Lezing bij 100 Jaar Boeli van Leeuwen door Aart G. Broek in Antilliaans Dagblad, 11 oktober 2022:
(…) Honderd jaar geleden, op 10 oktober 1922, werd Willem Cornelis Jacobus geboren, die bekendheid zou verwerven als literair auteur onder de koosnaam Boeli. Hij wist voor zijn romans, essays en columns in het hele Koninkrijk der Nederlanden bewondering te verwerven. Eilandoverschrijdend. Ook na zijn dood op 28 november 2007 is die waardering gebleven. (…) Vijftien jaar na zijn overlijden wordt het werk van Boeli van Leeuwen nog gelezen. Dat is niet alle auteurs gegeven, ook bij leven roemrijke auteurs lang niet altijd. Boeli’s werk is nog steeds verkrijgbaar in mooi uitgevoerde publicaties. (…) Zijn werk is de afgelopen jaren zelfs uitgebreid met werk dat verscholen lag. Het kwam onder meer tevoorschijn uit ‘de kast van Boeli’. (…) Ook kwam er een deugdelijk exemplaar van Boeli’s poëtische debuut uit de kast, Tempels in woestijnen, dat in 1947 in eigen beheer op Curaçao verscheen. Er kon een aantrekkelijke nieuwe uitgave van worden bezorgd in 2014. (…) Op 22 september 2017 verscheen een serie postzegels met getekende portretten van alom bekende auteurs van Curaçao. Allen overleden, maar hun werk behoorde tot het erfgoed dat nog volop gewaardeerd werd, waaronder dat van Boeli van Leeuwen. De status van Van Leeuwen werd niet alleen bezegeld door de posterijen. Naar hem werd ook een prijs vernoemd, die tweejaarlijks wordt toegekend: de Premio Boeli van Leeuwen (…),waarvan een criterium is dat prijzenswaardige prestaties ‘eilandoverschrijdend’ moeten zijn. Zoals het werk van Boeli dat ook was. (…)
Klik hier voor het artikel. Ook hierte lezen op Caraïbisch Uitzicht.
De tekst van dit artikel werd op 8 oktober 2022 improviserend uitgesproken bij een powerpoint-presentatie in Nationaal Archief, bij een door Dutch Caribbean Bookclub in samenwerking met het Literatuurmuseum georganiseerde viering ‘100 Jaar Boeli van Leeuwen’.
Tag: Tempels in woestijnen
«Ode aan het hotel zal plaats krijgen in de Boelikunde.» – Klaas de Groot
Over ‘Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen’ van Eric de Brabander op Caraïbisch Uitzicht, 11 februari 2020:
(…) In het boekje schrijft De Brabander over vijf figuren die in de geschiedenis van het Avila een rol hebben gespeeld. (…) Een plek waar de geschiedenis voelbaar is van de metamorfose van het oorspronkelijke stadshuis La Belle Alliance uit de achttiende eeuw naar het gerenommeerde hotel van nu. De vijf mannen worden als verhaalpersonage opgevoerd: ze praten, lopen, worden emotioneel, de een drinkt koffie, de ander lamoenchisap. Kortom, ze leven. Simón Bólivar, de Zuid-Amerikaanse ‘Libertador’, Gouverneur Albert Kikkert, die niet tegen wit gekalkte gebouwen kon, waardoor het hotel nu nog steeds geel is, Pieter Hendrik ‘Gungu’ Maal, de grondlegger van het Avila, Nic Møller en tenslotte de schrijver Boeli van Leeuwen, ze komen allen aan het woord. Historisch blijven ze ook wel, want ze krijgen elk een jaartal mee, van 1812 tot 2000. En bij hun portret staat een kort biografisch schetsje. Nu is het boekje bedoeld als een ode aan het hotel, maar het zal toch ook een plaats krijgen in de Boelikunde. Want (…) een nog niet eerder gepubliceerd gedicht van de dichter van ‘Tempels in woestijnen’ is opgenomen. Dat moet Van Leeuwen ooit aan Møller hebben voorgelezen. (…) Het gedicht is ook in handschrift opgenomen met de titel “Despedida”. Met die naam komt Wim Statius Muller tevoorschijn, de bekende Curaçaose componist die ook voor Van Leeuwen een wals schreef. Hij kwam geregeld in het Avila en werd zeer bewonderd door zowel Van Leeuwen als Møller. (…)
Lees het artikel ‘In het Avila, van Bólivar naar Boeli’ verder op Columns+
Of klik hier
Meer over ‘Avila Beach Hotel in 5 korte verhalen’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Nic Møller op deze site
Meer over Klaas de Groot op deze site
«De rebelse Boeli van Leeuwen.» – Klaas de Groot
Woestijnen en profeten, het zijn onderwerpen waarover Van Leeuwen, sinds in 1947 zijn schrijversleven begon, nooit meer heeft gezwegen. (…) ‘Wie zegt gij dat ik ben?’ begint met een herinnering aan zijn middelbare schooltijd in Den Haag tijdens de Tweede Wereldoorlog. (…) Op dezelfde school zat de aankomende dichter Hans Lodeizen. In de eerste biografie van Lodeizen, geschreven door Gerard Bes, kunnen we lezen dat de gymnasiast Van Leeuwen meer deed dan lezen: ‘Achter de rebelse Boeli van Leeuwen (…) liepen de klasgenoten als trouwe honden aan.’ Het lijkt erop dat die klasgenoten de eerste volgelingen waren van de latere profeet Van Leeuwen. (…) Dat verhaal verscheen voor het eerst op 22 augustus 1980 in de Ñapa, de weekendbijlage van de Amigoe. In 1997 werd het opgenomen in de bundel De taal van de aarde, en uitgegeven door In de Knipscheer. Met die bundel werd een trits afgesloten van verzamelingen van krantenstukken. Waarschijnlijk zijn er weinig lezers van het werk van Van Leeuwen die niet willen bevestigen dat die stukken parels bevatten.
Lees hier het artikel ‘Boeli van Leeuwen en de woestijn’ op Caraïbisch Uitzicht
Meer over Boeli van Leeuwen
Meer over Klaas de Groot op deze site
«Boeli van Leeuwen mag niet worden vergeten.» – Job van Schaik
Over ‘Een vreemdeling op aarde’ van Boeli van Leeuwen in Dagblad van het Noorden/Leeuwarder Courant, 6 november 2015:
Nu ik het opnieuw gelezen heb, begrijp ik weer iets beter waarom het oeuvre van Van Leeuwen me zo aanspreekt: het is – afgezien van de grote stilistische en compositorische kwaliteiten – op een heel vanzelfsprekende manier tegelijk uitbundig aards-lichamelijk en diepreligieus-filosofisch. Dat is een combinatie die je in de Nederlandse literatuur nauwelijks tegenkomt (alleen bij die andere grote Curaçaose schrijver, Tip Marugg, vind je hetzelfde). In de romans van Van Leeuwen wordt altijd groots gedacht en geleefd. Naast een heftig gevoelsleven tref je een intellectuele diepgang die zeldzaam is in de schone letteren. Maar de filosofische en religieuze bespiegelingen zijn altijd heel concreet; er wordt een verhaal van gemaakt. Het denken is ingebed in het leven. En dat leven is voor de personages in zijn werk doorgaans een worsteling, met op de achtergrond altijd de dood als diepste waarheid. De mens is in eenzaamheid op aarde geworpen, gedoemd om te verlangen naar een paradijselijke staat van zijn, die voor altijd verloren is gegaan.
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Een vreemdeling op- aarde’
«Die melancholie was hem wel toevertrouwd.» – Menno van der Beek
Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen in Liter, oktober 2015:
En nu heeft Uitgeverij In de Knipscheer eind vorig jaar de gedichten van Boeli van Leeuwen, Tempels in Woestijnen, heruitgegeven. Het is in Boeli’s schrijversleven bij de ene dichtbundel gebleven, maar er kwamen nog wel vijf schitterende romans, een novelle en een drietal bundels met verzamelde stukjes uit zijn pen. Zijn meesterwerk, zijn laatste roman, Het teken van Jona (1988), had tot de top van de Nederlandse literaire prestaties van de vorige eeuw gerekend kunnen worden, ware het niet dat in dat tijdsgewricht romans met veel bijbelse verwijzingen niet lekker lagen bij Amsterdamse critici. Het verhaal van de in dienst van het eiland oud geworden bestuurder, die via het uitgemergelde paard van Johannes en de majestueuze walvis tot diepere inzichten komt – geen boekenkast kan in feite zonder.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Een piepjonge dichter die in feite een geboren prozaïst zal blijken.» – Stefan van den Bossche
Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen in Poëziekrant, mei-juni 2015:
Ondanks het feit dat de romancier Boeli van Leeuwen (1922-2007) zelf afstand nam van zijn vroege gedichten, werd recent zijn debuutbundel uit 1947, Tempels in woestijnen, heruitgegeven. Van Leeuwen was jurist van opleiding en vervulde verscheidene beleidsfuncties op Curaçao. Het leven in de overzeese gebiedsdelen speelt dan ook een belangrijke rol in zijn werk, en wordt erin gekoppeld aan motieven van seksualiteit, schuld en verantwoordelijkheid. Het feit dat deze eerste gedichten voor geïnteresseerde lezers onvindbaar waren geworden en voor velen zelfs onbekend waren gebleven, zette de uitgever ertoe aan dit door insiders als een ‘sterk debuut’ bestempeld kleinood opnieuw in de belangstelling te brengen. […] Van Leeuwen experimenteert in deze debuutbundel met uiteenlopende vormen, van kwatrijnen en sonnetten tot epische, sterk narratieve gedichten die gebeurlijk naar het prozagedicht neigen. Dat epische lijkt van Antilliaanse inslag – het was al eigen aan zijn meer bekende romans.
