«***** Lenssen overtuigt in dit rijke boek, dat je nauwelijks laat ademhalen.» – Jan Stoel

Over ‘Het theater der herinneringen‘ van Peter Lenssen op Bazarow, 13 maart 2024:
(…) De roman is het enerzijds het verhaal van Käthe en Karl Kollwitz en hun zoon Peter, en anderzijds het verhaal van Meryem Yildiz. Meryem, geboren in Istanbul, is verhuisd naar Berlijn toen ze zes jaar was en uiteindelijk in Heerlen beland. (…) Ze kan nu een lang gekoesterde wens in vervulling doen gaan, het spoor van Käthe Kollwitz volgen van wie ze op een uitstapje met haar ouders in Keulen in de Sankt Albankerk een kopie van hetTreurend Ouderpaar had gezien. (…) Ze wil het origineel in Vladslo zien, ruim honderd jaar na de Grote Oorlog. (…) Lenssen heeft een meeslepende roman geschreven die je helemaal onderdompelt in het leven van Käthe Kollwitz, haar engagement met de sociaaldemocratie, haar ijveren voor mensenrechten, de vrijheid om Peter een eigen keuze te laten maken in zijn leven, haar werk als kunstenares, haar herinneringen en haar leven ten tijde van de nazi’s. We volgen haar tot aan haar dood. Maar we volgen ook de verschrikkingen van de Grote Oorlog, “de mensenvleesverwerkende industrie”, krijgen een beeld van de slagvelden, de modder, de gasaanvallen en de eindeloze bombardementen. De verwerking van de dood van haar zoon Peter is een mooie verhaallijn in de roman. Er lag achttien jaar tussen de dood van Peter en het plaatsen van het beeld in Vladslo. (…) Het gaat Lenssen vooral om de psychologische ontwikkeling van zijn personages. Daardoor beklijft de roman. Hij vlecht de personages van Meryem en Käthe als het ware in elkaar: twee zoektochten naar wat er in het verleden is gebeurd en wat je had kunnen doen om het te “veranderen” en hoe je verder kunt leven. (…) Lenssen overtuigt in dit rijke boek, dat je nauwelijks laat ademhalen, zuigt je mee in zijn verhaal. Hij schrijft met gevoel, weet te emotioneren en te ontroeren. Laat je meevoeren in de wereld van Käthe en Meryem.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het theater der herinneringen’
Meer over Peter Lenssen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wat een verademing.» – Kristien De Wolf

VoorplatOnomkeerbaar75Over ‘Onomkeerbaar’ van Ines Nijs op Hebban, 1 juni 2020:
‘Onomkeerbaar’ is het prachtige debuut van Ines Nijs. De jonge Zoë groeit geïsoleerd op. Ze woont op het platteland en moet het alleen zien te rooien met een kwetsbare, wankelmoedige moeder, de vriendelijke boerin van even verderop en een tante non die vanuit het nabije klooster een oogje in het zeil houdt. Het meisje heeft vele moeders, maar geen vader. Waar is hij? (…) Zoë gaat zelf op zoek naar de man die in de ontwrichtende lege plek in haar stamboom past. Het oergegeven van het op zoek gaan naar de veilige geborgenheid van eigen wortels wordt meesterlijk door de auteur ontwikkeld tegen de achtergrond van een Vlaanderen dat zijn laatste katholieke stuiptrekkingen beleeft. Op dat vlak is het boek een document. (…) Het andere thema van de dochter die voor de moeder zorgt in plaats van omgekeerd, wordt met ontroerende verfijning tussen het eerste thema gevlochten. Zelden zag ik zo mooi uitgebeeld hoe een kind ertoe kan worden gebracht een abnormale ouder-kind verhouding te aanvaarden en hoe eenzaam het daarvan wordt. Tempo, taal en structuur zijn subtiel en dienen het verhaal. Het boek is spannend, de plot verrassend, maar gelukkig laat Ines Nijs zich niet vangen aan het najagen van modieuze schokeffecten. Bij haar mag het helemaal over de mens gaan, in al zijn kwetsbaarheid, verlangen en liefdevol gestuntel. Wat een verademing is dat.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Onomkeerbaar’

