Album van de Caraïbische poëzie

AlbumCaribischePoezieOp 23 april 2022 verschijnt bij Uitgeverij Rubinstein ‘Album van de Caraïbische poëzie’, samengesteld door Michiel van Kempen en Bert Paasman, met medewerking van Noraly Beyer. Op die dag vindt in de OBA een programma plaats rond het uitkomen van dit boek. De trans-Atlantische relatie tussen Suriname, de Antillen en Nederland is meer dan vier eeuwen oud en beide zijden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt door het slavernijverleden, migratie en culturele uitwisseling. Een complexe relatie die nergens zo goed wordt weerspiegeld als in de literatuur, en dan in het bijzonder de poëzie. In twaalf hoofdstukken wordt de lezer langs de rijkdom en de veelkleurigheid van de Caraïbische poëzie geleid. De samenstellers kozen een toegankelijke selectie van gedichten, versjes en liedjes, van de vroegste matrozenliedjes tot de jongste teksten van rappers. Vanzelfsprekend komt u in deze bloemlezing tal van dichters tegen die publiceerden bij Uitgeverij In de Knipscheer, onder wie: Frank Martinus Arion, Trefossa, Michaël Slory, Aletta Beaujon, Albert Helman, Edgar Cairo, Pierre Lauffer, Tip Marugg, Bea Vianen, Jit Narain, Elis Juliana, Shrinivási, Henry Habibe, Boeli van Leeuwen, Giselle Ecury, Scott Rollins, Marius Atmoredjo, Bernardo Ashetu, Aart G. Broek, Luis Daal, R.Dobru, Nydia Ecury, Carel de Haseth, Karin Lachmising, Diana Lebacs, Jojn Leefmans, Clyde R. Lo-A-Njoe, Raj Mohan, Quito Nicolaas, Olga Orman, Walter Palm, Hugo Pos, Astrid H. Roemer, Hans Vaders, Hilda de Windt Ayoubi.
Meer over het programma
Dit programma is ook online te volgen via deze LINK en later terug te zien op YouTube.
Nog meer Caraïbische dichters die bij In de Knipscheer verschenen vindt u terug in de bloemlezingen ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’
In 2014 verscheen bij Uitgeverij Rubinstein ‘Album van de Indische poëzie’, samengesteld door Peter Zonneveld en Bert Paasman, met o.a. werk van Marion Bloem en Ernst Jansz.

Gedicht van Olga Orman

VoorplatDoorwaaiwoning72In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht noteert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (9 november 2021) is het in ieder geval óók de geboortedag van Olga Orman (1943-2021). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til dan voor een gedicht naar eigen voorkeur van een van de door hem gememoreerde dichters. Uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Doorwaaiwoning’ van Olga Orman uit haar bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen tweetalige bundel Nederlands-Papiaments ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ uit 2015. Dit gedicht is ook opgenomen in de door Klaas de Groot samengestelde bloemlezing ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’. Verder verscheen van haar bij Uitgeverij In de Knipscheer werk in de verzamelbundelbundel ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’ uit 2011.

Doorwaaiwoning

Ik zoek een huisje
met twee deuren,
eentje achter, eentje vóór,
ze laten me binnen,
ze laten me door.
Ik laat niets achter
dan mijn schim,
herinnering, wat geuren:

een doorwaaiwoning met twee deuren

Meer over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie’

I.M. Olga Orman

Olga Orman[Portret door fotograaf Nicolaas Porter met dank aan de Werkgroep Caraïbische Letteren.]

Op 7 maart 2021 is in Amsterdam de op Aruba geboren pedagoge en schrijfster Olga Orman (1943) op 77-jarige leeftijd overleden. Ze was lang actief in het onderwijs, zowel op Aruba en Curaçao als in Nederland op dat gebied publiceerde ze tal van boeken. Vanaf begin jaren tachtig publiceerde zij ook regelmatig gedichten in het Papiaments in tal van bloemlezingen en tijdschriften. Bij In de Knipscheer manifesteerde zij zich als dichter in 2011 in de door Fred de Haas samengestelde bloemlezing Wie ik ben / Ta ken mi ta op initiatief van de Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario, van welke stichting zij ook jarenlang bestuurslid was. Pas in 2015 trad zij met een eigen bundel naar buiten: Cas di biento / Doorwaaiwoning, een door Fred de Haas in het Nederlands vertaalde bloemlezing uit haar verspreid gepubliceerde gedichten uit de periode 1981–2014 en ze oogstte daarmee lof en erkenning van onder anderen de Caribische literatuurkenner Wim Rutgers en de bekroonde Vlaamse dichter Stefaan van den Bremt. Het titelgedicht uit de bundel werd in 2018 door Klaas de Groot gebloemleesd in Grenzenloos – 40 jaar Knipscheer poëzie.

Ik kies hier voor het slotgedicht:

Als een schelp

Ik lig
aan zee,
mijn mond halfopen,
voel hoe golfjes langs mijn lichaam lopen:
heen en weer, weer heen en weer,
ik wentel, kantel, draai en keer,
Ze kietelen me telkens weer.

Wat mij als uitgever vooral bij zal blijven is haar onvoorwaardelijke betrokkenheid bij de Antilliaanse letteren én bij deze uitgeverij: vanaf 2011 was zij trouw bezoeker van onze jaarlijkse Caraïbische boekpresentaties in Podium Mozaïek (waar zij in 2015 een van de optredende podiumgasten was) – en dat was negen jaar lang een weerzien dat telkens hartverwarmend was.

franc knipscheer, Haarlem

Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht ‘Dividivi’ van Giselle Ecury in Trouw

fp 20130805-190-2In Trouw van maandag 7 september 2014 werd in de rubriek ‘Duurzaamheid & Natuur’(De Verdieping) door Janita Monna in de columnrubriek ‘groengedicht’ het gedicht ‘Dividivi’ geplaatst van de Arubaans-Nederlandse auteur Giselle Ecury. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in haar debuutbundel ‘Terug die tijd’ (2005) en werd o.a. opgenomen in de bloemlezing ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’ met bijdragen van 13 auteurs van de Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario (2011).
Lees hier het gedicht in Trouw
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Aangenaam verrast door ‘Cas di biento’.» – Wim Rutgers

VoorplatDoorwaaiwoning72Over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ van Olga Orman in Antilliaans Dagblad, 11 juni 2015:
(…) Een uitgave met 28 gedichten, verdeeld over vier afdelingen, die in het Nederlands vertaald of misschien beter gezegd ‘hertaald’ werden door Fred de Haas die ook de inleiding en noodzakelijke aantekeningen verzorgde. Wie het werk van Olga Orman de laatste jaren heeft bijgehouden, door middel van de diverse publicaties, zal aangenaam verrast worden door ‘Cas di biento’ waarin het werk van de dichteres zich in de context van een complete bundel vervolledigt en verdiept. (…) De inhoud kan met de modeterm ‘identiteitspoëzie’ gekarakteriseerd worden. In de tien gedichten van Cas di biento / Doorwaaiwoning in de eerste afdeling ‘mijn land, mijn taal’ gaat Olga Orman terug naar haar wortels en geeft ze haar visie en standpunt op taalterrein waarbij ze, terugdenkend aan haar jeugd en haar ouders, haar moedertaal Papiamento en haar eiland in verleden en heden verdedigt en verheerlijkt. In de tweede afdeling ‘Onderweg’ met zes gedichten verinnerlijkt zich haar zoektocht, zoals in het slotgedicht van deze afdeling, in de vertaling van Fred de Haas: ‘Reisverhaal // Ik vertel zoveel verhalen / zing, verzin, vertel verhalen, welk verhaal blijf ik herhalen, / aldoor zingen en verhalen, / rij aan rij? / dat is het reisverhaal / van MIJ!’. (p. 63) In de vijf gedichten in de derde afdeling, zijn ‘Leven en dood’ een onvermijdbare ‘tweelingdracht / van dag en nacht en / tweezaam vormgegeven’, waarna de laatste groep van zeven gedichten verzameld onder de titel ‘bloeiend leven’ harmonie uitdrukt van de mens in de eilandelijke natuur en vooral de mens met zichzelf in zijn bestaan. Zo geeft de hele bundel een compositie waarin de ‘dichter-ik’ een weg zoekt in de ruimte, ten opzichte van het geboorteland en de moedertaal, en de tijd die de mens gegeven is te leven en van dat leven ten volle te genieten.(…)
Lees hierhier de recensie of in Antilliaans Dagblad
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zeer mooie gedichten van Olga Orman.» – André Oyen

VoorplatDoorwaaiwoning72Over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ van Olga Orman op Ansiel en Iedereenleest.be, 5 april 2015:
Na haar studie (in Nederland) was Olga Orman (Aruba) jarenlang als leerkracht werkzaam op Curaçao. Vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw begon zij haar gevoelens en gedachten in de vorm van gedichten tot uiting te brengen. De gedichten die in deze tweetalige bloemlezing zijn verzameld onder de titel ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ zijn voornamelijk geschreven in Nederland en voor een deel in Aruba en Curaçao. Fred de Haas vertaalde de zeer mooie gedichten van Olga Orman en schreef ook een ook een zeer verhelderend voorwoord waarin leven en werk van deze bijzondere auteur in het juiste perspectief wordt geplaatst.
Lees hier de recensie of hier
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

Olga Orman – Cas di biento / Doorwaaiwoning. Gedichten

VoorplatDoorwaaiwoning72OLGA ORMAN
Cas di biento / Doorwaaiwoning

Gedichten. Aruba, Nederland
Vertaling en voorwoord Fred de Haas
Gebrocheerd, 112 blz., € 17,50
maart 2015
ISBN 978-90-6265-870-1

Op 14-jarige leeftijd verliet Olga Ursinda Orman (1943) haar geboorteland Aruba om verder te studeren in Nederland. Hiermee trad zij in het voetspoor van vele andere Antilliaanse jongeren die de eilanden van hun geboorte – meestal tijdelijk verwisselden voor een studieverblijf in Nederland. In die tijd waren de zes Caribische eilanden Aruba, Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba nog verenigd binnen het Koninkrijk der Nederlanden onder de naam Nederlandse Antillen. Na haar studie was zij jarenlang als leerkracht werkzaam op Curaçao.

De gedichten die in deze tweetalige bloemlezing zijn verzameld onder de titel Cas di biento / Doorwaaiwoning zijn voornamelijk geschreven in Nederland en voor een deel in Aruba en Curaçao. Zij stralen een grote betrokkenheid en verbondenheid uit met het wel en wee van haar geboorteland Aruba.

Haar gedichten verschenen in Bentana Habri (2004), in Met de wil elkander bij te staan (2004), in Fruta Hecho / Rijpe vruchten (2006), op de CD Cosecha / Oogst (2006), Kinderen van het heelal (2008), Symbiose tussen pen en penseel (2008), Topa ontmoet Tula (Amrit, 2012) en in de bundel Wie ik ben / Ta ken mi ta (In de Knipscheer, 2011).

Meer over Fred de Haas bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers

VoorplatRodeAppel75dpiKleinOver o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer