«Ik voelde me voor het eerst weer thuis. Hier. In Neerkant.»

Over ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in interview met Frank van Dijl in Argus, nr. 190, 15 januari 2025:

“Schrijven is een eenzame bezigheid. Ik was gewend in bandjes te spelen en met elkaar lol te trappen  (…) . Maar ik heb het altijd heel fijn gevonden om te schrijven. En ik schrijf nog steeds. Mijn laatste boek is net uit en daar ben ik ook weer erg gelukkig mee. Dat ik dat mag en kan doen.”  Maar een boek alleen is voor jou te weinig: er moeten ook liedjes bij. “Eigenlijk is het omgekeerd. Ik schreef liedjes en ik wist hoe betrekkelijk een plaatje is, op een gegeven moment is het weg. Maar een boek zet je in de boekenkast en dat blijft eeuwig bestaan. (…) In het laatste boek, ‘Een liefdeslied’, heb ik de scènes op muziek gezet, eigenlijk voor het eerst.” (…) “Mijn vader was in 1933 al naar Nederland gekomen. Hij was achttien jaar, een paar maanden na zijn aankomst richtte hij een vereniging op voor de indo-jeugd in Nederland met als doel: een toekomst in Indonesië. Daar horen wij thuis, daar liggen onze wortels, we zijn een kind van Indonesia. (…) Dat was zijn overtuiging. Politiek heeft hij daar enorm zijn best voor gedaan en dat is dus mislukt. Dat aspect is nooit naar voren gekomen. (…) Met dit boek hinkte ik op twee gedachten: ik wilde de liefdesgeschiedenis van mijn ouders beschrijven, maar ik wilde ook graag de politieke rol van mijn vader belichten.”

Lees hier het interview/verhaal
Lees hier het interview dat Frank van Dijl 50 jaar eerder op dezelfde plek hield
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer