewoond: Bolivia, Columbia, Peru, (vanwaar zij in 1979 een uitgebreide reportage schreef, die als speciale bijlage in Avenue werd gepubliceerd) en Ecuador. Medio 1986 kwam ze weer terug naar Nederland, met een schat aan gedichten en verhalen.

Over de grens. Gedichten 1976-1986, haar eerst publicatie sinds 1979, bestaat uit twee delen: Caribisch Reliëf met in hoofdzaak gedichten die herinneringen aan en gedachten over Suriname omvatten – en Zuidamerikaans Reliëf – met registraties van waarnemingen en ervaringen over de grens van landen en werelden. Poëzie met krachtige, soms fascinerende beelden, sprankelende details en onverwachte associaties, die een tweede bloeiperiode in het literaire leven van Bea Vianen lijkt in te luiden.