«En ik begreep veel.» – Wim Noordhoek

VoorplatExtaze12Over ‘Extaze 12’ op Avondlog, 19 januari 2015:
‘Het gat-in-de-muur-zusje’ heet het eerste verhaal in Extaze. Het nieuwe nummer van het ‘Haagse’ literaire blad heeft als thema ‘Buitenstaanders’. Den Haag, stad van buitenstaanders. Ik woon er al heel lang niet, maar Hagenaar ben je voor het leven. De gat-in-de-muur-mens, waarmee Cor Gout het nummer opent, priemt een gat in de muur waardoor hij in de belendende kamer kan kijken zonder zelf gezien te worden. Hij haalt Colin Wilson aan: ‘De zaak die de outsider aanspant tegen de maatschappij is overduidelijk. Alle mannen en vrouwen hebben gevaarlijke, ondefinieerbare impulsen, maar verbergen die onder een schone schijn, houden zichzelf en anderen voor de gek.’ Tot slot vertelt Gout hoe zijn in de jaren ’70 overleden ‘existentialistische’ zusje – altijd in het zwart gekleed, veel mascara – zich over straat en in cafés bewoog. Op afstand en tegelijk vurig hopend gezien te worden. Door Jan Cremer misschien.
Lees hier het betreffende log
Meer over inhoud Extaze 12
Meer over Extaze

«Een unicum in het hedendaagse literaire landschap.» – Lucas van der Deijl

Over o.m. ‘Koprot’ van Harry Vaandrager in Vooys (32/1), voorjaar 2014: Vaandragers werk is één groot oedipuscomplex, en barst van de bloedende navelstrengen, odes aan moeders, scheldkanonnades gericht aan vaders, erotische scènes met moeders – zelfs blindheid is een motief. En de penisnijd is nooit ver weg. (…) Vaandrager is een unicum in het hedendaagse literaire landschap. Hij is een schrijver die weer eens de dialoog aandurft met de stromingen en auteurs die decennia en eeuwen terug al vooruitliepen op de linie. (…) Deze literatuur combineert geestige spot met een cynische afkeer van het leven, een toon waarmee Groten als Reve en Hermans de Nederlandse literatuur eerder opgevrolijkt hebben. Vaandrager confronteert de literatuur met de eigen taligheid en reduceert haar thema’s tot de meest fundamentele: leven en dood.
Lees hier het hele artikel
Meer over ‘Koprot’

«Peter Andriesse: ‘Humor. Zonder die zelfrelativering is een schrijver onleesbaar.’» – Renzo Verwer

Opmaak 1Renzo Verwer in gesprek met Peter Andriesse op Blog van Renzo Verwer, 31 mei 2014:
Op een laptop lijkt het al gauw heel wat, alsof het al gedrukt staat, daarom prefereer ik vooralsnog de handschrijfmachine… Je moet wel grote hoogmoed hebben om een roman te schrijven, ik bedenk mij wel 100 x voor ik aan zo’n hels karwei begin. Een roman of verhaal moet ontstaan uit innerlijke noodzaak. (…) Met Hermans deel ik vooral zijn levensopvatting en zijn voorkeur voor polemiek. En Hermans heeft mij opmerkzaam gemaakt op schrijvers als L.F. Céline en denkers als Wittgenstein. Zoals Carmiggelt, die ik in mijn jonge jaren dagelijks las, mij ook wees op veel schrijvers, terwijl hij bovendien invloed moet hebben gehad op mijn stijl. (…) Wat voor mij erg belangrijk is dat een schrijver humor heeft. Zonder die zelfrelativering is een schrijver onleesbaar. Als je niet kunt lachen tijdens het lezen van een boek, dan mankeert er iets belangrijks aan.
Lees hier het interview of hier
Meer over ‘De rode kimono’

Elis Juliana (85) op Curaçao overleden

Op zondagochtend 23 juni 2013 is de Curaçaose dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en archeoloog Elis Juliana op 85-jarige leeftijd overleden.

Ik herinner me een krantenfoto uit de jaren vijftig of zestig van de vorige eeuw die me rond 1980 onder ogen kwam toen de uitgeverij net betrokken raakte bij het werk van Boeli van Leeuwen en daarmee bij de Nederlandstalige Antilliaanse literatuur. Op de foto behalve Boeli van Leeuwen, W.F. Hermans en Cola Debrot ook een zwarte man. Het onderschrift maakte duidelijk dat het om Elis Juliana ging. De foto fascineerde mij omdat hij zo zichtbaar maakte dat er naast de geschreven Nederlandstalige Antilliaanse literatuur ook een literatuur bestond in de taal van het volk, het Papiaments, die aan mij voorbijging. In oktober 2007 was ik voor het eerst vanwege Boeli van Leeuwen enkele dagen op Curaçao. Een van die dagen was ik te gast bij Richard en Rinia Doest. Richard Doest bood aan me langs enkele schrijvers van mijn keuze te rijden die ik niet eerder ontmoet had. Elis Juliana wilde ons na zijn siësta thuis ontvangen. Ik was zeer onder de indruk. Sinds dat moment was ik heilig van plan ‘ooit’ iets van Elis Juliana uit te geven. Een paar jaar later hoorde ik van Fred de Haas dat hij een keuze uit Juliana’s gedichten had vertaald. Die bundel kwam in 2011 uit: ‘Hé Patu/Waggeleend’ en was in september dat jaar het middelpunt van ons Antilliaans boekenprogramma ‘Curaçao! Curaçao!’ in het Amsterdamse Podium Mozaïek. (Franc Knipscheer)

Meer over Elis Juliana bij In de Knipscheer