«Goed evenwicht tussen fictie en non-fictie.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink op Ansiel, 10 april 2018:
De Vlaamse auteur Elisabeth Marain liet zich in 1994 inspireren door ‘ de groote oorlog’. In ‘Cyclus der legenden’ worden we geconfronteerd met het schrijnend leed van de Belgische vluchtelingen die vanuit hun door Duitsers bezette land een veilig onderkomen zochten in het neutrale Nederland. (…) Na twee delen haakte de schrijfster jammer genoeg af. In het derde deel zou de zoektocht naar Hélène worden beschreven, maar tot publicatie is het nooit gekomen. Met haar toestemming heeft Theo Stokkink dertig jaar later de draad opgepakt, nu vanuit een Nederlands perspectief. (…) In het eerste deel van het boek ligt de nadruk behalve op de geschiedenis van Hélene en ook op de homoseksualiteit van Theo en op de verscheurdheid, schaamte en dilemma’s die dat begin vorige eeuw met zich mee zich mee bracht. De liefde moest altijd in het verborgene plaatsvinden en door een nieuwe wet lag zelfs gevangenisstraf op de loer. Bovendien was er altijd de angst voor ontdekking waarmee je dan schaamte en blaam over je familie zou uitstorten. Liefde, schaamte, angst, onbegrip en onmacht strijden om voorrang en taal voor dit soort zaken vinden ze nauwelijks. Theo Stokkink weet het evenwicht goed te bewaren tussen fictie en non-fictie en maakt er één groot factionverhaal van. Dat de pijnlijke geschiedenis van een zoekgeraakte baby het verhaal van zijn eigen moeder is, maakt het boek des te aangrijpender.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Zwijgplicht’
Meer over Theo Stokkink bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Aangrijpend verhaal van zijn moeder en haar homoseksuele adoptievader.» – Adri Gorissen

Opmaak 1Over ‘Zwijgplicht’ van Theo Stokkink in De Limburger, 28 maart 2018:
(…) Theo Stokkink wil al langer iets doen met het verhaal van zijn moeder. Dat komt er kort samengevat op neer dat haar Vlaamse familie haar tijdens de vlucht voor de Duitsers in 1914 kwijtraakt en dat ze als Belgische vondeling in Amsterdam terechtkomt. Ze wordt daar geadopteerd door notaris Theo Borret en diens vrouw Sophie. Theo is homoseksueel en is een schijnhuwelijk aangegaan met de ex-prostituee Sophie, die na een abortus geen kinderen meer kan krijgen. (…) Stokkink vertelt niet alleen over de tragiek van zijn moeder, maar laat ook en bovenal de verscheurdheid van de notaris zien, die echt worstelt met zijn geaardheid en die, om aan alle verleidingen te ontsnappen, verhuist naar Breda. Zijn moeder Hélène heeft het altijd geweten, vertrouwt ze hem later toe. Wat het echt voor hem heeft betekend, beseft ze pas later in haar leven. (…)
Lees hier het artikel ‘De homo en de vondeling’
Meer over ‘Zwijgplicht’
Meer over Theo Stokkink bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Van den Bremt bevestigt zijn gerespecteerde dichterschap ten volle.» – T. van Deel

VoorplatBlauwSlikOver ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt voor NBD/Biblion, 27-11-2013:
Van den Bremt (1941) behoort tot de oudere generatie Vlaamse dichters, die zich uitdrukt in een betrekkelijk vaste vorm en zich bedient van een traditioneel vocabulaire. Dat daarin van alles mogelijk is en daarmee heel verrassende resultaten kunnen worden bereikt, is bekend. Van den Bremt is zeer attent op de klank, wat tot regels leidt als ‘Stroomafwaarts dwalend naar slikwadden / loopt de blik vast in het aangeslibde land’. Zijn gedichten hoeven niet per se te rijmen, ze kunnen ook losjes door de versregels meanderen: De bundelcompositie is doordacht in drieën: variaties op ‘staan’, rondgang door het jaar, en uitnodigingen tot ‘gaan’. Na ruim twintig bundels bevestigt Van den Bremt met deze evenwichtige nieuwe bundel zijn gerespecteerde dichterschap ten volle.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Blauw slik’

Donderdag 22 december 2011 interview met Didi de Paris op radio (afgelast vanwege treinstaking België)

Daags na de Nederlandse presentatie van zijn dichtersdebuutbundel BOKS in Haarlem wordt Didi de Paris op donderdag 22 december 2011 tussen 12.00 tot 13.00 uur live geïnterviewd over BOKS door presentator Peter de Rijk in het boekenprogramma ‘Literat-uur’.

Inmiddels is de bundel besproken door NBD/Biblion:
«Het werk van de als punkperformer begonnen Didi de Paris (1957, Leuven), meestal hilarisch, soms studentikoos en heel soms verontrustend, is altijd doordesemd van maatschappelijke betrokkenheid en dus optimaal gericht op het activeren van het publiek. Zijn opmerkelijk late poëziedebuut ‘Boks’ is een mengsel van referenties (vooral naar historische personages en gebeurtenissen), citaten, mystificatie, ironie en, in mindere mate, typografische opsmuk. De bundel bevat ook een dvd. Beide getuigen van een maximale inzet; De Paris swingt en staat dankzij zijn uitbundige en originele beeldspraak niet één saai moment toe. De hoge mate aan grilligheid op allerlei punten maakt de teksten echter niet ‘onmiddellijk begrijpelijk voor iedereen’ zoals de omslagtekst beweert. Eerder is het omgekeerde het geval, en gelukkig ook maar. Een grotere toegankelijkheid zou beslist afbreuk doen aan de waarde van deze kronieken, die nog aan betekenis winnen waar ze aantonen dat de absurditeit van de ‘dagelijkse realiteit’ die van hun maker wel degelijk kan overlappen. Een poëtisch geslaagde lancering!» – Albert Hagenaars