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
«Wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen?» – Ivan Sacharov
Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen op MeanderMagazine, 10 april 2015:
Wat wordt bedreigd met uitsterven als (de natuur van) de taal gaandeweg verandert? Sommige formuleringen, opvattingen wellicht. Een lezer mag zich gelukkig prijzen als hij – ontdekkingsreiziger op papier nog altijd – per ongeluk een bedreigde soort tegenkomt. (…) Ik vind dit [‘Moeder van mijn moeder’] een mooi gedicht: met die perkamenten handen die als lichte vleugels op de ogen aan een engel doen denken. Het leven gespot op het moment van de dood, die als schuw wordt voorgesteld: alsof deze hooghartige aristocratische dame hém over de streep moet trekken! Zij was gewend om het voor het zeggen te hebben tijdens haar leven en nu, bij haar dood, is dat niet anders: zij sterft zoals zij geleefd heeft. Dáárom grijpen dood en leven dus in elkaar als ringen: ze passen bij elkaar. En zelfs het gedicht blijkt een ring: het grijpen in de laatste strofe doet weer denken aan de handen uit het begin. Een apart gedicht ook: door de ouderwetse taal die wordt gehanteerd. Wat een goede vondst lijkt van de dichter want vorm (gedicht) en inhoud (vrouwenziel) sluiten zo beter op elkaar aan (inderdaad: alwéér als ringen). Maar dit is niet bedoeld als ouderwetse taal. Dit werd geschreven omstreeks 1947, toen dit taalgebruik nog heel gewoon was. De tijd knaagt blijkbaar niet aan alle dingen; werkt soms zelfs in hun voordeel. (…) Afgezien van de cosmetica (hoofdletters, interpunctie en samengestelde woorden als juichendhelle) is het nog niet zo uit te leggen waarom dit gedicht [‘Luchtgevechten boven een krankzinnigengesticht’] als een bedreigde (dicht)soort kan worden beschouwd. Is het met die ‘scheefgeslagen ziel die God hun uit de hemel zond’ nog teveel gedrenkt in een op christelijke leest geschoeide cultuur? Misschien. (…) [Deze gedichten van Boeli van Leeuwen] getuigen in elk geval van lef. Want wat voor mens durft de dood in het gezicht te blaffen? Durft dat te schrijven: met die juichendhelle kreet, die op het laatst meer hel dan juichend moet zijn geweest. De lezer moge het zelf ontdekken (…) want wie zou het oordeel over dit werk alleen aan een paar stoffige heren willen overlaten?
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
«Het leven verlengen van deze schrijver moet mogelijk zijn.» – Klaas de Groot
Over het gedicht van Gerrit Achterberg dat Lily van Leeuwen koos ter nagedachtenis aan haar vader op Caraïbisch Uitzicht, 4 april 2015:
In de maanden na het overlijden op 28 november 2007 verschijnen er in diverse Curaçaose kranten in memoriamgedichten (…) op Caraïbisch Uitzicht te lezen in de reeks ‘gedichten voor Boeli van Leeuwen’.
Op 28 januari 2008 verschijnt er in de Amigoe nog een gedicht in deze sfeer. Dochter Lily van Leeuwen koos van Gerrit Achterberg het volgende gedicht ter nagedachtenis aan haar vader: ‘Wie ik nu nog zal worden…’ De lezer van dit ‘ingezonden’ gedicht kan zich afvragen waarop deze keuze is gebaseerd. Voor een antwoord op die vraag is misschien dat wat Van Leeuwen schreef een mogelijke mijn om in te hakken.
Wat dan opvalt, is dat het gedicht eindigt zoals het begint, namelijk met een zeer beleefde dood: ‘gaat u mee, mijnheer’. Dit doet sterk denken aan de derde strofe van het gedicht ‘Moeder van mijn moeder’ uit de bundel Tempels in woestijnen. (…). Ook de opening van het gedicht wordt herhaald: ‘Wie ik nu nog worden zal is eender’. De ik bedoelt misschien dat de dood hem niet zal veranderen. Maar ook klinkt een adagium van Van Leeuwen door, namelijk ik ben die ik ben. Een echo van deze gedachte valt te lezen in de laatste regel van de derde strofe: ‘opdat ik des te meer / mijzelve wezen zoude’. Deze strofe begint met de ik als geheimhouder van het leven ‘in eigen beheer’. (…) In het prachtige verhaal ‘The rest is silence’, verschenen in Geniale anarchie, wordt de mens zelf een geheim genoemd en een universum.
Lees hier het hele artikel
Lees hier ‘Kleine chaos’ van Tommy Wieringa
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Shrinivási voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Hans Vaders voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedicht Walter Palm voor Boeli van Leeuwen
Lees hier Klaas de Groot over gedichten Helen Lashley en Coco Rais voor Boeli van Leeuwen
«Hij is in staat tot het spelen van heerlijke preludes.» – Ezra de Haan
Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen in Antilliaans Dagblad, 19 januari 2015:
De grote Curaçaose schrijver Boeli van Leeuwen gaf ruiterlijk toe dat, ook hij, ooit poëzie had geschreven. (…) Hij, en ook Frank Martinus Arion, waren zich er vast van bewust dat die poëzie de kraamkamer van hun latere oeuvre was. Daar was het ooit begonnen. Wanneer je, met de boeken van Van Leeuwen in gedachten, Tempels in woestijnen leest, herken je de taal. Net zoals je de toets en de kleur van een schilder herkent. Deze gedichten komen onmiskenbaar van de hand van Boeli van Leeuwen. Je leest strofen en voorziet de werken die later zijn geschreven: De rots der struikeling, Een vreemdeling op aarde, De eerste Adam, Schilden van Leem, Het teken van Jona. Hij is in staat tot het spelen van heerlijke preludes.
Lees hier de bespreking in de krant
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
«Voor de echte Boeli van Leeuwen-liefhebber natuurlijk een ‘must’ om te hebben.» – Armand Snijders
Over ‘Tempels in woestijnen’ van Boeli van Leeuwen in Parbode 105, januari 2015:
Met Frank Martinus Arion (onder meer auteur van Dubbelspel) en de inmiddels overleden Tip Marugg (Weekendpelgrimage) was Van Leeuwen het gezicht van het naoorlogse bescheiden schrijversgilde van Curaçao. (…) Dat Van Leeuwen in het begin van zijn schrijverscarrière ook gedichten heeft geschreven, was al bekend. In Geniale Anarchie (1990) verwees hij daar zelfs naar in ‘Onkel Patrice’. Daarin schreef hij dat in 1947 een slordig gedrukt bundeltje in een oplage van vijftig exemplaren (waarvan tien mislukt en weggegooid) in omloop had gebracht met als titel Tempels in woestijnen. Hij vond het zelf absoluut geen meesterwerk en de dichterspen hing hij daarna aan de wilgen. Lange tijd werd gedacht dat geen enkel exemplaar de tand des tijds had overleefd, maar na zijn dood kwam er wonderwel toch een boven water. En nu zijn die tien gedichten, samen met het korte verhaal ‘Onkel Patrice’, samengebracht in een bundel. Voor de echte Boeli van Leeuwen-liefhebber natuurlijk een must om te hebben. (…) De uitgever was zo slim het bundeltje af te sluiten met ‘Onkel Patrice’, dat maakt het ook voor de niet-kenners toch nog leuk. De echte fans van Van Leeuwen zullen Tempels in woestijnen echter ongetwijfeld omarmen als een verloren gewaand kind. ***
Lees hier de recensie
Meer over ‘Tempels in woestijnen’
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer