Willem –  De zaak Reinaerd Vos, door Harrie Geelen

Willem
De zaak Reinard
(vertaald) door Harrie Geelen
verluchtigd met 60 prenten van Harrie Geelen
concept omslag Harrie Geelen
foto Harrie Geelen Imme Dros
gebrocheerd met stofomslag,
17,5 cm x 24,5 cm staand
192 blz., € 29,50
ISBN 978-94-93368-29-3
eerste uitgave najaar 2025

Schrijver, beeldend kunstenaar, regisseur, tekenfilmer, componist-tekstdichter Harrie Geelen manifesteert zich recentelijk ook als vertaler. Van Ovidius vertaalde hij uit het Latijn diens Metamorphoses (2022) en Heroides (2024) die hem veel lof opleverden: “Geelen bewijst dat hij ook een meestervertaler is.”

Nu verrast hij met zijn versie van ‘Van den vos Reynaerde’ (rond 1260), het hoogtepunt uit de Middelnederlandse literatuur door. Van dit satirisch-grappige heldendicht en dierenverhaal zijn on de voorbije eeuwen talloze bewerkingen verschenen, op rijm al dan niet gekuist, of als proza of kindervertelling, ook door gerenommeerde hedendaagse schrijvers en vertalers als Ernst van Altena, Karel Eykman, Koos Meinderts en, nog zeer onlangs, Tom Lanoye.

In tegenstelling tot die hertalingen van de laatste eeuw koos Harrie Geelen in De zaak Reinard voor een zeer getrouwe vertaling in gepaard rijm, van versregel voor versregel, 3494 versregels in totaal, en baseerde zich daarvoor op de laatste bezorging van de oertekst door historisch letterkundige Frits van Oostrom.

Het epos begint met een Proloog van de oorspronkelijke auteur Willem die Madock herschiep waarvan hieronder de eerste strofen:

Willem die Madock herschiep
en daar nachten niet van sliep
vond het toen zo onaanvaardbaar
dat men over le Renard maar
amper iets in ’t Diets mocht lezen
(Arnout was geen hulp in deze )
dat híj de doopceel zelf ging lichten
en wat men over Vos berichtte
naar Diets, dus geen woord Frans, omwerkte.
Heregod. Wens Willem sterkte.

Een ding moet mij van het hart:
ik bid en smeek nog vóór ik start
kleinsteeds volk en kletsmajoren,
als zij iets onbehoorlijks horen,
als iets niet aan hen is besteed,
(geen iets zinnigs te zeggen weet),
dat zij dan niet zelf gaan schaven.

Angry Young Performers – Lenny Vos

906265-277-8Lenny Vos over de Vlamingen in ‘MaximaaL’ op Neerlandistiek, 21 maart 2025:

(…) Midden jaren tachtig, Lanoye was toen nog een Angry Young Poet, kwamen zijn gedichten in het vizier van Arthur Lava, die de bundel ‘Maximaal’ samenstelde. Hij was niet de enige Vlaming in de bundel, want ook de poëzie van Johan Joos werd door Lava opgenomen. (…) Hoe kwamen de gedichten van de Vlamingen Tom Lanoye en Johan Joos in de bundel ‘Maximaal’ terecht? Daarvoor ondernam ik een speurtocht naar een brief uit 1986, waarmee samensteller Arthur Lava zijn zielsverwanten in de poëzie als Tom Lanoye, René Stoute, Joost Zwagerman en Pieter Boskma overhaalde om hun gedichten in de bundel ‘Maximaal’ te publiceren. (…)  In het verslag van zijn zoektocht naar Johan Joos beschrijft Joris van Casteren de ontvangst in de literaire kritiek van de bundel ‘Steilte’ (1986). Rond de bespreking van deze bundel door Arthur Lava, die kort daarvoor was begonnen als recensent voor NRC Handelsblad, breekt een ware rel uit, aldus Van Casteren: ‘Alleen de dichter Arthur Lava waagde zich aan een serieuze bespreking. Lava was op dat moment, ondanks fluorescerende hanenkam en leren pak, door K.L. Poll als poëzierecensent bij NRC Handelsblad aangetrokken. Was dat voor de keurig traditionele kunstredactie al even slikken, de jubelende recensie over het kladschrift van een of andere Vlaamse punkdichter die dit sujet waagde af te leveren, stuitte op een daverend veto. Lava was woest en gaf zijn pas verworven functie eraan.’ (…) De Maximale dichters zullen slechts eenmaal als voltallige groep bij elkaar komen. (…) Opvallend is dat Lanoye’s gedicht met de titel ‘Maximaal’ niet is opgenomen in de gelijknamige bundel van de Maximalen. Wel draagt hij het voor op de presentatie van de bundel, (…) Howard Krol, die onder het pseudoniem Arthur Lava de dichters aanschreef, was gevraagd door Uitgeverij In de Knipscheer om een bundel samen te stellen.(…) Als oorspronkelijke verschijningsdatum vermeldt Krol in zijn eerste brief ‘najaar 1987’, maar die wordt ruimschoots overschreden; uiteindelijk zal de bundel in mei 1988 worden gepresenteerd. (…)

Lenny Vos is literatuurwetenschapper en onderzoekt in een reeks artikelen het literaire veld van de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Als eerste deel van dit work-in-progress is het artikel ‘Punk-Poetry. Diana Ozon en het literaire veld van de jaren tachtig’ in 2024 verschenen op Neerlandistiek.

Lees hier het artikel van Lenny Vos
Meer over ‘Maximaal’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Howard Krol bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De misdaad is nooit toevallig in mijn verhalen.» – Pauline J. van Munster

VoorplatHannah-75Over ‘Hannah en ik’ in een interview met Kees de Kievid op Boekenbijlage, 21 november 2020:
(…) Tijdens de opleiding voor regisseur/docent drama op de Hoge School voor de Schone kunsten, die ik heb gevolgd, ben ik veel met tekstanalyse bezig geweest. Omdat er destijds weinig banen waren in deze sector ben ik toneelteksten gaan schrijven voor kindertheater. Na enkele jaren heb ik een schrijfcursus gevolgd bij de toen nog onbekende Renate Dorrestein en zo ging mijn schrijvers carrière van start. (…) Meestal dringt het verhaal en vooral de personages zich aan me op. Hun problematiek en ontwikkeling manifesteert zich het beste in een gesloten arena, zoals ik het noem. Weinig ontsnappingsmogelijkheden zodat er duidelijk vanaf het begin maar één weg te gaan is. Dat levert ook de spanningsboog op waar ik graag mee werk. Ik ben op mijn best als er onontkoombaarheid aanwezig is en daar heb ik een gesloten omgeving voor nodig. (…) Er gaat altijd iets stuk en vrijwel altijd iemand dood. Opvallend ook dat het altijd een man is. Dat heeft uiteraard met mijn eigen ervaringen te maken en met mijn opvatting over hoe de lijnen lopen en omgangsvormen zijn. (…) De misdaad is nooit toevallig in mijn verhalen. Het is een bewuste daad, in ieder geval van mij als schrijver en meestal ook van het personage die hem begaat. (…)
Lees hier het interview ‘Van theater tot boek’
Meer over ‘Hannah en ik’
Meer over Pauline J. van Munster bij Uitgeverij In de Knipscheer

Joost Zwagerman

Maximalen-75(Foto Arthur Bajazzo)

Joost Zwagerman (51) overleden op 8 september 2015 in Haarlem.
1988. Een jaar voordat Joost Zwagerman met ‘Gimmick!’ doorbrak, stelde Howard Krol, op dat moment redacteur bij Uitgeverij In de Knipscheer, onder zijn pseudoniem Arthur Lava de bloemlezing ‘Maximaal’ samen. Het zou een hausse aan aandacht betekenen voor de dichters die zich tot de Maximalen rekenden: Pieter Boskma, Bart Brey, Dalstar, Johan Joos, René Huigen, Tom Lanoye, Arthur Lava, K. Michel, Frank Starik, René Stoute en Joost Zwagerman. De bundel, in de opvallende vormgeving van Henrik Barends, werd een jaar later bekroond als een van De Best Verzorgde Boeken van dat jaar. In die jaren mocht Uitgeverij In de Knipscheer de uitgever zijn van het op maximaal formaat uitgegeven literaire tijdschrift ‘De Held’, waaraan Joost Zwagerman diverse keren bijdroeg.

2015. Rogi Wieg publiceert zijn laatste gedichten op het digitale supplement van het literair tijdschrift ‘Extaze’. Joost Zwagerman antwoordt op 20 juni met een gedicht ‘God, de zijne’, mogelijk ook het laatste gedicht van Joost Zwagerman: Klik
Meer over ‘Maximaal’

Arthur Lava – Maximaal. Werk van 11 Nederlandse en Vlaamse dichters

906265-277-8Arthur Lava
Maximaal
Werk van 11 Nederlandse en Vlaamse dichters

Bloemlezing
120 blz., € 12,00
ISBN 90-6265-277-8
Eerste druk 1988
Uitverkocht

Onaangekondigd, maar luidruchtig werd vlak voor de zomer in het Amsterdamse Roxy de poëziebloemlezing Maximaal gelanceerd. ‘It’s official now,’ schreef Joost Niemöller later in De Held. Artikelen van Arthur Lava in dat zelfde blad en van Joost Zwagerman in de Volkskrant hadden al heel wat stof doen opwaaien en duidelijk gemaakt dat er na de fletse stilleven-poëzie van de jaren zeventig en tachtig dringend behoefte was aan de poëzie van de klauwhamer, aan bravoure en grilligheid, aan robuuste romantiek, én dat zulke poëzie ook al geschreven werd. Maar pas toen de bundel Maximaal (met door Arthur Lava gekozen en ingeleide gedichten van Pieter Boskma, Bart Brey, Dalstar, Johan Joos, René Huigen, Tom Lanoye, Arthur Lava, K. Michel, Frank Starik, René Stoute en Joost Zwagerman) eenmaal verschenen was, bleek hoezeer die behoefte aan verandering leefde: ruime aandacht in dag- en weekbladen en op radio en tv.

En de discussie woedt voort. Wie zich aangevallen voelt uit schampere kritiek. Maar intussen is het aanzien van de poëzie al veranderd: er verschijnt geen recensie meer of er wordt aan de Maximalen gerefereerd. En nu al wordt duidelijk dat het om meer dan alleen de poëzie gaat.

Het wachtwoord is ‘maximaal’. En dat blijft het ook het komende seizoen.

«Als het niet zo voor de hand zou liggen, zou je veronderstellen dat de Nederlandse poëzie binnenkort van aanzien gaat veranderen.» – Guus Middag in Vrij Nederland

Wil de nieuwe Gorter of Lucebert (m/v eindelijk opstaan om van al die ‘stilstand in beweging’ eindelijk eens echte beweging te maken.» – Ton Anbeek in Eslevier

Nu zijn we waar we moeten wezen. Een debat over de stand van de poëzie blijft namelijk in de lucht hangen zolang er geen namen worden genoemd.» – Jaap Goedegebuure in De Haagse Post.