«Rijkdom van taal en stijl in gecomprimeerde roman is pleidooi voor langzaam lezen.» – Wim Rutgers

VoorplatVanzover-75Over ‘Van zo ver gekomen’ van Bernadette Heiligers in Antilliaans Dagblad, 20 november 2021:
(…) Het verhaalt in tien hoofdstukken de geschiedenis, in de ik-vorm, van het tien jaar jonge Dominicaanse meisje Dini op Curaçao, waar haar moeder Ariana met hulp van haar familie een huishoudelijke dienstbetrekking krijgt bij doña Lillian: “Doña Lillian wilde een Dominicaanse. Iemand die voor een prikje zou werken zolang ze geen papieren heeft.” (…) Het jonge meisje is gewend zichzelf te redden en neemt het werk van haar moeder over, zonder daarvoor betaald te worden. Met behulp van de invalide echtgenoot van doña Lillian krijgt ze toch de kans naar school te gaan en daar Nederlands te leren. (…) Ze studeert vervolgens rechten en wordt advocaat en mediator. (…) We zijn dan als lezer eveneens aan het einde van het verhaal waar alle omstandigheden verklaard worden. (…) Naast deze thematiek rond de relatie tussen Curaçao en Santo Domingo, met hun grote sociaaleconomische tegenstellingen maar familiale verwantschappen, weeft Bernadette Heiligers een tweede migratie-draad: de relatie van het nieuwe Bonaire na 10-10-10 met Nederland, (…) weergegeven als traditie tegenover moderniteit, koloniale arrogantie tegenover misplaatste minderwaardigheidsgevoelens. (…) Een zo zorgvuldig geschreven verhaal verdient zorgvuldige lezing. Wie ‘Van zo ver gekomen’ ten volle wil genieten dient langzaam te lezen en zal door herlezen een wereld van origineel taalgebruik ontdekken.
Prof. dr. G.W. Rutgers is buitengewoon hoogleraar Caraïbische letterkunde, met bijzondere aandacht voor de letteren in het Papiamentu aan de Universiteit Nederlandse Antillen op Curaçao.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Van zo ver gekomen’
Meer over Bernadette Heiligers bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Haarscherpe analyse van alle complexe relaties op de Caraïbische eilanden.» – Michiel van Kempen

VoorplatVanzover-75Over ‘Van zo ver gekomen’ van Bernadette Heiligers voor NBD/Biblion, 18 november 2021:
Dini, een tienjarig Dominicaans meisje dat is meegekomen met haar moeder die illegaal op Curaçao verblijft, maakt mee hoe haar moeder verdrinkt. Einde van moeders droom om met een Curaçaoënaar te huwen. Dini moet zich zien staande te houden in de familie van de elitaire doña Lillian Helbier, verzorgt Lillians zieke man, helpt de zoon Simon in zijn atelier en wordt verkracht door de oudste zoon. De familie Helbier zakt af; het décor is de mei-revolte van 1969. Jaren later werkt Dini als mediation jurist en helpt zij de Nederlandse Renske met de Bonairiaan Eldon. Beetje bij beetje hoort zij van doña Lillians werkster Ena hoe alle complexe relaties in elkaar zitten. Alles is anders dan zij denkt. De auteur (1952), die eerder de roman ‘Schutkleur’ schreef, geeft een haarscherpe analyse van alle complexe relaties op de Caraïbische eilanden. Zij heeft een jaloersmakend goede pen: op elke bladzijde staat wel een krachtige metafoor of een kathedraal van een zin. Dit verhaal moet je langzaam lezen om de relaties tussen de vele personages goed te begrijpen, maar dan word je ook beloond met een prachtverhaal.
Meer over ‘Van zo ver gekomen’
Meer over Bernadette Heiligers bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Schrijven uit ergernis.» – Adri Gorissen

Opmaak 1Over ‘Anbessa’s dochter’ van David van Reen in Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad, 16 september 2016:
Ruim een jaar na zijn dood verschijnt de roman ‘Anbessa’s dochter’ van David van Reen (1969-2015). Daarin beschrijft hij op indringende wijze het uitzichtloze bestaan van de arme Ethiopiërs. (…) In ‘Anbessa’s dochter’, na het in Kenia spelende ‘Engelen der wrake’ Van Reens tweede roman, staan de armoede en ellende in het Ethiopië uit de jaren 1991-1997 centraal. Hoofdpersoon Lasta moet vluchten uit Lalibela als de dan nog communistische machthebbers van het land op zoek zijn naar haar vader. Dat zet een lange reeks van gebeurtenissen in gang waardoor Lasta in de hoofdstad Addis Abeba terechtkomt. Ze wordt verkracht door een werkgever, belazerd door mannen die haar bezwangeren en dan verdwijnen, bestolen door andere armen, maar ook liefdevol opgevangen door lotgenoten. Wat er ook plaatsvindt, ze blijft sterk en behoudt haar waardigheid. Mede daardoor is het eind van het boek hoopvol. David schetst geen fraai beeld van het leven in Ethiopië, een land waar een uit een van de zeven bevolkingsgroepen afkomstige bovenklasse van Tigrayers de grote arme meerderheid eronder houdt.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Anbessa’s dochter’

«Ze heeft oog voor detail, en kan onverwacht grappig uit de hoek komen.» – Karin Amatmoekrim

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong in De Volkskrant, 31 oktober 2011:
In haar debuutbundel ‘De laatste parade’ schuwt schrijfster Ruth San A Jong de schaduwkant van de samenleving bepaald niet. Je kunt je afvragen of dit alles is wat Suriname te bieden heeft maar zeker is dat San A Jong sociaal gevoelige onderwerpen aanroert. Dat doet ze soms op een verrassende manier, bijvoorbeeld door een jong meisje in dagboekfragmenten aan het woord te laten. In zulke vondsten is San A Jong sterk. Ze heeft oog voor detail, en kan onverwacht grappig uit de hoek komen. San A Jong zou vaker mogen inzoomen op de details. Dan is ze op haar best.

Lees hier de recensie

Meer over ‘De laatste parade’

«Geslaagde meesterproef.» – Ezra de Haan

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong op Literatuurplein, 10 december 2011:
Eigenlijk is het verrassend hoeveel Ruth San A Jong in deze negen verhalen weet kwijt te raken. En natuurlijk gaan het niet alleen maar over de dood. Want ook het leven komt aan bod en de liefde, het alledaagse Surinaamse leven. Juist al die doodgewone dingen die je zelden in een roman tegenkomt. Door geen taboe uit de weg te gaan en veel humor te gebruiken is De laatste parade een mooi en erg bijzonder boek geworden. Misschien schreef de auteur de verhalen met de laatste woorden van Baas Hugo in het achterhoofd ‘Mi no wani no wan babari’: Mocht ik ooit sterven dan geen schandaal aan mijn oren, maar wel vrolijkheid en plezier.

Lees hier de recensie

Meer over ‘De laatste parade’

«Zes van de negen verhalen zijn zonder meer juweeltjes en maken De laatste parade tot een overtuigend debuut.» – Peter Meel

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong op Caraïbisch Uitzicht, 26 november 2011:
‘De laatste parade’ benoemt dingen die veel mensen liever onbenoemd laten en legt dingen bloot die menigeen bij voorkeur toegedekt wenst te zien. San A Jong verliest haar respect voor de omgang met de dood niet, maar wil het mysterie niet groter maken dan het is. Zoals zij de aflegster in ‘De geur van de dood’ laat denken: ‘Eigenlijk doen we niet geheimzinnig; het is geheimhouding. Een arts vertelt zijn vrouw en kinderen toch ook niet dat hij een zaagmachine gebruikt om een been te amputeren? Of dat er soms verkeerde medicatie wordt gegeven waardoor de patiënt sterft? Nou dan. Mensen in Suriname maken van alles een geheim, een drama.’ In deze bundel wordt het drama klein en onnadrukkelijk gehouden, waardoor het aan zeggingskracht wint. De geringe omvang van de bundel – in aantal pagina’s en wat betreft het formaat – draagt mede aan dit effect bij. Het is bovendien lang geleden dat een Surinaams literair debuut er zo mooi verzorgd uitzag en met zoveel liefde voor vorm, typografie en kleurgebruik werd geproduceerd.

Lees hier de recensie

Meer over deze debuutbundel

«Directe schrijfstijl afgewisseld met mooie zinnen en sprekende beelden.» – Sunny Jansen

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong op Literair Nederland, 7 november 2011:
Het is een divers beeld, ze voert haar lezers langs de geheime rituelen bij de lijkwassing, de problematiek van bijvrouwen en de mysteries van winti. Moord, zelfmoord, euthanasie, kindermisbruik, verkrachting: de verhalen hebben stuk voor stuk zware, sociaal gevoelige onderwerpen. Maar toch wordt de verhalenbundel nergens zwaarmoedig of deprimerend en dat is knap. Ruth San A Jong wisselt haar directe schrijfstijl af met mooie zinnen en sprekende beelden, die de lezer af en toe een glimlach ontlokken. Op andere momenten zijn haar observaties scherp. Af en toe is er, ondanks de alom aanwezige dood, ook een komische noot te bespeuren.

Lees hier de recensie

Meer over ‘De laatste parade’

«Boeiende verhalen, waarin facetten van het Surinaamse leven worden beschreven.» – Ko van Geemert

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong in Parbode, 2 november 2011:
In deze bundel met negen korte verhalen, waarmee de in Paramaribo wonende Ruth San A Jong (1970) debuteert, speelt de dood een hoofdrol. Het zijn vrijwel allemaal boeiende verhalen, waarin facetten van het Surinaamse leven worden beschreven die lang niet bij elke lezer bekend zullen zijn. Daarbij springen twee dingen naar voren: San A Jong heeft een vlotte pen, en ze schrijft zonder opsmuk of sentimentaliteit – en vooral dat laatste ligt constant op de loer bij een onderwerp als dit. ‘De laatste parade’ is een mooie verhalenbundel, een debuut dat naar meer smaakt.

Lees hier de recensie

Meer over ‘De laatste parade’ en ‘Ruth San A Jong