De uitzending vindt plaats vanaf de 4de etage in de nieuwbouw van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (op 7 minuten loopafstand van het Centraal Station) en is door publiek bij te wonen. De OBA is gevestigd aan de Oosterdokskade 143, 1011 DL Amsterdam.
Radio Amsterdam FM is te beluisteren op 106.8 FM, op de kabel 103.3 en via internet door op deze site te klikken op het logo ‘Luister Live’. Het interview is tot 2 maanden na uitzending te beluisteren via streamplayer (datum en tijdstip selecteren).
Zie ook op deze site (hier ) en ( hier )

Didi de Paris – Boks

DIDI DE PARIS
Boks

Gedichten & Performance. Boek + dvd
België
Ingenaaid, met flappen, 88 blz. + dvd
€ 19,90
ISBN 978-90-6265-685-1
2011

In BOKS laat Didi de Paris de lezer gedurende vijftig ronden alle hoeken van de ring zien. Hij slaat van zich af en deelt rake klappen uit. Tijdens de rust blijft er tijd voor mijmeringen over het leven, de liefdes die hij achter zich liet en de schrijvers en dichters die hem inspireren. Vanzelfsprekend zit daar de boksende dichter Arthur Cravan bij, maar ook De Schoolmeester, Bredero, Louis Paul Boon, Ivo Michiels en Elvis Peeters.

BOKS is een drieluik waarin het België van Didi de Paris (Zeer), zijn leven en het boksen (Vrij-gevochten) en Arthur Cravan (Naar Cravan) het onderwerp vormen. De bundel toont de januskop van Didi die zowel lyrische gedichten kan kwelen als een stampend podiumbeest kan zijn.

In Zeer beschrijft Didi de Paris de boksring die België heet. Antwerpen en Buffalo Bill, Gent, het Lappersfortbos en Leuven, kortom: het barre-brakke-vlakke brààààkland, Edele Land! In Vrijgevochten gaat het er harder aan toe. Hier slaat de dichter erop los, zelfs als het schaduwboksen betreft. Ook tijdens de rust, wanneer hij aan vroeger en zijn voorbije liefdes denkt of over verwante dichters schrijft, blijft de taal overeind staan. Het zijn gedichten die zich lenen voor een wervelende performance. Door goed gebruik te maken van typografie spatten die teksten van de pagina af.

Naar Cravan voltooit het drieluik, de wereldreis die de dichter maakte. De Paris schrijft tegelijkertijd een ode en een biografie in zijn gedichten over Cravan. Net als hij een boksende dichter die alle regels aan zijn laars lapte. Naar Cravan is de uppercut die Boks afmaakt. Daarmee toont Didi zich de dichter die precies weet wanneer hij een hoek moet geven.

Didi de Paris is een wereld op zich, een dichter die werkelijk alles gebruikt wat hij tegenkomt. Een dadaïst, een Didiist pur sang.

Klik hier voor de website van Didi de Paris.
Meer over Didi de Paris bij Uitgeverij in de Knipscheer

Stefaan van den Bremt – Van een. Gedichten

Stefaan van den Bremt
Van een. Gedichten
België
Paperback, 68 blz.,
ISBN 90-6265-212-3
Eerste uitgave september 1986

Van een is een gedichtenbundel in twee cycli: het eerste deel, ‘Het onpare paar’ is een monoloog van de dichter over liefde, erotiek en de ambiguïteit binnen een liefdesrelatie; het tweede deel, ‘Zwermcel’, is geschreven in de vorm van een dialoog tussen de muze die opdrachten geeft, en de dichter die hierop reageert. Het onderwerp wordt daarmee uitgebreid tot een zoeken naar de betekenis van de inspiratie van buitenaf.
De toonzetting van Van een is muzikaal en beheerst, waarbij het sentiment door een strakke vorm in toom wordt gehouden.

Stefaan van den Bremt (1941, Aalst) heeft Romaanse filologie gestudeerd en doceert literatuur in Antwerpen. Als dichter debuteerde hij met de bundel Sextant in 1968; later verschenen Een valkuil in de wolken (1971), Lente in Vorst (1976), Andere gedichten (1980), Op een bordje volgt de rekening (1982) en Mijn verbeelding is jouw slaaf niet (1982), een verzameling essays over Latijns-Amerikaanse literatuur.
Stefaan van den Bremt vertaalde poëzie van Emile Verhaeren, Nicolas Guillén en Bertolt Brecht, evenals proza van Marie Gevers en Maryse Condé.
Hij is redacteur van het tijdschrift Kreatief en secretaris van het pen-centrum Vlaanderen. Voor zijn literair werk werd hem o.m. de Louis Paul Boonprijs (1980) toegekend.
Meer over Stefaan van den Bremt