Over ‘En dan nog de liedjes’ van Helen Knopper in Argus (jrg.5, nr.117), 22 december 2021:
In de jaren zestig kwam mijn vader, tot ongenoegen van mijn moeder, regelmatig thuis met kunstschilder Albèrt, een overduidelijke junk, een in die tijd nog niet zo’n bekend verschijnsel, althans niet in mijn wereld van toen. Ik herinner me hem als een magere, niet onvriendelijke man met een baardje, net zo artistiek als zijn naam. (…) En nu, meer dan een halve eeuw later, lees ik voor het eerst meer over Albèrt, in het nieuwe boek van Helen Knopper: ‘En dan nog de liedjes’. (…) Helen Knopper, geboren op 18 juni 1934, schrijft al een mensenleven lang, ze debuteerde in 1965, met proza en poëzie, maar bleef bij het grote publiek vrijwel onbekend. Haar werk vertoont een hang naar het bizarre en absurde, naar de zelfkanten van het leven; haar personages zijn doorgaans alternatieve figuren. Na een periode van zo’n twintig jaar waarin zij niet publiceerde, verscheen in 2016 haar roman ‘Het loopt het ademt het leeft, biografie van een vriendschap’, gevolgd door een roman en een essaybundel. En nu is er dan deze roman over de 86-jarige Madeleine, zo genoemd naar de koekjes van Marcel Proust. Liedjes van vroeger roepen herinneringen bij haar op. (…) ‘Aangezien ik mij niet kan voorstellen dat er iets zaligers bestaat dan een pelgrimstocht door het verleden, maak ik die geregeld. Ik ken de weg als mijn broekzak.’ In die pelgrimstocht komen we Albèrt nog één keer tegen: ‘Degene die ik uit Eylders had zien komen leek meer op het angstig kijkende vogeltje van de tekening die hij bij mij gemaakt had.’ Vaak ontroerende memoires over een recente, maar voorgoed voorbije tijd, van een boeiend en eigenzinnig auteur.
Lees hier de recensie ‘Zalige pelgrimstocht naar het verleden’
Meer over ‘En dan nog de liedjes’
Meer over Helen Knopper bij Uitgeverij In de Knipscheer