Klaas Jager – Tussen hond en wolf

VoorplatTussenhondenwolf72Klaas Jager
Tussen hond en wolf

Gedichten
Nederland
Paperback met flappen,
100 blz., € 18,50
ISBN 978-90-6265-908-1
Eerste druk maart 2016

Wie is iemand? Wat is identiteit? Iemand is iedereen en tegelijkertijd niemand. Dit Kafkaëske, weer volop actuele thema loopt als een rode draad door de bundel Tussen hond en wolf. Het is een metafoor van de opengebroken wereldgrenzen op dit moment en de op drift geslagen mens, die zich vastklampt aan oude waarden en ondertussen wanhopig zoekt naar nieuwe. ‘Zoals Homerus zag dat hij op het sterfbed lag van de anonieme analfabeet.’

Hier, lieve schatbewaarder
heeft niemand iets met daar

de wereld woont in een gehucht
het huis heeft genoeg aan zichzelf.

In De wereld heeft geen overkant, Jagers vorige bundel, maakte het persoonlijke ‘ik’ al meer en meer plaats voor het onpersoonlijke ‘iemand’. In Tussen hond en wolf is de ‘ik’ van het toneel verdwenen en speelt nu iemand de hoofdrol. Zelfs in afdeling II van deze bundel, ‘voor mijn Lieveschatbewaarder’. Klaas Jager laat meer dan ooit de wereld in zijn gedichten toe en voorkomt dat ‘een sfeer van gelukzalig vergeten’ ontstaat.

Nu of nooit,
alsof het ooit anders is,
vluchten en ternauwernood ontkomen

het lijkt of tijd samenbalt in een kogel,
die zich ongemerkt in de toekomst boort

In menig gedicht duikt hoop, licht, relativering, pure schoonheid en verwondering op.

‘neem iemand, pluralis van zoveelste sterveling,
die zijn koude handen warmt aan het vuur dat
altijd in zijn gedachten is en, op dit moment,

als men even niet oplet, door het raam buiten
in de wind, in de bomen, in de lucht, in de vogel,
in de ondergaande zon een vat van vervulling ziet.

Klaas Jager debuteerde met de bundel Windwakken in de tijd (2001). Klipgeiten verscheen in 2004. Over De wereld heeft geen overkant (2008) schreef Joop Leibbrand in Meander: ‘En om Jager maar meteen te positioneren: regelmatig brengen zijn gedichten Kouwenaar en Nolens in gedachten. Bij Jager zijn dichter en denker tot elkaar veroordeeld. Gelukkig maar, want dan pas ben je iemand. Lezen die man!’