Walter Palm – Met lege handen ging ik slapen…

WALTER PALM
Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker

Poëzie
Nederland / Curaçao
Ingenaaid, royaal formaat, 128 blz.
€ 16,90
Eerste druk 2002, uitverkocht
ISBN 90 6265 537 8

“Met de bundeling van deze gedichten presenteert een van de belangrijkste moderne Antilliaanse dichters zich nu voor het eerst aan een Nederlands lezerspubliek.” – uit het Voorwoord van Wim Rutgers

WALTER PALM (Curaçao, 1951), sinds 1980 in Nederland, debuteerde op twintigjarige leeftijd in het Antilliaanse tijdschrift WATAPANA en schrijft en publiceert sindsdien gedichten in het Papiaments, het Engels en het Nederlands. Zijn Nederlandse gedichten brengt hij nu voor het eerst in 6 afdelingen bijeen.

Over de bijna honderd gedichten die in deze bundel verzameld zijn schrijft Wim Rutgers: “Een klein poëzisch oeuvre [waarin] de woordprecisie vergezeld gaat van talrijke metaforen in een rijkdom aan beelden die het karige woordgebruik compenseert.”

De pers over Met lege handen ging ik slapen, …
Dichters liegen

Aan Bertus Aaafjes wordt de uitspraak toegeschreven Dichters liegen de waarheid. Hij wilde daarmee een essentieel verschil tussen proza en poëzie aangeven.
Proza berust op waarheid, of om het sterker uit te drukken, proza dient om de waarheid vorm te geven. En als proza leugenachtig zou zijn, verwerpen we het. Dat houdt niet in dat proza niet een fantasiebeeld zou mogen weergeven, maar dan weten we dat. Als iemand een sprookje vertelt, denken we er niet aan om het verhaaltje af te keuren en als leugenachtig te bestempelen.
Met poëzie is het anders gesteld. Poëzie schept via taal een andere wereld, een tweede werkelijkheid wordt die wel eens genoemd, waarvan de waarde berust op het feit dat we ons bewust zijn van het feit dat die in de eerste werkelijkheid niet bestaat.
Het verschijnen van de nieuwe bundel poëzie van de Antilliaanse dichter Walter Palm, getiteld Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker, toont de geldigheid van het aforisme van Aafjes aan. We kunnen het ook anders formuleren. Poëzie heft de tegenstellingen op, of nog beter poëzie verzoent de tegenstellingen. Dat is in de wereld van de werkelijkheid van het proza niet mogelijk, dat zou de geloofwaardigheid van het proza aantasten.
Op blz. 76 staat een voorbeeld van wat we bedoelen met de bewering dat poëzie tegenstellingen verzoent.

De hemel is zee, de zee is hemel

In zeeblauwe hemel.
trekken straaljagers schuimwitte strepen.
In hemelsblauwe zee
trekken spierwitte zeilschepen als wolken voorbij.

De tegenstelling zee – hemel wordt hier ontkend en verzoend. Speels gebruikt de dichter in r. 1 als versierend bijvoeglijk naamwoord bij het woord hemel zeeblauwe. en in regel 3 wordt zee hemelsblauwe genoemd. Die twee woorden bepalen het gedicht. Door de hemel zeeblauw te noemen en de zee hemelsblauw is de tegenstelling op poëtische wijze opgeheven.
Het is een gedicht waar de lezer lang bij stil blijft staan. Regel 2 is een voorbeeld van poëtische klankverwerking. Niet alleen de alliteratie van de s in drie woorden, maar ook de assonantie van de tr in trekken en straaljagers brengt een welluidende harmonie, die in het laatste woord van de regel zijn voltooiing vindt. Eerst zit je als lezer te luisteren en te kijken naar die twee regel tot je opeens de alliteratie en de assonantie toegepast ziet en hoort. Een regel om nooit te vergeten. De afsluitende regel van dit kwatrijn completeert het klankenspel. De w in wolken, stoort niet, omdat die w al voorkomt in de tweede regel. Schuimwitte in r. 1 en spierwitte in r. 4 bereiden de w als eerste letter in wolken al voor. Trouwens de w in zeeblauwe zorgt in r. 1 en r. 3 ervoor dat in elke regel de w-klank aanwezig is.
Misschien denken sommige lezers nu dat dat allemaal wel vergezocht is, dat je een gedicht zo niet moet lezen. Als echter na deze kleine klankanalyse al blijkt hoe vernuftig de klanken zijn opgebouwd, groeit wel de bewondering voor de dichter.
Naast dit gedicht, dat zal nu wel duidelijk zijn, blijken ook de andere met grote zorg geschreven. De dichter zelf zegt het al in het gedicht van blz. 47

Geschenk van dromen, maanlicht en ochtenddauw

Met lege handen
ging ik slapen,
met een gedicht
werd ik wakker.

Ik koesterde het,
poetste het,
tot het glom
als de eerste ochtendstraal.

Niet voor niets is de titel van dit gedicht gekozen tot de titel van de hele bundel. De eerste strofe geeft aan dat de inspiratie uit het onbewustzijn de bron is van de gedichten. De tweede strofe omschrijft in een metafoor de werkwijze van de dichter. Het gedicht wordt pas voltooid na zijn intensieve, ambachtelijke werk.
Het gebruik van beeldspraak is ontleend aan elementen die te maken hebben met wind, water, lucht en hemel, en die de mens op een eiland sterker aanspreken dan de bewoner van een groot continent. Dat ligt voor de hand, zijn we achteraf geneigd te concluderen. Telkens komt de verbondenheid van die elementen weer ter sprake. Een groot uitgestrekt land wordt een zee van land genoemd, bergen zijn versteende golven. Geen wonder dat de dichter in het openingsgedicht reeds getuigt van het besef dat de mens, die zich het centrum voelt van het levende, later ontdekt dat hij toeschouwer is die op een afstand waarnemer wordt. Het voortdurende besef in de gedichten van de onvolmaaktheid van de mens verhoogt de geloofwaardigheid van de bundel.
Wim Rutgers leidt deze gedichten in met een voorwoord, waarin hij onder meer stelt dat Walter Palm zich nu voor het eerst richt tot een Nederlands lezerspubliek. Daarom is het verantwoord dat een aantal oudere gedichten van Walter Palm in deze bundel zijn opgenomen. Elke poëzieliefhebber, waar dan ook in het koninkrijk, kan nu kennis nemen van deze rijke aanwinst van Nederlandstalige poëzie. In de moderne Nederlandse poëzie ben ik nog geen bundel tegengekomen die zozeer de aandacht verdient van lezers van diverse pluimage of die nu in het Europese deel of het Antilliaanse deel van het Koninkrijk wonen. Juist de universele gerichtheid zal een diversiteit van lezers aanspreken.

Pim Heuvel

Walter Palm: Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker Deze bundel Verzamelde gedichten, kwam in 2002 uit bij uitgeverij In de Knipscheer te Haarlem, Nederland, ISBN 90 6265 5378 NUR 306. De bundel is gelukkig ook verkrijgbaar op Curaçao.

Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer